Gastenboek E-mail update Reislinks

Taman Negara: de jungle


Belevenissen vooraf
Voorgaande reizen
Algemene zaken
Europa
Rusland
China
Vietnam
Cambodja
Thailand
Maleisië en Singapore
Indonesie
Laos
Turkije
Griekenland
Italie
Afrika
Weer thuis

Datum: 24-28 Maart 2002

Vanuit Kota Bharu nemen we de zogenaamde jungletrein naar Jerantut. De trein rijdt voor een groot deel door de jungle en dat levert dus mooie uitzichten op. Jerantut is slechts doorvoerhaven voor toeristen op weg naar Taman Negara. Dit nationale park bevat het oudste oerwoud ter wereld. Het gebied is nooit verwoest door ijstijden of wat dan ook. Alleen de mensheid vormt nu een bedreiging.

Help yourself Guesthouse

Door een storing moet de trein halverwege een wagon wisselen. Dit levert twee uur vertraging op, maar dat schijnt hier heel normaal te zijn. In Jerantut gaan we met de Aussies Paul en Sharon, die we in de trein ontmoet hebben, op weg naar Green Park Guesthouse. Deze staat het best aangeschreven in onze reisgids en geeft briefings over de jungle. Het guesthouse blijkt niet veel voor te stellen, en we worden er aan ons lot overgelaten. De energie van het personeel wordt blijkbaar vooral in het resthouse gestoken even verderop. We redden en vermaken ons echter prima met Paul en Sharon, een Zweed en een Engelse die net uit de jungle terugkwam.

De briefing over de jungle die we 's avonds in het resthouse krijgen valt wat tegen. De eigenaar, een junglegids, is er niet en zijn zoon heeft niet veel te vertellen. Maar we kunnen wel de bus, boot en entreetickets voor het park kopen, wat we dus maar doen.

Naar de jungle

De bus brengt ons de volgende morgen naar Kuala Tembeling, waar we op de boot gezet worden. De boottocht is prachtig, waarbij Sabine direct een paar otters ziet. De rest van ons ziet niet veel meer dan bossen en heuvels maar het is toch een mooie trip.

De boot komt aan in Kuala Tenga. Dit dorp ligt aan de andere kant van de rivier dan het hoofdkwartier van Taman Negara. Bij het hoofdkwartier ligt een resort, waar je voor veel geld kunt logeren. In het dorp is goedkopere accommodatie en dus gaan we op pad. Met onze bepakking klimmen we de heuvel op naar een plek waar ze volgens de mensen bij de boot mooie, goedkope bungalows hebben. Het blijkt echter een heel eind lopen in de enorme hitte en eenmaal aangekomen is het vol. We zijn flink nijdig dat men ons hierheen stuurt terwijl het vol is, maar druipen af en lopen maar weer terug. Halverwege vinden we een guesthouse wat nog wel kamers heeft en daar nemen we onze intrek.

Het Hoofdkwartier

Na een douche en een welverdiende maaltijd gaan we meteen maar even het park in. Een bootje zet ons over en bij het hoofdkwartier bekijken we de verschillende mogelijkheden. Het blijkt dat je zelf wandelingen kan maken de jungle in. Er zijn paden aangegeven en er is een, weinig duidelijk kaartje met routes. Er zijn ook georganiseerde tochten met een gids, en we besluiten de nachtwandeling te nemen, zodat we direct weten wat er 's nachts allemaal om ons heen bevindt.

Eerst gaan we echter zelf op pad. We lopen door het resort met mooie luxe bungalows en gaan dan de jungle in. Een pad leidt ons na een paar honderd meter naar een hide. Dit is een schuilplaats vlakbij een plek waar veel dieren (kunnen) komen. We nemen er even plaats en zien een paar mooie vogels en eekhoorns. Pikken we toch alvast even mee.

Nachtwandeling

De nachtwandeling begint met een kijkje in het moerasgebied achter de bungalows. We horen allerlei geluiden om ons heen maar zien niet veel. Totdat de lantaarn van de gids recht in de ogen van een wild hert schijnt. Hij noemt dit de bonus van de avond omdat we vooral naar insecten op zoek gaan. Hij zoekt nog even door omdat hij nog een civet (katachtige met lange snuit) hoort, maar helaas. Toch goed om te weten dat dit wild al zo dicht bij het resort voorkomt.

We lopen verder de jungle in waarbij de gids nu vooral op insecten let. Hij toont ons verschillende spinnen, wandelende takken, mieren en sprinkhanen, allemaal een tikkie groter dan we in Nederland gewend zijn. Ook zien we verse sporen van wilde zwijnen en horen we ze later ook, waarschijnlijk voor ons op de vlucht. Al met al een leuke tocht, waarbij we weer wat meer leren over de jungle.

Paden in de jungle

De volgende morgen vroeg op pad. We gaan nu een flinke tocht maken heuvel op. De paden in de jungle blijken erg vaak bewandeld en kapmessen hebben we dus bepaald niet nodig. Toch loopt het niet geheel gemakkelijk steil heuvelop waarbij de wortels van de bomen als traptreden fungeren. Onderweg weer veel mieren en vlinders en geluiden van wat prachtige vogels moeten zijn. Eenmaal boven op de heuvel genieten we van het prachtige uitzicht. Lang rusten we echter niet uit, omdat we aangevallen worden door de mggen.

Vanaf de heuvel gaan we richting de canopy walk. Dit is een hangbrug hoog in de toppen van de bomen. Zo krijg je een indruk van wat er op die hoogte allemaal leeft. Nou, met de herrie die de toeristen maken niet veel groot wild dus. Toch is het een mooie attractie. De uitzichten zijn prachtig en je ziet goed de verschillende soorten bomen op deze hoogte. Vreemd ook dat de muggen vooral op grotere hoogte actief zijn.

Orang Asli

In de namiddag hebben we een tochtje naar de Orang Asli geboekt. Deze oorspronkelijke bewoners leven nog in de juungle, waarbij ze op wild jagen en vissen in de rivier. We zien ondermeer hoe ze vuur maken en de blaaspijp bedienen. En natuurlijk mogen we zelf ook even proberen. Leuk om deze mensen te zien, maar we hebben de indruk dat de toeristen het een beetje verpesten. We ergeren ons aan een toerist die een hele zak met westers snoep en zelfs sigaretten aan ze geeft. Op deze manier krijgen ze een verkeerd beeld van de wereld en zullen ze uiteindelijk geneigd zijn om ook naar de stad te trekken, met alle gevolgen vandien.

In de avond eten we veelal in de restaurants op het water. De kwaliteit van de maaltijden verschilt er echter nogal. De restaurants fungeren ook als opstapplaats voor de bootjes naar de overkant en dus komen de toeristen toch wel, ook al is het voer matig. Het loont dus om een restaurant wat verder op de rivier te kiezen. Is ook veel romantischer trouwens.

Overnachten in een hide

Voor de laatste nacht hebben we een plekje in een hide gereserveerd. Het wild komt daar meestal in de nacht en dus zijn er slaapplekken gemaakt. We willen een hide uitkiezen ver van het resort, maar er blijken er maar twee beschikbaar. De verste hide is namelijk verwoest door een paar olifanten (!) en een paar anderen zijn in onderhoud.

De twee overgebleven hides liggen zo'n 3 kilometer van het hoofdkwartier, toch nog een flinke wandeling. Het pad volgt grofweg een riviertje, en loopt langs richels, over boomstammen en bruggetjes, erg mooi. Af en toe zien we een hagedis wegschieten en verder vooral vlinders. Als we er bijna zijn moeten we de rivier over. De bodem is bedekt met keien en het snel stromende water staat zo'n halve meter diep. Op onze blote voeten en met de kleding op de rug balanceren we naar de overkant en we zijn blij dat alle spullen droog overkomen.

Rivier

Onze hide blijkt dus vlakbij de rivier te liggen. We zijn de eersten die arriveren (er zijn 7 slaapplaatsen) en we installeren onze spullen. Bij het graasgebiedje waar de hide op uitkijkt is niets te zien dus gaan we maar naar de rivier. Daar gaan we even heerlijk zwemmen totdat we iets op de kant zien en horen. We gaan op onderzoek uit en het blijkt een flinke zwarte fazantachtige met een grote witte pluimstaart. Hij is natuurlijk nogal schuw en we achtervolgen hem een tijdje totdat we een beetje een foto kunnen schieten. Dan neemt hij echter de benen.

We gaan weer terug naar de rivier om nog wat te zwemmen en langs de oever te zitten. Het is een prachtig stekje waar we veel ijsvogels zien. Dit zijn kleine gekleurde vogels met grote snavels die de vissen zo uit het water plukken. Dit is eigenlijk een veel plezierigere plek om te zitten dan de hide. Alleen 's nachts zitten we dus in de hide, de rest van de tijd aan de rivier.

In de hide zijn inmiddels de anderen gearriveerd, twee canadezen en drie tsjechen. We hebben niet echt een schema ofzo voor het waken bij het uitzicht. Toch is er bijna altid wel iemand op. Als Sabine weer eens gaat kijken ziet ze een wild hert staan. Iedereen wordt wakker gemaakt om het dier te bewonderen. Dit is echter helaas het enige wild vandaag. Wel zijn de geluiden van de jungle prachtig in de hide en aan de rivier, vooral tijdens de schemering.

Op de weg terug nemen we nog even een kijkje bij de andere hide. Deze ligt aan een beekje waar het wild kan komen drinken. Later horen we van Paul en Sharon, die hier overnachtten, dat ze hier een beer hebben gezien. Mazzelaars. Wij zien onderweg nog wel twee verschillende soorten apen en wat hagedissen.

In de boot terug naar Kuala Tembeling zien we dus weer Paul en Sharon. Ook Kim en Rik, Hollanders die we ook in Jerantut al tegenkwamen, zitten er weer op. Sowieso veel Hollanders in Maleisië. De tocht terug is weer net zo mooi als heen, al zijn we bang dat we moeten peddelen als halverwege de motor het begeeft. Maar hij komt weer aan de praat en we bereiken veilig Kuala Tembeling, en met de bus Jerantut. Daar boeken we de nachttrein naar Kuala Lumpur en zit ons oerwoud avontuur er weer op.

Ga terug naar: Kota Bharu: Islamitisch Maleisië

Ga door naar: Kuala Lumpur: de culturele mix

Ga naar het overzicht van Maleisië en Singapore

Wereldreis zonder vleugels