![]() |
|
|||||||||||||||||||
![]() |
|
Phnom Penh |
![]() |
|||||||||||||||||
![]() |
|
Datum: 13-20 Februari 2002
Per boot reizen we over de Mekong Cambodja binnen, om uiteindelijk via een klein stukje bus in de hoofdstad Phnom Penh aan te komen. Deze flinke stad bestaat uit slechts een klein aantal asfaltwegen, met daartussen een flink aantal onverharde straatjes. Hierdoor heerst er een rustige sfeer in een toch drukke stad, die naast de Rode Khmer gevangenis en nabijgelegen killing fields ook nog het koninklijk paleis en wat tempels als bezienswaardigheden heeft. Eerste indrukkenMet de boot arriveren we bij de grens van Cambodja. Eerst natuurlijk wat formaliteiten om Vietnam uit te kunnen, en dan krijgen we wat formulieren om in te vullen om Cambodja in te kunnen. Met die formulieren gaan we naar de grens, steken die over, maar dan begint het pas. Met een speedboot gaan we verder naar een politiepost, waar men met onze paspoorten in een gebouw verdwijnt om een uurtje later pas weer met gestempelde exemplaren terug te komen. Dan de boot weer in om 100 meter verder te moeten stoppen voor een controle van de bagage. 100 meter verder weer een controle, maar dit keer mogen we door. De boot vaart met grote snelheid over de Mekong aan de Cambodjaanse kant van de grens. De rivier is erg breed maar het is ons direct duidelijk dat de oevers minder dicht bevolkt zijn dan in Vietnam. Als we een paar uur later overstappen op een bus worden meer verschillen duidelijk. De Cambodjaanse huizen zijn bijna allemaal van hout en staan op palen. De huizen verschillen in grootte maar de stijl is hetzelfde. Bij de meest eenvoudige hutten is het hout vervangen door bladeren, maar het blijft stijlvol.
Na een paar uurtjes hobbelen over de "snelweg" komen we aan in Phnom Penh. Het is hier op het eerste gezicht weer aardig druk met brommertjes maar op het tweede gezicht is dit alleen op de hoofdwegen het geval. Deze wegen zijn geasfalteerd, terwijl de rest van de straten bestaat uit stenen en zand. Voordeel is dat het op die wegen heerlijk rustig is en langs een dergelijke weg kiezen we ons hotel. De Rode Khmer
De rest van de dag struinen we door Phnom Penh. Nog ietwat onder de indruk proberen we ons een voorstelling te maken van wat hier allemaal veranderd moet zijn in de laatste 30 jaar. Voor 1975 woonden hier 2 miljoen mensen. Direct na het binnenvallen van de Rode Khmer (aanvankelijk met vreugde begroet) werd de stad leeg geveegd, iedereen moest naar het platteland. En na de bevrijding van 1979 is de bevolking of wat daar van over is langzaam weer teruggekeerd. Maar omdat er geen eigendomspapieren waren kon iedereen een nog leeg huis claimen, zodat bijna niemand in zijn eigen huis terugkwam. Nu bedraagt de bevolking 1 miljoen mensen. We komen langs vele mooie gebouwen, ons afvragend of die van voor of na het regime zijn. Veel koloniale huizen staan er nog, evenals het onafhankelijkheidsmonument en het koninklijk paleis. De meeste tempels echter zijn van na 1980 of herbouwd. Koninklijk Paleis
Killing Fields
PolitiekIn de auto naar de killing fields bespreken we de huidige situatie van Cambodja met de chauffeur. Sinds een paar jaar is het pas weer veilig in het land nu de laatste Rode Khmer soldaten zich hebben overgegeven. Toch is de politieke situatie nog niet echt stabiel. In 1997 heeft de ene regeringspartij, die de steun van het leger heeft, de andere min of meer verjaagd, zodat men de absolute meerderheid kreeg. Nu zijn er weer net lokale verkiezingen geweest, waarbij de regeringspartij gewonnenn heeft. Volgens onze chauffeur niet omdat de mensen dat willen, maar omdat men bang is dat er anders weer gevochten gaat worden.
Ga terug naar: De Mekong Delta Ga door naar: De trein naar Battambang Ga naar het overzicht van Cambodja |