Gastenboek E-mail update Reislinks

Kota Bharu: Islamitisch Maleisië


Belevenissen vooraf
Voorgaande reizen
Algemene zaken
Europa
Rusland
China
Vietnam
Cambodja
Thailand
Maleisië en Singapore
Indonesie
Laos
Turkije
Griekenland
Italie
Afrika
Weer thuis

Datum: 21-24 Maart 2002

Tollen, de nationale sport van Maleisie

Vanuit Thailand betreden we Maleisië aan de oostkust. Deze kant van dit land is het strengst moslim. Vrijdag is hier dus de rustdag en vrouwen worden geacht benen en armen te bedekken. Alcohol en varkensvlees zijn moeilijk te vinden en men streeft ernaar de islamitische wet in te voeren, met het afhakken van handen van dieven etcetera. Vooralsnog met weinig succes echter, de Maleisische regering houdt ook hier rekening met de andere aanwezige groeperingen, met name chinezen en indiërs.

Een minibusje brengt ons van Hat Yai naar de grens met Maleisië. We ondergaan weer alle grensformaliteiten en ook deze keer mogen we weer zomaar het land in. Eenmaal binnen moeten we eerst een paar honderd meter lopen waar we geld kunnen wisselen en verder vervoer kunnen regelen. We worden een beetje van kastje naar muur gestuurd maar uiteindelijk wordt duidelijk dat de bus naar Kota Bharu aan de weg zal stoppen.

Als de bus stopt zit deze vol met moslim kinderen die net uit school komen. Ze dragen allemaal een uniform, (zoals we dat overal in Azië al gezien hebben) met hoofddoek of de jongens een moslimpetje. Na wat haltes stappen de meesten uit en kunnen wij toch een zitplaats bemachtigen. De rit verloopt snel en binnen een uur zijn we in Kota Bharu.

Paniek!!

In de stad gaan we op zoek naar een guesthouse. Na er een paar bezichtigd te hebben in het centrum komt Patrick er achter dat onze portemonnee verdwenen is. Shit wat nu. Eerst maar een geschikte plaats vinden om te overnachten, wat we net buiten het centrum vonden in Rebana guesthouse, Een knus huisje met een tuintje en aardige mensen.

Toen maar naar het politieburo om aangifte te doen. Gelukkig was het bij de grens niet gelukt om geld te pinnen, dus zat er niet zo heel veel waardevols in, behalve wat pasjes en wat dollars. Daarna naar het centrum om geld te pinnen met de creditcard die niet in de portemonnee zat. Op de terugweg ziet Sabine dan de bus waarmee we naar Kota Bharu zijn gekomen. Toch maar even kijken of ze hem misschien gevonden hebben. We vragen het aan de buschauffeur, maar die spreekt geen engels en snapt er niets van. Net als we het op willen geven komt de bijrijder aangelopen, we willen het net aan hem vragen als hij uit zijn broekzak onze portemonnee te voorschijn haalt. Yes!! Er bestaan toch nog eerlijke mensen. We bedanken hem hartelijk en hebben dus echt geluk gehad. Alles zit er nog in.

Regen

Voor het eten kiezen we een shoarmatentje uit. Erg lekker. Dan gaan we nog even het stadje bekijken, maar we komen niet ver. Donkere wolken pakken zich samen en terwijl we teruglopen naar ons guesthouse barst er een flinke bui los. We schuilen bij een chinees winkeltje en als het ergste voorbij is lopen we door.

Het wordt die avond niet meer droog en ook de volgende morgen regent het nog. We horen echter dat deze buien niets zijn vergeleken met wat men de dagen ervoor te verwerken kreeg. Na 3 maanden droogte heeft het verschrikkelijk geonweerd. En dat terwijl het juist andersom hoort te zijn: regen tot maart en daarna droog.

Met de middag klaart het op en kunnen we de stad eens gaan bezichtigen. Helaas is het vrijdag en dan nemen de moslims een vrije dag. Zo'n beetje alles is dus gesloten en wij bekijken dus alleen de buitenkanten van de musea. Wel lopen we nog even door de centrale markt, een groot achthoekig gebouw waarbinnen de verse waren staan uitgestald. Het ruikt er niet zo heel fris en dus staan we snel weer buiten.

Musea

Op zaterdag maken we nogmaals een rondje door de stad. Ditmaal is wel alles open en we bezoeken eerst het islamitisch museum. Veel leren we niet van het uitgestalde, Alleen dat er een soort speciale islam-opleidingskampen zijn. Verder zien we islamitische kleding, wapens, schalen, geschriften etcetera. Het interessantst waren nog de foto's uit het straatleven van verschilllende andere islamitische landen.

We gaan op zoek naar het museum van handwerkkunsten. Na een korte wandeling vinden we die ook, en hierin zien we houtsnijwerken, zilver, en batik. Wel aardig, maar ook al niet bijzonder. We laten het hier dus maar bij voor wat de musea betreft.

Cultureel centrum

's Middags gaan we richting het cultureel centrum, waar demonstraties gegeven worden van folkloristische activiteiten. Als we denken het cultureel centrum gevonden te hebben, een soort grote festivalmarkt, gaan we op zoek naar die activiteiten, maar met weinig succes. Wel ontmoeten we een groepje hollanders op een terrasje. Zij hebben het nagevraagd en het zou op het podium naast het terras moeten gebeuren. We kletsen wat onder het mom van "dus jullie zijn van die ...eh... backpackers?" Inderdaad, waarna wij hun "soort" voortaan betitelen als koffersjouwers. Uiteindelijk blijken we toch verkeerd te zijn en gaan we maar weer verder zoeken.

Uiteindelijk vinden we het eigenlijke culturele centrum. Het betreft niet veel meer dan een paar kraampjes op een grasveldje, waarbij een groepje mannen de verschillende activiteiten demonstreert. Het vliegermaken is dan al voorbij, maar we zijn nog wel op tijd voor het tollen. Iedere man heeft een eigen tol, waar hij zorgvuldig een touw om draait. Dan gooit hij hem met een flinke zwiep op een plateau, waarna een andere man hem er met een soort houten spatel weer vanaf schept om hem op een pin te zetten. Al draaiend worden ze dan weggezet en degene die het langst draait heeft gewonnen. Leuk, maar zo'n tol kan wel twee uur blijven draaien dus erg veel activiteit zit er niet in.

We moeten een heel eind omlopen voor ons eerste sateetje in Maleisië. Saté is typisch Maleis, maar vreemd genoeg zijn er niet zo veel plekken waar het verkocht wordt. Er zijn veel meer chinese en indische restaurants dan maleisische, vandaar. Het omlopen was echter wel de moeite waard.

Vleermuizen

Terug in ons guesthouse vliegen de vleermuizen ons om ons hoofd. Het houten huis is aan één zijde open waar je heerlijk op een soort veranda kan zitten. In de gang naar de kamers brandt echter een lamp, waar vliegen en muggen op af komen. De vleermuizen komen daar weer op af en vliegen af en aan door de gang. De eigenaar van het guesthouse moet lachen als hij ons ziet wegduiken. "Too much Steven Spielberg movies" zegt hij. Dat maakt ons westerlingen bang voor onschuldige spinnen en vleermuizen. En we moeten hem gelijk geven.

Zondagmorgen vroeg vertrekken we uit Kota Bharu. Het islamgehalte van dit stadje is ons alles meegevallen. De mensen zijn heel aardig (en eerlijk!!) en er is verder niet al te veel te merken van het stricte geloof. Hoewel de musea wat tegenvallen is het een leuke plek om wat van de Maleisische cultuur op te snuiven.

Ga terug naar: Hat Yai en Songkla in Zuid-Thailand

Ga door naar: Taman Negara: de jungle

Ga naar het overzicht van Maleisië en Singapore

Wereldreis zonder vleugels