|
||||||||||||||||||||
|
Flores |
|||||||||||||||||||
|
Datum: 15-24 Mei 2002
In Labuan Bajo nemen we met Ulrica en Mats ons intrek in een hotelletje en bekijken we hoe we Flores verder kunnen verkennen. Flores is maar een klein eilandje van zo'n 200 km lang. De "Trans-Flores highway" van west naar oost is echter een hevig slingerend bergweggetje van zo'n 700 km. Omdat hij ook nog eens heel slecht heet te zijn trekt een rit per propvolle lokale bus ons niet zo erg. Omdat Ulrica en Mats haast hebben willen zij een 5-daagse tour per jeep boeken, en wij besluiten daar dan maar met mee te gaan. Ruteng's Morgens vroeg gaan we op weg voor de eerste etappe naar Ruteng. De weg is niet best, maar we hebben ergere meegemaakt (Cambodja!!). Er ligt gewoon asfalt maar om de 100 meter liggen er enorme gaten in of is het asfalt even helemaal weg. Op die plekken doet onze chauffeur wel erg voorzichtig, bijna overdreven zelfs. Maar goed, het geeft ons de tijd om van het prachtige landschap te genieten. Na een uurtje of 5 slingeren we Ruteng binnen. We worden gedropt bij een hottelletje waar we gaan eten. Het menu biedt niet veel meer dan noedels met groenten maar met wat sambal en ketjap is dat best te eten. Het obertje wil graag met ons mee om die middag de bezienswaardigheden te bezoeken. Maar eerst bekijken we de kamers, want het is wel zo handig om hier meteen maar te overnachten. Manggarai dorpjeWe gaan die middag eerst naar Compang Ruteng. Dit is een traditioneel dorpje van de plaatselijke Manggarai bevolking. In het midden van het dorpje staat de "compang", een soort platform van stenen waarop de offers aan de goden worden gepresenteerd. Het platform is omgeven door een stenen muur, waarachter de huizen staan. Eigenlijk staan er maar twee traditionele huizen, en in één daarvan worden we uitgenodigd om het gastenboek te tekenen en een donatie te doen. We maken nog een praatje met de dorpsoudste en wat kinderen, die graag op de foto gaan. Maar veel meer is er niet te zien helaas. Spinnenweb rijstveldenBij de andere plaats die we die middag bezoeken moeten we weer een gastenboek tekenen en een donatie doen. Vreemd, want we komen slechts naar een uitzicht kijken. De rijstvelden hier zijn namelijk in de typische vorm van een spinnenweb. Van bovenaf zijn verschillende webben te zien, een erg mooi uitzicht. Het is niet geheel duidelijk waarom de voorvaderen van de mensen hier hun rijstvelden in cirkels maakten. Wel worden er bij het planten van de nieuwe rijst, offers gemaakt in het midden van het web. Hier zal het dus wel iets mee te maken hebben. De volgende dag rijden we door naar Bajawa. Weer een erg bochtig parcours met mooie uitzichten, onder meer van een vulkanisch meer. We komen in de bergen ook veel bussen tegen. Dit zijn soms minibusjes, tot bus omgebouwde vrachtwagens of bussen met een vreemde voorkant. Ze hebben met elkaar gemeen dat er altijd wel een aantal mensen bovenop zitten. De tweede tussenstop is bij een Arak brouwerij. Arak is een soort wijn, die erg sterk kan zijn. Het wordt gewoon in de tuin gedestileerd, met een stellage van bamboe en aarden potten boven een vuurtje. We kopen er een fles uit beleefdheid, maar we weten dan al dat we die niet leeg zullen drinken. Bajawa is een dorpje midden in het district van de Ngada mensen. In Bajawa zelf is niets te beleven, het is slechts de plek waar de toeristenhotels staan. Omdat er zo weinig toeristen zijn, zien die er ook wat verwaarloosd uit. We nemen er onze intrek om de volgende morgen naar één van de vele traditionele dorpen van de Ngada bevolking in de omgeving te gaan. Ngadhu en bhaga
De weg naar het dorpje Bena is lang en niet geasfalteerd. Onderweg komen we veel mensen tegen met een schoffel op hun hoofd, kennelijk op weg naar de akkers of rijstvelden. Het uitzicht is weer prachtig, het gebied wordt omringd door een paar mooie, klassieke vulkanen. Als we uiteindelijk Bena binnenrijden zien we twee rijen traditionele huizen tegenover elkaar staan. In het midden staan de paren van ngadhu en bhaga. De mannelijke ngadhu is een soort parasol van 3 meter hoog, de vrouwelijke bhaga is een soort klein huisje. Beide zijn gemaakt van hetzelfde materiaal als de "gewone" huizen, hout en riet dus. Ze symboliseren de continue aanwezigheid van de voorvaderen van iedere familie in het dorp. Verder liggen er verschillende graven verspreid over het plein. Deze zijn allemaal voorzien van kruizen, dus ook het christendom is hier sterk aanwezig. Tenslotte staan er ook nog een aantal manshoge stenen rondom platte altaarstenen. Dit zijn waarschijnlijk graven van wat verdere voorouders, en hier worden bij ceremonies nog steeds offeringen gemaakt. StatussymbolenDe huizen hebben erg hoge daken. Boven de veranda is er ook nog een afdakje van bamboe. Bovenop sommige huizen staat een miniatuurhuisje of een poppetje. Deze huizen zijn van de belangrijkere families in het dorp. Ook hebben verschillende huizen een verzameling van opgestapelde buffelhoorns. Ook deze geven de status van een familie aan. We zijn op het moment de enige toeristen in het dorp. Van de plaatselijke bevolking zijn alleen wat ouderen, vrouwen en kinderen aanwezig. De vrouwen zijn aan het weven, traditionele kleden die tegenwoordig ook veel aan toeristen verkocht worden. Verder liggen er veel betelnoten te drogen, de plaatselijke drugs. We struinen er rustig rond en mogen van de vriendelijke mensen ook in en achter de huizen kijken. Na een uurtje nemen we afscheid van dit mooie dorpje. Hete bronnen
We rijden terug naar Bajawa en dan richting Riung in het noorden. Onderweg stoppen we nog een keer om een duik te nemen in de hotsprings. Het gebouwde zwembad bij de springs bevat echter koud water, waardoor we maar direct in de rivier gaan zitten. Hoewel het in het midden van de dag al behoorlijk heet is genieten we van de natuurlijke heetwater jaccuzi voordat we ons omkleden en weer verder gaan. RiungIn Riung komen we pas om 3 uur aan en dus willen we eerst wat eten. Dat blijkt niet mee te vallen, restaurants zijn er bijna niet en een maaltijd zou dus nog minimaal een uur duren. Op sterk aandringen bereidt men dan maar wat noedels met een ei erbij en dat eten we smakelijk op voordat we op pad gaan om een hotel te vinden. Ook dat valt niet mee, de hotels zijn sterk vervallen of zeer duur. We nemen uiteindelijk onze intrek in de homestay van een oud echtpaar. Riung is een vissersplaatsje aan de noordkust van Flores. In het natuurpark van de 17 eilanden voor de kust kun je prachtig snorkelen, en daar komen we dan ook voor. Samen met nog een Engels stel charteren we een boot waarmee we de volgende morgen vroeg op stap gaan. We stoppen op 4 verschillene plekken om te snorkelen, waaronder een eiland waarop we de lunch geserveerd krijgen. Het koraal is hier inderdaad fantastisch, en we zien ook nog ondermeer kreeften en zeepaardjes. Om 12.00 uur moeten we weer aan land zijn om op weg te gaan naar Moni. Maar niet voordat we ons nog even afspoelen met de mandi in de homestay. De rit naar Moni is lang en, behalve bij het blauwe steenstrand waar alle blauwe stenen al weggehaald zijn, zonder interessante tussenstop. We scheuren ook door het havenstadje Ende aan de zuidkust. Het lijkt wel of de chauffeur juist harder gaat rijden als we door de bebouwde kom gaan. Als we vervolgens de bergen weer inrijden en het donker wordt, moeten we hem ook nog vertellen om de lichten aan te zetten. Om 7 uur rijden we uiteindelijk Moni binnen. Hier komen duidelijk meer toeristen en het kost ons weinig moeite om een stekje te vinden. Als we even later een restaurant ingaan komen we ook Marcus en Matthew weer tegen. Van hun horen we dat iedereen van de bootreis inmiddels in Moni zit. Die zullen we morgen op de berg dan wel tegenkomen. Gekleurde meren
De volgende morgen om 4 uur rijdt onze chauffeur ons de Kelimutu vulkaan op. Bij het registratiekantoor zien we de tot bus omgebouwde vrachtwagen waar de anderen inzitten al. En als we het laatste half uur naar boven klimmen halen we ze één voor één bijna allemaal in. Bovenop, waar iedereen bij het viewpoint wacht op de zonsopkomst, bespreken we dus onze Floreservaringen met de anderen. Als de eerste zonnestralen over de bergen komen zijn de oh's en ah's niet van de lucht. Prachtige kleuren verschijnen boven de bergen en ook de bergmeren komen langzaam tevoorschijn. Die 3, verschillend gekleurde meren vormen de attractie van Kelimutu. De kleuren kunnen zomaar spontaan veranderen en niemand weet waarom. Op dit moment zijn de kleuren turkuoise, koffiebruin en pikzwart. Het duurt echter een hele tijd voordat de zonnestralen in het meer schijnen om de kleuren het best te zien. Velen hebben dat geduld niet en dalen al eerder af. Wij nemen ook nog een kijkje bij een ander viewpoint en lopen nog een stukje om het bruine meer heen. Het is al met al een machtig gezicht. Afscheid
Eenmaal teruggewandeld rijden we terug naar Moni voor het ontbijt en de rit verder naar Maumere. Daar eindigt onze tour en nemen we, na het vinden van een hotel, afscheid van onze chauffeur. Mats en Ulrica regelen een bootticket voor de volgende dag terug naar Bali en wij winnen informatie in over de boot naar Sulawesi. 's Avonds eten we voor de laatste keer samen en de volgende dag nemen we afscheid van de Zweden. Toch vreemd als je ruim anderhalve week met elkaar gereisd hebt. Paradijs
Omdat onze boot pas over 3 dagen gaat besluiten we het saaie Maumere te verruilen voor Waiterang, een strand 27 km noordelijker. We vinden daar homestay Ankermi, een heerlijk stekje met bamboe bungalowtjes en een prima restaurant. Hier vermaken we ons de komende dagen met snorkelen, zwemmen, eten, drinken en praten met Marcus en Kris en Paulien, die hier ook arriveren. Een klein paradijsje op aarde. Flores is een prachtig vulkanisch eiland dat voor de meeste toeristen te ver van Bali ligt voor een bezoekje. De toeristen die er wel komen volgen een geijkte route langs de traditionele dorpen en de Kelimutu met zijn mooie meren. De lokale, voornamelijk katholieke bevolking is zeer vriendelijk, al kunnen ze in de steden wat opdringerig zijn. Helaas hebben we geen tijd meer om nog verder naar het oosten of zuiden te reizen, waar Sumba, Timor en de eilanden van de walvisvaarders (in houten bootjes) nog verder van de bewoonde wereld liggen. Flores vormt dus het verste punt van onze reis. Ga terug naar: Drakenbootcruise Ga door naar: Havenstad Makassar Ga naar het overzicht van Indonesie |