Gastenboek E-mail update Reislinks

De trein naar Battambang


Belevenissen vooraf
Voorgaande reizen
Algemene zaken
Europa
Rusland
China
Vietnam
Cambodja
Thailand
Maleisië en Singapore
Indonesie
Laos
Turkije
Griekenland
Italie
Afrika
Weer thuis

Datum: 20 Februari 2003

De trein in Cambodja

Woensdag is het dan zover. Sabine is genoeg opgeknapt om de treinreis naar Battambang te ondernemen. We hebben flink overwogen hoe we vanuit Phnom Penh verder zouden trekken. De wegen in Cambodja zijn dramatisch slecht. Wat ze hier snelweg noemen zou in Nederland eerder een bospad genoemd worden. De boot direct naar Siem Reap is een alternatief, maar schrikbarend duur. En dan is er altijd nog de trein. Er is een enkelspoorsverbinding met Battambang, die sinds een paar jaar weer veilig heet te zijn. Probleem is wel dat hij erg langzaam gaat: zo'n 25 km per uur. Hij doet dus minimaal 12 uur over de 300 km, maar het schijnt een belevenis te zijn. Dus trekken we de stoute schoenen aan en gaan op pad.

Een plekje zoeken

We laten ons ruim op tijd, 5.45 uur, op het station afzetten om rustig een kaartje te kunnen kopen. We moeten wel de buitenlanderprijs betalen (3 keer de gewone prijs) maar dit is nog goedkoop dus alla. Als we het perron oplopen merken we dat we niet de eersten zijn. De trein blijkt te bestaan uit twee wagons met houten banken plus nog een paar veewagens, ook voor passagiers. Omdat we de veewagens niet zien zitten stappen we in de andere wagons maar zien al snel dat de zitplaatsen vergeven zijn. Wel kunnen we onze rugzakken nog in de rekken kwijt en wachten maar af wat er gaat gebeuren.

De wagon is niet bepaald van het nieuwste type. De ramen aan de ene zijde staan allemaal open maar aan de andere zijde is dat niet nodig, daar zijn geen ramen meer. De houten platen aan het plafond zijn voor een groot deel kapot en omdat de gaten in de metalen buitenkant niet afgedekt zijn kun je zo naar buiten kijken. Iets wat trouwens door verkopers gebruikt wordt om sigaretten door te geven aan de mensen die op het dak meerijden. Op het dak kom je overigens niet met een ladder maar door door het raam te klimmen. Wij passen maar voor die luxe zitplaatsen.

Al snel bieden de vriendelijke Cambodjanen ons een plaats op de harde dunne armleuning aan, maar dan is staan nog beter. Ook wil men nog wel inschikken zodat er drie mensen op een bank passen, maar ook dat valt niet mee. Aan het eind van de wagon nemen twee enorme koelboxen en een stapel waterflessen met de twee mensen die erbij horen in totaal 8 zitplaatsen in. De enige andere toerist in de trein, een Australisch meisje, heeft daar wat van verplaatst om er tussen te passen en Patrick besluit hetzelfde te doen. Vanwege de koelbox kan hij niet rechtuitzitten, maar zijwaarts ken net. Sabine zit inmiddels op de achterleuning van een bank met haar benen op de zitplaats. En wanneer iemand weggaat heeft ze plots ook een echte zitplaats. Prettig geregeld!?

Vertrek

De trein is dan nog steeds niet vertrokken. Het is inmiddels half 8 en we hebben dus al meer dan een uur vertraging. Het ergste is nog dat we niet weten waarom. Er is al wel iemand langs gekomen om ons een hotel in Battambang aan te smeren (hoe is het mogelijk met 3 toeristen in een trein) maar die weet ons ook niet te vertellen wat er aan de hand is. Als er plots een toeter klinkt denken we dat het zover is. Maar nee, de enige andere trein blijkt te vertrekken (naar de enige andere bestemming). Even later is het dan toch zover, met een paar schokken merken we dat we aan een locomotief gekoppeld worden en met 2 uur vertraging zet de trein zich om 8.15 uur in beweging.

Interieur van de trein Tergend langzaam rijdt de trein langs een rangeerterrein. We zien hier vooral (nog) oude(re) wagons die nu gebruikt worden om kleren aan te hangen om te drogen. We komen door de wat mindere wijken van Phnom Penh, waar men praktisch op de rails leeft. Al snel maken we onze eerste stop. Er zouden er nog vele volgen en het wordt alleen nog maar drukker in de trein. Al snel stappen er ook vele verkoopsters in, met allemaal etenswaar in schalen op hun hoofd. Maar wij hebben niet echt veel trek in 10-kikkers-aan-een-stokkie, gefrituurde kakkerlakken of gebakken vis. De rest van de passagiers smult er echter van en wij kijken met lede ogen toe hoe men de kikkers pootje voor pootje opeet.

De ijskoffie fabriek

Dan wordt Patrick vriendelijk doch dringend verzocht op te staan. De koelbox gaat open en blijkt vol ijs te zitten. De verkoper gaat aan het werk om vele kleine plastic zakjes met ijs te vullen. Wanneer hij er een groot aantal heeft vult hij ieder zakje met een scheut donker spul uit een flesje en doet er een elastiekje om. Als het flesje leeg is verschijnt er een jerrycan met nog meer spul, wat later koffie blijkt te zijn. De zakjes worden in een kleine koelbox geladen en men gaat op weg om te verkopen zodat Patrick weer kan gaan zitten. Dit tafereel zou nog vele malen herhaald worden.

Het wordt maar voller en voller in de wagon. Patrick zit met een been onder de armleuning door en op die armleuning is weer iemand anders gaan zitten, praktisch bij hem op schoot dus. Iedere vierkante centimeter om Sabine is inmiddels ook gevuld met mensen die bovendien nogal morsig zitten te eten. Binnen no-time ziet de vloer er niet meer uit, voorzover die tenminste tussen de lichaamsdelen te zien is.

Schudden

Ondanks de geringe snelheid van de trein schudt hij flink heen en weer. Regelmatig maakt hij daarbij enorme klappen op het verste punt van uitwijking. We vragen ons af hoe scheef de rails eigenlijk liggen en of het mogelijk is dat de trein om kan slaan. Niemand schijnt zich er echter al te druk om te maken en wij dus ook mar niet. Later, lang na aankomst in Battambang, horen we dat angst voor omslaan een belangrijke reden voor veel locals is om niet per trein te reizen.

De tussenstops van de trein zijn soms maar erg kort. Toch ziet men dan nog kans om lange planken of bossen takken op het dak te duwen, waar ze dan blijkbaar worden aangepakt. In Pursat, een grote stad halverwege de route, wordt veel hout weer afgeladen, maar het wordt ons niet duidelijk of hier nou gehandeld wordt of niet.

Het is inmiddels al middag en Battambang is nog maar 100 km ver. Hoelang de trein daarover gaat doen weet echter niemand. We hebben inmiddels contact gelegd met iemand die de reis onderneemt voor een bruiloft in Battambang. Hij weet ondermeer dat de trein wat langer in Pursat zal stilstaan, wat Sabine de gelegenheid geeft voor een sanitaire stop. Het toilet hier is overigens gewoon een afgezet stukje land.

Vuur

Uitzicht Het landschap dat we passeren is over het algemeen vlak en weinig begroeid. De meeste rijstvelden liggen er dor bij, het planten begint weer als het in Mei weer gaat regenen. Er is ook veel dor land dat niet gebruikt wordt voor de landbouw. Op dat land zien we wel regelmatig vuur, wat preventief aangestoken is om grotere bosbranden in dit droge seizoen te voorkomen. Eenmaal woekert het vuur zo dicht bij de rails dat de hitte door de open ramen voelbaar is, waardoor iedereen aan de ene zijde van de trein, inclusief Patrick, als in een stadion-wave opspringt.

Commotie

Dan is er plotseling een hoop commotie achter ons. Iedereen in het stuk tussen de twee wagons staat op om achteruit te kijken. Blijkbaar is er iets uit de trein gevallen. Even later begint iedereen wat lacherig met elkaar te praten. We horen dat niet iets, maar iemand uit de trein gevallen is, en wel vanaf het dak tussen de twee wagons door. De laatste wagon is dus over hem heen gereden, maar men zag hem weer opstaan, dus niets aan de hand. De trein rijdt ook gewoon door, en men zegt dat het toch maar een dronken bedelaar is die dagelijks op de trein zit. En iedereen gaat dus weer rustig zitten.

Het begint inmiddels te schemeren en we worden getrakteerd op een prachtige zonsondergang. Het is wat rustiger in de trein nu en we hebben dus wat meer ruimte om comfortabeler te zitten. Het is niet zo ver meer maar de trein moet nog wel een flink aantal stops maken. In het donker zien we dat in de dorpjes nauwelijks kunstlicht gebruikt wordt. Het enige licht dat we zien komt vreemd genoeg van televisietoestellen. De enige electriciteit die men in deze dorpjes heeft komt van autoaccu's. En het belangrijkste wat je daarmee voedt is natuurlijk je TV.

Dan, eindelijk, Battambang. Onze nieuwbakken vriend vertelt ons dat we goed op onze spullen moeten letten zodra de trein stilstaat. We binden onze rugzakken dus alvast maar om en inderdaad, in no-time klimmen kleine jongetjes over de banken op zoek naar iets waardevols. We verlaten maar gauw de trein en er zijn direct mensen die ons een hotel aanbieden. We nemen eerst afscheid van onze vriend en gaan dan maar mee naar het aangeboden hotel, te moe om zelf te gaan zoeken.

Ga terug naar: Phnom Penh

Ga door naar: Het platteland rond Battambang

Ga naar het overzicht van Cambodja

Wereldreis zonder vleugels