Gastenboek E-mail update Reislinks

Hanoi: Brommers door nauwe straatjes


Belevenissen vooraf
Voorgaande reizen
Algemene zaken
Europa
Rusland
China
Vietnam
Cambodja
Thailand
Maleisië en Singapore
Indonesie
Laos
Turkije
Griekenland
Italie
Afrika
Weer thuis

Datum: 22-27 Januari 2002

Waterpoppentheater in Hanoi

Nieuw land, nieuwe stad, nieuwe kansen, nieuwe prijzen, maar vooral een nieuw hoofdvervoermiddel. Hanoi wordt van 's morgens vroeg tot 's avonds laat overspoeld door een niet aflatende stroom van gemotoriseerde tweewielers. Of het nou een brommer, motorfiets of scooter is, iedereen heeft er één, en wanneer hij niet in gebruik is staat hij geparkeerd op de stoep. Voetgangers hebben het dus niet gemakkelijk, ze kunnen kiezen tussen worstelen door de geparkeerde brommers op de stoep of om de 10 seconden te worden betoeterd door zo'n ding. Vooral in de, op zich leuke, smalle straatjes van de oude stad valt het niet mee.

Aankomst

Op de trein van Lao Cai naar Hanoi hebben we aanvankelijk veel last van verkopers en schoenenpoetsers. Bovendien blijkt de hard sleeper in Vietnam echt hard te zijn. Men probeert ons voor 2 dollar matrasjes te verkopen maar daar trappen we niet in. Maar goed ook want even later krijgen we ze gratis en blijken ze niet meer dan dunnen dekens. Het wordt dus een niet al te rustige nacht.

We arriveren om 4.30 uur op het treinstation van Hanoi. Taxi's staan al te wachten maar we verkiezen een cyclo om ons naar een hotel te brengen. We onderhandelen een prijs en de jongen trapt flink door om de fiets beladen met twee grote westerlingen en twee zware rugzakken door de dan nog rustige straten van Hanoi te manouvreren. Onderweg worden we plots ingehaald door een jochie op een motorfiets die ons een ander hotel aanprijst. Als we daar niet op ingaan praat hij wat met onze "chauffeur" en als we uiteindelijk bij ons hotel aankomen wil die ineens meer geld dan afgesproken. Er wordt een behoorlijke scène gemaakt en uiteindelijk geven we het hem maar om ervan af te zijn. Maar voor ons dus nooit geen cyclo meer.

Ons hotel is nog dicht maar gaat voor ons open. Helaas heft men nog geen kamer, maar ons wordt verteld dat er snel één vrij komt. Omdat de andere hotels ook nog dicht zijn wachten we dus maar af. Hoewel het wachten erg lang duurt (Patrick voert op een gegeven moment nog een toneelstukje op om ze te overtuigen om op te schieten) krijgen we uiteindelijk een prima kamer voor weinig.

Stad verkennen

Na wat te hebben uitgerust van de treinreis, gaan we op pad om de stad te verkennen en wat zaken te regelen. Ons hotel bevindt zich midden in het oude centrum van Hanoi vlakbij het Hoan Liem meer. Dit is één van de vele, al dan niet kunstmatig aangelegde meertjes in de stad. Langs die meertjes kun je even rustig wandelen zonder te hoeven uitkijken voor de brommers, een verademing in Hanoi.

Na bezoekjes aan de bank (voor geld), de Cambodjaanse ambassade (voor een visum) en de apotheek (voor malariatabletten) lopen we nog wat door de stad en zien we de St. Joseph kathedraal. Als we een fotootje willen maken treft het noodlot ons: we denken allebei dat de ander de digitale camera vastheeft en het ding stuitert dus op de grond: kapot. Het aan-uit knopje werkt niet meer en dat is nou net het belangrijkste onderdeel. Het lukt niet om hem zelf te repareren en dus brengen we hem naar één van de vele fotozaakjes. We worden flink afgezet ($20) maar de camera is ons te veel waard en we bidden dus maar dat de reparatie gaat lukken.

Perfume Pagoda

De volgende dag boeken we een toer naar de Perfume Pagoda. Een busrit van twee uur brengt ons naar een plaatsje waar we per 4 man ingeladen worden in roeibootjes die ons over de rivier naar de pagoda moet brengen. De vrouwtjes houden er een vreemde manier van roeien op na waarbij ze volgens ons weinig kracht kunnen zetten maar wel vooruit kijken. We varen het dorpje uit op weg naar de bergen waar de pagoda zich moet bevinden.

Na even gestopt te zijn bij een tempeltje varen we door een prachtig landschap met bergen en rijstvelden. De bevolking is druk bezig met het planten van rijst, wat per boot wordt aangevoerd. Blijkbaar kunnen ze hier meerdere keren per jaar de rijst oogsten. Het planten gebeurt in het water, eigenlijk zijn de rijstvelden gewoon onderdeel van de rivier, die afgezet zijn met kleine dijkjes.

Na ruim een uur varen leggen we aan bij de voet van de berg waar de perfume pagoda zich moet bevinden. We moeten eerst echter nog 1,5 uur klimmen voor we daar zijn. De klim is behoorlijk steil en omdat onze gids er flink de pas inzet hebben we nauwelijks de tijd om om ons heen te kijken. Niet dat er veel meer te zien is dan begroeide bergen, maar toch. Na 3 tussenstops komen we dan eindelijk bij de pagoda aan.

De perfume pagoda blijkt een grot te zijn met aan de ingang een grote stalagmiet. Omdat men vond dat deze veel lijkt op een boedha denkt men dat dit de plek is die door de goden is uitgekozen als tempel. Het wordt ook beschouwd als de plek het dichtst bij de goden, en dus is het een bedevaartsoord voor veel Vietnamezen. Eens per jaar komt men hier (de meesten tijdens Tet) om te bidden en de vele boedha's in de grot te aanbidden. Ook komt men om de gouden boom, ook een stalagmiet met een gele kleur, aan te raken. Dit laatste garandeert dat het komende jaar veel geld verdiend zal worden.

Na de afdaling wacht ons een lunch en krijgen we de gelegenheid om de andere tempels te bekijken. Deze blijken veel mooier dan de perfume pagoda zelf, maar dat mag de pret niet drukken. De boottocht terug is weer heerlijk rustig. Jammer dat de roeister aan het eind om een fooi gaat zitten bedelen. Had ze dat niet gedaan, dan had ze meer gekregen.

Ho Chi Minh

Naarmate we langer in Hanoi zitten, wordt het weer slechter. Als we ons fototoestel weer kunnen ophalen (gemaakt! alle noodscenario's kunnen in de ijskast) regent het pijpestelen. Gelukkig houdt het op wanneer we ontbeten hebben zodat onze geplande wandeling naar het mausoleum van Ho Chi Minh gewoon door kan gaan. Onderweg krijgen we de sfeer al aardig te pakken want we passeren een standbeeld van Lenin en even later het oorlogsmuseum en vlaggetoren. Wees er maar trots op.

In Moskou waren we niet in de gelegenheid om Lenin te bezoeken, in Beijing was Mao in onderhoud, maar in Hanoi kunnen we dan toch nog een dode communistenleider zien. We moeten onze bagage en camera's afgeven en wachten op een escorte die ons tot het gebouw brengt. Dan worden we overgenomen door een militair die ons over de rode loper meeneemt het gebouw in en langs de glazen lijkkist van Ho Chi Minh. Stilstaan is verboden en dus schuifelen we langzaam voorbij. Hij ziet er opvallend goed uit, je hebt amper door dat hij al meer dan 30 jaar dood is. Als we weer buiten staan zijn we aardig onder de indruk van Ho Chi Minh, maar vooral van de militaire manier waarop we werden begeleid.

Buiten kunnen we tegen betaling (Ho Chi Minh zelf was gratis) nog het presidentiele paleis, de tuinen en het museum bezoeken, maar daar hebben we geen zin in. In plaats daarvan lopen we door naar het grote West meer, waarlangs een tempel staat die we bezoeken. Vooral mooi vanwege de reliëf decoraties. Ook staat er nog een schilderachtige pagode op een eilandje. Aan de andere kant van het meer willen we doorlopen naar de rode rivier. De wijk waar we inlopen lijkt eerst armoedig, maar dichter bij de rivier staan er juist steeds meer villa's. De rivier zelf zien we slechts door de struiken heen en is, mede vanwege de lage waterstand, weinig interessant.

We wandelen langs het meer weer terug naar de stad. Het valt ons op hoe smerig het water is. Ook hier gooit men alles gewoon in het water, zonde!! Toch zien we een hoop vissen die af en toe opspringen, wellicht om het smerige water te ontvluchten.

Kathedraal

We halen onze paspoorten met visa weer op bij de Cambodjanse ambassade en op weg naar het hotel komen we de beruchte kathedraal weer tegen. Ditmaal lukt het wel om een foto te nemen en we kunnen zelfs binnen een kijkje nemen. Meest bijzondere echter is buiten de nagebouwde grot waar Maria met de dode Jezus in haar armen zit.

Waterpoppen

's Avonds besluiten we een bezoek te brengen aan het waterpoppentheater. Vietnam staat bekend om dit gebeuren, wat al eeuwen lang ter vermaak in de rijstvelden wordt vertoond. Ook wij vermaken ons kostelijk met de uitbeeldingen van het "gewone" leven door de waterpoppen, erg leuk!!

Halong Bay

Op vrijdag gaan we op een driedaagse tocht naar Halong Bay. In deze baai rijst het karstgebergte uit de zee, wat mooie plaatjes op moet leveren. De busrit naar Halong city duurt 4 uur, gevolgd door een lange boottocht door de baai. Ondanks het matige weer is het inderdaad erg mooi. Vooral de door erosie afgesleten onderkant van de bergen fascinneert ons. Halverwege de boottrip leggen we aan op één van de 3000 eilanden in de baai. Hier bezoeken we een enorme grot met stalagmieten en -tieten en ondergrondse rivieren en meertjes. Na het tweede deel van de boottrip leggen we aan op Cat Ba eiland, waar we twee nachten zullen verblijven.

Cat Ba town is een kleine plaats met een haven en veel hotels. In dit seizoen zijn er echter weinig toeristen en er valt 's avonds dan ook weinig te beleven. We doen na het avondeten nog wel een poging maar de barretjes en het tweetal discotheken zijn nagenoeg leeg. Dus keren we terug naar het hotel waar we nog lang doorbabbelen met onze tourgenoten: een Canadees, australisch en Duits stel en een Pakistaanse Australiër.

Cat Ba eiland bestaat voor de helft uit een National park en de volgende dag gaan we op weg om daar een tocht door te maken. We worden met zo'n 40 man in een oude oncomfortabele Russische bus gestopt en gaan op weg. Tussen de bergen maken we een tussenstop bij een grot, waar tijdens de oorlog een ziekenhuis in gevestigd was, en waar het Vietnamese leger verbleef om vliegtuigen te bombarderen. Een oud-militair geeft tekst en uitleg in de grot, waar een gedeelte ontoegankelijk is omdat de chinezen daar bij hun gedwongen vertrek munitie en mijnen hebben achtergelaten. Als toegift zingt de oud-militair, die duidelijk in zijn nopjes is met de belangstelling, nog een paar strijdliederen, waarbij we geacht worden hard mee te klappen.

Na het muzikale intermezzo gaan we weer op pad en even later komen we aan bij de ingang van het Nationale park. Wij hebben gekozen voor de korte tocht, die ons via steile, glibberige paden omhoog voert. Eigenlijk kun je niet echt spreken van paden want regelmatig moet er met handen en voeten geklommen worden. Uiteindelijk komen we aan op één van de hoogste toppen van het eiland met een mooi uitzicht over het gebergte. Na ervan genoten te hebben moesten we nog afdalen, wat nog moeilijker was dan de beklimming, maar niet zo vermoeiend. Bij terugkomst zijn we blij dat we de lange tocht niet gekozen hebben.

De middag hadden we ingepland voor het strand. Hoewel de zon niet schijnt nemen we toch maar een kijkje en we vinden twee mooie baaien met strand en rotspartijen. Op de weg erheen vinden we veel (gebruikte) injectienaalden. Volgens de barman bij ons hotel is er echter geen drugsprobleem op het eiland. Aan het eind van de middag druppelen de deelnemers van de lange tocht binnen. Die bleek vooral meer van hetzelfde, met op het eind een glibberig stukje over de rotsen naar de boot die hen terug bracht. Omdat iedereen er nog moe (maar voldaan) van is wordt het deze avond een stuk minder laat.

De derde dag bestaat voornamelijk uit de reis terug naar Hanoi. Op de boot verbazen we ons nog eens over de vele drijvende huisjes in de haven en om de eilanden. We schatten dat de helft van de bevolking van Cat Ba op het water leeft, vlak bij de netten waar ze hun geld mee verdienen denken we. Sommige drijvende huisjes hebben een elektriciteitsdraad naar het eiland en zelfs een antenne voor TV-ontvangst.

Terug in Hanoi is het nog weer kouder geworden. Voorheen was het een graad of 17 en bewolkt. Nu is het slechts 9 graden. We zijn blij dat we dezelfde avond nog doorreizen naar Hue. Behalve wat warmer hopen we ook dat het daar wat rustiger is.

Ga terug naar: Bergstammen rond Sapa

Ga door naar: Langs de kust naar het zuiden

Ga naar het overzicht van Vietnam

Wereldreis zonder vleugels