|
|
De Minangkabau van West-Sumatra Vanuit Singapore maken we de oversteek naar Sumatra in Indonesie. Een hele
trip, zeker omdat we direct doorwillen naar de West kant van dit enorme
eiland. Aan de Oost- en Zuidkant is namelijk niet veel interessants en het
Noorden bewaren we voor de terugreis. In het westen maken we kennis met de
Minangkabau, moslims, maar dan anders.
Drukbevolkt West-Java Vanaf Padang op Sumatra pakken we de boot naar
Jakarta. De hoofdstad van IndonesiE is uitgegroeid
tot een overbevolkte metropool. De gevolgen
hiervan strekken zich uit over een groot deel van
West-Java. Hoewel er ook nog jungle en andere
natuur te vinden is, kenmerkt dit deel van Java
zich vooral door drukke steden en uitvluchtoorden
voor de rijkere uit de stad.
Yogyakarta Vanuit Bandung nemen we de trein naar Yogyakarta. Deze middelgrote plaats in het zuiden van centraal Java was het centrum van de onafhankelijkheidsstrijd van indonesiE Maar voor de toerist belangrijker is het het culturele centrum van Java en ligt het vlakbij de belangrijkste tempels: Borobudur en Prambanan.
Ubud op Bali Bali is het enige Indonesische eiland waar we
eigenlijk niet zo nodig naar toe willen. Het is
erg toeristisch en wel op een manier die op de
Spaanse stranden doet denken. Het ligt echter op
de route naar de eilanden van Nusa Tengara, en
dus is een stop hier onvermijdelijk. We verkiezen
echter niet de stranden, maar het plaatsje Ubud,
dat het culturele centrum van Bali heet te zijn.
Uitrusten op Gili Air Op Bali horen we via de e-mail dat Sandie en
Alex, de Schotse meiden die we ergens in
Indonesie weer zouden ontmoeten, op Gili Air
zitten. We waren zelf ook al van plan op dit
eilandje voor de kust van Lombok wat uit te
puffen, en we besluiten er dus meteen maar
naar toe te gaan.
Drakenbootcruise Op Gili Air worden we al snel aangesproken door mannetjes die allerlei
tours aan de man willen brengen. En van die tours spreekt ons wel aan: een
boottocht van 4 dagen vanaf Lombok, langs Sumbawa naar Komodo, Rinca en
uiteindelijk Flores. Onderweg kunnen we snorkelen, zwemmen, relaxen en,
vooral, de Komodo draken bekijken op Komodo en Rinca. Een prima alternatief
voor de lange busreis over Sumbawa die we anders zouden moeten nemen.
Flores In Labuan Bajo nemen we met Ulrica en Mats ons intrek in een hotelletje en
bekijken we hoe we Flores verder kunnen verkennen. Flores is maar een klein
eilandje van zo'n 200 km lang. De "Trans-Flores highway" van west naar oost
is echter een hevig slingerend bergweggetje van zo'n 700 km. Omdat hij ook
nog eens heel slecht heet te zijn trekt een rit per propvolle lokale bus ons
niet zo erg. Omdat Ulrica en Mats haast hebben willen zij een 5-daagse tour
per jeep boeken, en wij besluiten daar dan maar met mee te gaan.
Havenstad Makassar Vanuit Flores pakken we de boot naar Sulawesi. Ujang Pandang is de
officiele naam van de stad waar we naartoe varen. Volgens de schema's van
Pelni, de nationale passagiersboten maatschappij, heet de bestemming echter
nog altijd Makassar. Ooit was dit de standplaats van een machtig koninkrijk.
Dat dit al lang verleden tijd is weerhoudt de mensen er niet van de illustere
naam te blijven gebruiken.
Begrafenis in Tana Toraja Vanuit Ujang Pandang reizen we naar Rantepao, in de bergen van Tana
Toraja. In dit gebied leven de Toraja, die bekend zijn vanwege hun
begrafenisrituelen en typische huizen. Hoewel men begin vorige eeuw is
bekeerd tot het christendom, neemt hun oorspronkelijke animistische geloof nog
een belangrijke plaats in.
Transmigrasie naar Centraal Sulawesi Vanuit Rantepao reizen we door naar Centraal Sulawesi. Dit is een gebied dat de laatste jaren geteisterd is door geweld tussen moslims en christenen, ontstaan door de Transmigratie van moslims uit Java. Het is er nu weer veilig en dus bezoeken we hier het Poso meer. We hopen ook nog tijd te hebben voor het Lore Lindu national park, alvorens we met de boot naar Borneo moeten.
Zonder vleugels van Borneo naar Toba Er is, vreemd genoeg, geen bootverbinding tussen Sarawak, Maleis Borneo, en het vasteland van Maleisi. In plaats daarvan maken we dus eerst de oversteek naar Pontianak op Kalimantan, Indonesisch Borneo. Daarvandaan gaan er verschillende boten naar Jakarta. En eenmaal daar pakken we een Pelni boot naar Medan op Noord Sumatra. Hiervandaan kun je direct met een speedboot naar Georgetown in Maleisi, maar wij gan eerst even lekker relaxen aan het meer van Toba. Dat is nog wel een kleine busrit van Medan verwijderd. Al met al neemt de hele trip bijna 6 dagen in beslag. Tja, je moet maar niet willen vliegen....
Rust aan het Toba meer Danau Toba, oftewel Lake Toba, oftewel het Toba meer is het grootste meer van Zuid-Oost Azi. Ontstaan door een enorme vulkaanuitbarsting miljoenen jaren geleden wordt het omringd door een enorme kraterrand. In het midden is door vulkanische activiteit weer een eiland ontstaan, dat zo groot is als Singapore. En als klein schiereilandje daar aan vast hangt Tuktuk, de toeristenplek van het gebied. Hier nemen we het er even van, we genieten van de koele lucht, een duik in het water, de relaxte atmosfeer en de Batak-cultuur.
Aapjes kijken in Bukit Lawang Op de grens van Aceh ligt het Gunung Leuser National Park. Hier komen nog veel Oerang Oetangs voor. Dit is mede te danken aan het rehabilitatiecentrum dat in Bukit Lawang is opgezet. Het toerisme dat dit centrum aantrekt vormt nog geen belemmering voor de rustieke omgeving en de hoeveelheid wild dat hier leeft.
Ga naar het overzicht van de Belevenissen
Wereldreis zonder vleugels
|