Gastenboek E-mail update Reislinks

Ubud op Bali


Belevenissen vooraf
Voorgaande reizen
Algemene zaken
Europa
Rusland
China
Vietnam
Cambodja
Thailand
Maleisië en Singapore
Indonesie
Laos
Turkije
Griekenland
Italie
Afrika
Weer thuis

Datum: 2-5 Mei 2002

Op Bali geen moslims en dus eet men hier ook varkensvlees

Bali is het enige Indonesische eiland waar we eigenlijk niet zo nodig naar toe willen. Het is erg toeristisch en wel op een manier die op de Spaanse stranden doet denken. Het ligt echter op de route naar de eilanden van Nusa Tengara, en dus is een stop hier onvermijdelijk. We verkiezen echter niet de stranden, maar het plaatsje Ubud, dat het culturele centrum van Bali heet te zijn.

Lange reis

Vanuit Yogya is het een bustrip van 16 uur, inclusief veerboot, naar Denpasar, het drukke verkeersknooppunt van Bali. Ons is een mooie luxe bus beloofd, maar we worden samen met 2 Franse meisjes opgepikt door een klein minibusje. We vragen ons af wanneer we moeten overstappen en beginnen te vrezen dat we de hele rit zo opgepropt moeten zitten. Maar gelukkig, na een paar uur rijden komen we aan in Solo, waar we overstappen op de bus. Alleen is het geen luxe touringcar, maar een drukke, volgepropte lokale bus.

De verdere busrit verloopt vlotjes. Rond 2 uur 's nachts komen we aan bij de veerboot en krijgen we zowaar een noedelsoepje. Het duurt even voor de bus de boot op mag, en dan blijkt hij er van de zijkant op te moeten. In de boot wordt er dus druk voor en achteruit gestoken om hem in de lengterichting te parkeren. En na de oversteek van een uurtje moet hij weer flink steken en draaien om er achteruit weer af te kunnen rijden. Handig, die veerboten.

Rond een uur of 7 komen we aan in Denpasar. Direct komen de taxichauffeurs op ons af die ons voor "weinig" naar Kuta (strand) of elders willen brengen. We wimpelen ze af omdat vervoer per bemo veel goedkoper is. Ook bij de bemo's moeten we echter flink onderhandelen, en bovendien moeten we nog een keer overstappen. De tweede bemo wordt hierbij helemaal volgepropt met passagiers voordat we vertrekken. Gelukkig duurt de rit naar Ubud nog maar een uurtje.

In Ubud worden we direct aangesproken door iemand van Eka's homestay. We volgen hem en, moe als we zijn, gaan we op zijn aanbod in, een bunglowtje in een mooie tuin voor 45000 Roepia. We ploffen neer en halen eerst even wat slaap in.

Relatief duur

Als we honger krijgen lopen we het dorp in voor de lunch. Diverse restaurants laten we links liggen omdat ze in vergelijking met de rest van IndonesiEschofterig duur zijn. We ontkomen er echter niet aan om, naar onze maatstaven, chique, duur en weinig te eten. Het eerste effect van veel toerisme.

Wanneer we verder door Ubud wandelen, blijkt het allemaal wel mee te vallen. In het centrum lopen veel toeristen, vooral van het type "koffersjouwer" en "strandtoerist". Maar iets verder wordt het rustiger en worden de prijzen ook meer Indonesisch.

Hindoe

Overal in Bali is de Hindoe godsdienst prominent aanwezig. In onze homestay komt men iedere morgen langs om offers te brengen aan de verschillende goden. De goede goden hebben een soort offerhuisje aan de muur hangen, voor de slechte goden, die ondergronds leven, worden kleine bananenblaadjes met een beetje rijst op de grond gezet. Verder is er in de tuin, zoals in iedere Balinese tuin, een stukje afgezet waar tempeltjes staan.

Eén van de vele Hindoetempels op Bali En dan zijn er natuurlijk ook nog de vele publieke tempels. Iedere kleine gemeenschap heeft er minimaal 3. Aan het begin van het dorp staat de tempel voor de stichters ervan, in het midden een tempel voor de "normale" diensten, en aan het eind een tempel voor de doden, inclusief begraafplaats. Maar meestal staan er nog veel meer tempels, gewijd aan één of meer van de vele specifieke goden van de gecompliceerde religie. Ubud bestaat uit meerdere gemeeschappen, vroeger aparte dorpen. Het aantal tempels is dus bijna niet te tellen.

Monkey forest

De belangrijkste straat in Ubud is Monkey Forest Road. Aan het einde van deze lange straat kom je bij het Monkey Forest reservaat. Hier zitten in de bossen vele makaken die je van dichtbij kan bewonderen. Erg grappige beestjes die wel weten dat er bij de toeristen wat te halen valt, maar niet agressief zijn zoals bavianen. Verder in het bos uiteraard een paar tempels. Om daar binnen te gaan moet je een sarong en een zogenaamde tempelsjaal om je middel dragen. Dit staat duidelijk aangegeven en we ergeren ons er dus aan dat sommige toeristen (die van het strand-type) dit negeren.

Processie

Een Hindoeprocessie door de straten van Ubud Op de terugweg naar onze homestay komen we heel veel Balinezen tegen die met hun zondagse sarong richting Monkey Forest lopen. Navraag leert ons dat het vandaag een bepaalde feestdag is en dat er straks een processie door het dorp gaat. We haasten ons dus terug om een douche te nemen en op tijd weer langs de weg te staan. Aanvankelijk denken we dat we toch te laat zijn maar plotseling komt de stoet langs. Eerst mannen bewapend met kris, dan een paar mannen met een soort van chinese draken (maar dan anders) begeleid door mannen met muziekinstrumenten. Vervolgens nog een aantal dames met parasols en dan de grote stoet mensen. Een grappig schouwspel, al hebben we geen idee wat het allemaal voorstelt.

Fietsen

Onze laatste dag in Ubud huren we een paar fietsen om de omgeving te bekijken. Eerst fietsen we naar het oosten en bergop. We komen langs vele houtsnijwinkeltjes en komen uiteindelijk in het dorpje Petulu. Hier zit een grote reigerkolonie, die we vanaf een tentje in de rijstvelden rustig kunnen bekijken. We gaan nog iets verder bergop waarna we een weg terug bergaf nemen door de mooie omgeving met rijstvelden en kleine dorpjes.

Uitzicht op mooie rijstvelden 's Middags gaan we naar het westen. Deze weg daalt eerst sterk in een dal waar een paar rivieren samenkomen. Dan gaat het zeer steil weer omhoog en zijn we zelfs even gedwongen om af te stappen. Maar even later wordt het minder steil en kunnen we weer fietsen. Uiteindelijk komt de weg uit vlakbij een snelstromende rivier, wat mooie uitzichten moet geven. Helaas worden de mooie plekjes echter ingenomen door dure resorts waardoor we geen kijkje in de vallei kunnen nemen. Dan maar weer terug door wat kleine dorpje en langs een erg steile bochtige weg. Onderweg zien we nog een varken ondersteboven worden afgevoerd, ongetwijfeld voor één of andere rituele slachting. Een beetje moe maar voldaan komen we weer terug in Ubud.

Onze paar daagjes Bali hebben ons toch enigszins positief verrast. De unieke cultuur biedt vele mooie dingen in het prachtige landschap. De vele toeristen van het verkeerde type verpesten echter veel. Ze tonen geen respect voor sommige tradities en zorgen ervoor dat de Balinezen alle westerlingen zien als rijke stinkers waar wat te halen valt. Jammer, want Bali heeft veel meer te bieden dan wat de oppervlakkige toerist te zien krijgt.

Ga terug naar: Yogyakarta

Ga door naar: Uitrusten op Gili Air

Ga naar het overzicht van Indonesie

Wereldreis zonder vleugels