Schoon Singapore

Datum: 9-11 April 2002

Op een eiland vlak onder het vasteland van Maleisië ligt de stadstaat Singapore. De voormalige kolonie van Engeland is als zodanig een aantal jaren onderdeel geweest van de onafhankelijke Maleise federatie. De verschillende opvattingen van de welvarende en voornamelijk chinese haven- en handelsstad leidde echter al snel tot een breuk met Maleisië. Voor ons is Singapore de doorvoerhaven naar Indonesië. Maar we willen toch ook wel graag een kijkje nemen in deze, naar verluid, superschone en moderne stad.

Over de causeway

De reis van Mersing naar Johor Bahru per lokale bus verloopt vlotjes. In Johor Bahru moeten we overstappen op ofwel een lokale bus, ofwel een expressbus over de causeway (brug) naar Singapore. We willen de lokale bus kiezen, maar vanwege de enorme rijen daar nemen we toch maar de express, hoewel we ook kaartjes moeten kopen voor onze bagage is die ook nog redelijk goedkoop.

Na een kort ritje moeten we vlak voor de causeway uitstappen voor de douaneformailteiten. Daarna wachten op een nieuwe bus en verder over de 1 km lange brug tot we bij de andere kant er weer uitmoeten. Bij het wachten komen er telkens zo'n 5 gewone bussen langs voor er een express stopt, waardoor de express niet echt sneller is. Dan door naar het centrum van Singapore. De buitengebieden van het eiland zijn welliswaar bewoond, maar kunnen niet tot de stad gerekend worden. Er zijn zelfs nog bossen te vinden, hoewel veel van het oorspronkelijke wild (waaronder tijgers) allang verdwenen is.

Het duurt nog een half uurtje voordat we in het centrum van Singapore zijn. Het is rond het middaguur en oriënteren op de zon is vrijwel onmogelijk omdat hij pal boven ons staat. Maar na even zoeken naar de straatnaambordjes komen we er vlot achter waar we naartoe moeten. Singapore is goed georganiseerd, met een voetpad langs de wegen en straatnaambordjes op iedere hoek. In een half uur lopen we dan ook naar een buurt waar meerdere budget hotels moeten zitten.

Budget hotel?

Budget hotel in Singapore is, in vergelijking met de rest van zuid oost Azië, eigenlijk een contradictie in terminus. De eerste die we bezoeken is vol, op een smerig stapelbed in de lounge na. Nee, dank u. Op weg naar de volgende worden we aangesproken door een vrouwtje in een chinees restaurant die kamers verhuurt. De kamer blijkt schoon en met 35 Singapore dollars (€ 20) redelijk geprijsd dus nemen we hem. Veel goedkoper vindt je ze in Singapore nu eenmaal niet.

Na inchecken en douchen eten we nog wat in het restaurantje. Een Engelsman die hier zo'n beetje woont vertelt ons dat het backpackersgebied rond Bencoolen street vrijwel verdwenen is. Voor tweedehands boekwinkels moeten we naar één van de winkelcentra, waar er nog wel een paar zitten. We besluiten er meteen maar even te gaan kijken.

Raffles Hotel

Onderweg naar het metrostation komen we langs het Raffles hotel. Dit is zo ongeveer het meest prestigieuze hotel van Singapore. In het enorme gebouw zijn ook winkeltjes gevestigd, zodat je er ook doorheen kunt lopen. Dat doen we natuurlijk meteen, waarbij we zien dat de bediening in sjieke kleding rondloopt. We nemen ook nog even een kijkje in de lobby, maar vragen maar niet wat een dorm bed hier kost.

Het openbaar vervoer in Singapore is prettig geregeld met de metro en bussen. Binnen no-time zitten we in de winkelcentrum buurt, voor zover dat niet heel Singapore beslaat. In het bewuste winkelcentrum zijn inderdaad een paar tweedehaands boekwinkels, maar helaas, nergens een tweedehands Lonely Planet Indonesië. Wel nieuwe exemplaren die verrassend goedkoop blijken en omdat er een goede prijs voor onze Thailand versie geboden wordt, besluiten we tot een ruil. We struinen nog wat rond en kopen nog twee leesboeken in een stalletje op straat. Voorlopig dus weer genoeg leesvoer.

Verhuizing

Als we terugkeren op onze kamer komt de eigenaar vragen hoe lang we willen blijven. Hij heeft een brief van de gemeente gekregen dat het water de volgende dag wordt afgesloten. Hij stelt alles in het werk om ons elders onder te brengen en even later zitten we dus in de auto op weg naar Chinatown. Ons wordt verzekerd dat we voor dezelfde prijs in een duurdere kamer mogen verblijven, maar wij vinden hem wat minder dan waar we zaten. Wel hebben we nu airconditioning, al doet-ie het niet geweldig.

Stadswandeling

Vanuit onze nieuwe locatie maken we de volgende dag een stadswandeling. Singapore bevat zo'n 70% Chinezen, opvallend dus dat uitgerekend in Chinatown zowel een moskee als een Hindu tempel staan. In de Hindu-tempel wordt net een ritueel afgehandeld, begeleid door Indische fluit en trom. Wat er precies gebeurt is niet te volgen, maar je waant je toch even in India als je hier loopt.

Op de toeristenkaart staan de bezienswaardigheden handig aangegeven en de volgende is een gerenoveerde Chinese buurt. Mooie oude winkels met veel groen, maar verder weinig interessant. Ook de volgende moskee en Chinese tempel zijn niet zo bijzonder, en dan komen we in de kantoorbuurt met vele hoge gebouwen. Maar tussen die gebouwen staat de festivalmarkt. Een koloniaal uitziend laag gebouw met in het midden een leuk torentje. Binnen is een groot aantal eettentjes in een stervorm om de vele tafeltjes. We eten er wat van een bananenblad voordat we weer verder gaan.

Koloniaal gebied langs de rivier

We komen aan bij de monding van de Singapore rivier in de zee. Op de pier worden ons rondvaarttochtjes aangeboden, maar we komen slechts de mooie Chinese jonk schepen bewonderen. Daarna steken we de brug over waar twee grote theaters gebouwd worden in de vorm van enorme durian vruchten: groot, ovaal met allemaal puntige puistjes, erg lelijk. Het ontbreekt er nog maar aan dat ze net zo stinken als een durian.

Aan de andere kant van de weg is de koloniale wijk. Op een enorm grasveld werd vroeger cricket gespeeld door de Engelsen. Er omheen staan oorlogsmonumenten en andere herdenkingstekens. En aan de andere zijde van het veld de gebouwen: town hall, parlementsgebouw en, de mooiste, het victoriagebouw met standbeeld van Stamford Raffles, de "ontdekker" van Singapore.

Terug aan de rivier nog meer koloniale herinneringen. Een mooie brug, de plek waar Raffles voor het eerst aan land kwam (met weer een standbeeld), en de oude kades waar vroeger de handel gedreven werd. Nu zitten ze vol met dure restaurants, speciaal voor de toeristen.

Park

We lopen langs de rivier richting Fort Canning park. Dit park ligt op een heuvel en is genoemd naar het fort dat hier eens stond. De wandeling heuvelop is mooi en wordt begeleid door geschiedkundige wetenswaardigheden op bordjes. Van het fort is nog slechts een lelijke poort over en de heuvel dient nu vooral als waterreservoir. Drinkwater is het grootste probleem in Singapore, dus ze proberen zoveel mogelijk op te vangen. Verder staat er nog een groot gebouw en terrein waar feesten kunnen worden gegeven.

's Avonds nemen we een kijkje langs Boat Quay, de kade langs de rivier. We hebben dan al gegeten dus zijn de vele aansporingen om de restaurants te bezoeken niet aan ons besteed. Ook een drankje doen we er niet: veel te duur. In plaats daarvan kopen we een grote fles pils in de supermarkt en drinken we die op een bankje aan de kade op. Dat is de manier waarop backpackers het hier plegen te doen. Laat de koffersjouwers maar duur doen.

Sentosa

Behalve het hoofdeiland bestaat Singapore ondermeer ook nog uit het eiland Sentosa. Dit eiland is uitgebouwd tot een groot resort en pretpark. Wij willen er wel eens een kijkje nemen, vooral voor de onderwaterwereld en dolfijnenshow. Een snelle rekensom leert ons dat we dan net zo goed een voordeelpakket kunnen nemen, waarbij we meer attracties kunnen bekijken.

Een ferryboot brengt ons naar Sentosa, hoewel er ook gewoon een brug ligt. Op het eiland stappen we vervolgens op de monorail, die in een traag tempo langs de attracties gaat. De eerste stop is direct onderwaterwereld. Hier zien we vele aquariums met mooie tropische vissen. We herkennen er een aantal van het snorkelen, en schieten daar wat fotootjes van. Dan het belangrijkste: de tunnel onder de hoofdtank met haaien, roggen en andere vissen. Blijft toch altijd een mooi gezicht, zeker als ze gevoerd worden.

Geschiedenis in wassen beelden

De volgende stop is fort Siloso. Dit is een echt Engels fort waar men nu met wassen beelden en geluidsfragmenten de sfeer van weleer doet herleven. Erg leuk gedaan en, hoewel langdradig, zeer informatief. We stappen weer op de monorail die ons nu in het centrum van Sentosa afzet. Hier gaan we eerst naar het vlinderpark en insectenmuseum.

Dan lunchen en door naar "Images of Singapore", een tentoonstelling over de geschiedenis en cultuur van Singapore. We zien hoe na de komst van de Engelsen vele Chinezen hier hun heil kwamen zoeken. Wederom met wassen beelden worden de armoedige leefomstandigheden van hen uitgebeeld. Ook de oorlog wordt uitgebreid belicht, ondermeer dat het fort de verkeerde kant op gericht stond: de Jappen kwamen via Maleisië! Tenslotte de festivallen zoals de Chinezen en Indiërs die plegen te houden. Allemaal weer zeer uitgebreid, maar interessant.

Dolfijnen

Dan gaan we richting dolfijnenshow. De monorail komt daar niet dus moeten we een eindje wandelen. Als we te vroeg aankomen nemen we nog een ritje met de strandtrein. Die komt ondermeer langs een eilandje met daarop het "zuidelijkste punt op het vasteland van Azië". Beetje vreemde benaming voor een punt op een eiland dat voor een eiland ligt dat voor een eiland ligt.

Als Sabine bij de show wat drankjes gaat halen wordt Patrick benaderd om vrijwilliger te zijn. Uiteraard wil hij dat en ook Sabine mag meedoen. Een beetje zenuwachtig wachten we op instructies en op het begin van de show. We worden voorgesteld aan het publiek en de dolfijnen maken ook hun entree. Dan mag Patrick in het water om de dolfijnen aan te raken, hun tanden te voelen, spuitgat te testen en te dirigeren waarbij ze gaan fluiten. Sabine is daarna aan de beurt en moet eerst hoepelen (de dolfijnen kunnen dat beter) waarna ze in het water een kusje krijgt en ze ook mag aanraken. Erg gaaf allemaal. De rest van de show is ook mooi maar wij zijn vooral onder de indruk van ons directe contact met deze fantastische dieren.

Zeemeerleeuw

Als laatste item op ons ticket staat de beklimming van de Merlion, oftewel zeemeerleeuw. Vanaf deze toren, gebouwd naar de mythische visleeuw die Singapore ooit moet hebben gered, heb je een mooi uitzicht over Sentosa, Singapore met zijn havens, en de Riao eilanden van Indonesië. Weer beneden lopen we richting uitgang, maar daarbij komen we langs de arena van de fonteinenshow, die na de schemer begint. Hier wachten we dus maar even op en niet ten onrechte. Met mooie licht en geluidseffecten wordt van alles uitgebeeld, deels geprojecteerd op een muur van opspuitend water. Erg mooi en een mooie afsluiting van een dagje Sentosa.

Singapore blijkt een bijzondere stad. Hoewel niet zo schoon als verwacht, (er liggen wel degelijk hier en daar sigarettenpeuken) is het gebrek aan open riolen en vuilnisbelten een verademing in Azië. Het hakt wel in je budget in vergelijking met de omringende landen, maar zal toch iets goedkoper dan Nederland zijn, op het bier na dan. Er is nog genoeg te zien van de Engelse periode, en ook de Chinese en Indische cultuur is duidelijk aanwezig. Met ook nog een pretpark-resort eiland is het dus een ideale stop-over, zowel voor lange vlieg- als overlandreizen.

Ga terug naar: Mersing en Robinson's eilanden

Ga door naar: De Minangkabau van West-Sumatra

Ga naar het overzicht van Maleisië en Singapore

Wereldreis zonder vleugels