Gastenboek E-mail update Reislinks

Bergstammen rond Sapa


Belevenissen vooraf
Voorgaande reizen
Algemene zaken
Europa
Rusland
China
Vietnam
Cambodja
Thailand
Maleisië en Singapore
Indonesie
Laos
Turkije
Griekenland
Italie
Afrika
Weer thuis

Datum: 18-21 Januari 2002

In de bergen rond het grensgebied van China, Myanmar, Thailand, Laos en Vietnam leven vele bergstammen. Deze ethnische minderheden leven gescheiden van de rest van de bevolking in die landen in relatief primitieve omstandigheden. Hoewel aan elkaar gerelateerd zijn er veel verschillende stammen, die ieder gekenmerkd wordt door een unieke klederdracht en gebruiken. We ontmoeten verschillende van die stammen in de prachtige omgeving rond het Noord-Vietnamese bergstadje Sapa.

Van China naar Vietnam

Op het noordelijke treinstation van Kunming komen we weer een paar bekenden tegen. Nick en Gemma en Beck blijken ook vandaag naar Vietnam te gaan, wel zo gemakkelijk als er mensen in de buurt zijn die je kunnen verstaan. De trein naar de grensplaats Hekou is een andere dan we gewend zijn, oud en met maar 4 bedden per compartement. Deze spoorllijn, die helemaal doorloopt naar Hanoi, is nog door de Fransen aangelegd waardoor de spoorbreedte anders is dan in de rest van China, en de treinen dus ook.

De trein kronkelt zich een weg door de bergen en langs rivieren. Net als de auto's op de wegen laat hij bij iedere bocht een harde claxon horen ter waarschuwing. Of dit nodig is weten we niet, maar als we in de restauratiewagon zitten maakt de trein plots een noodstop. De claxon bij vertrek van ieder station lijkt ons in ieder geval onnodig en houdt ons 's nachts uit onze slaap. Nick stond zelfs al even op het punt "to shove that horn up that driver's arse".

Bij aankomst in Hekou is het behoorlijk mistig. We kijken wat om ons heen en worden dus direct aangesproken met allerlei tips om te ontbijten, geld te wisselen en wat al niet meer. We gaan er niet teveel op in maar weten nu wel waar we heen moeten lopen om de grenspost te vinden. Aldaar gaat het afhandelen aan de chinese kant redelijk vlot, al wordt nog wel even in de bagage van Nick en Patrick gekeken.

We steken de brug over de grensrivier over en aan de Vietnamese kant volgen verdere formaliteiten. In het verleden moest op de Vietnamese visa de exacte grenspost vermeld zijn, maar op de ambassade heeft men ons verzekerd dat dat sinds dit jaar (2002) niet meer hoeft. Toch zijn we benieuwd of we nog problemen krijgen en het duurt wel erg lang voordat we onze paspoorten terug krijgen. Maar alles is OK en we kunnen dus door.

Tijdens het wachten kwam er al een man naar ons toe die een minibusje naar Sapa aanbood. Na wat onderhandelen kwamen we tot een prijs van $3 p.p. en dus konden we (na wat geld te hebben gewisseld, aan deze kant van de grens voordeliger dan aan de chinese kant!) direct door.

Aankomst in Sapa

Tijdens het wachten en gedurende de 38km lange kronkel- en hobbelweg omhoog naar Sapa verdwijnt de mist en komt de zon te voorschijn. Het is dan ook heerlijk warm als we aankomen in Sapa. Het busje zet ons natuurlijk af bij een hotel waar hij commissie van krijgt, maar wij lopen door naar een plek waar meerdere hotels zijn die bovendien travellercheques kunnen wisselen (pinapparaten hebben ze hier niet).

Al lopend worden we al snel benaderd door een aantal mooi uitgedoste meisjes van één van de bergstammen (naar later blijkt de Black H'mong), die ons van alles aanbieden. We gaan er niet op in maar raken wel met ze aan de praat en het valt op hoe goed ze Engels spreken. In de komende dagen zullen we ze nog veel tegenkomen, waarbij het "Remember me?" de standaard openingsvraag is, gevolgd door "Buy this one from me?".

We nemen onze intrek in een mooie kamer met bad, hemelbed en prachtig uitzicht op de bergen voor slechts $6, waarbij we amper afgedongen hebben. Het blijkt dat Nick, Gemma en Beck hetzelfde doen en met hun babbelen en eten we wat in de lobby die tevens als restaurant dienst doet. Daarna gaan we op pad om het dorpje te bekijken.

Na wat aanvallen van de Black H'mong te hebben afgeslagen (vooral de oude vrouwtjes zijn hardnekkig) lopen we door de hoofdstraat en langs de markt. Hier zien we naast de Black H'mong ook wat vrouwen van de Red Zao. Iedereen wil natuurlijk iets aan ons kwijt maar we lopen stug door. Eenmaal door de hoofdstraat is de drukte voorbij. We passeren nog een soort mini-voetbalstadion waar de jeugd aan het voetballen is. De verdere straten van Sapa zijn wat meer verlaten, hoewel men overal bezig is met hotels en café's te bouwen. In de zomer zal het hier ook wel erg druk zijn.

Onze zoektocht naar goede wisselkantoren, leuke terrasjes of andere zaken levert weinig op en we keren terug naar het hotel. Daar gaan we heerlijk in de zon op het balkon zitten genieten van het uitzicht. Als de zon achter de bergen verdwijnt komen we weer in actie, we bezoeken een café waar we uiteindelijk samen met Beck een wandeltocht voor de volgende dag boeken.

Traditionele zang en dans

Na te hebben gegeten (kost allemaal weinig hier) gaan we naar een bar waar vanavond muziek en dans van de bergstammen wordt uitgevoerd. In de bar zitten aanvankelijk meer meisjes van de H'mong en Zao dan toeristen, maar langzaam loopt de tent vol. Lang geleden dat we zoveel westerlingen bij elkaar hebben gezien. En dan komen ineens Sandy en Alice, de twee Schotse meiden die we in Yangshuo hebben gezien, binnen. Zij doen Sapa aan met een tour vanuit Hanoi. We hadden wel gedacht ze weer tegen te komen in Vietnam, maar dit is wel erg snel. Wel leuk om bij te babbelen.

De zang en dansvoorstelling begint met een man die een vreemd soort fluit bespeelt. Vervolgens wordt door diverse nerveuze vrouwen van de H'mong en Zao gezongen en nog meer vreemde instrumenten bespeeld. Muzikaal niet erg hoogstaand, maar wel leuk om te zien. Ondertussen wordt uiteraard van alles aangeboden, maar vooral ook veel gedold door de grappige H'mong meisjes. Al met al een gezellig avondje uit.

Wandeltocht

De volgende morgen hoeven we niet al te vroeg uit de veren. Onze tour start om 9.30 uur en dus gaan we om 9.00 uur maar eens ontbijten. We schrikken een beetje van de drukte op straat en in het restaurant. Blijkbaar zijn er heel wat tours uit Hanoi voor het weekend aangekomen, gisteren was het nog zo rustig. Tijdens ons ontbijt schuift het hele dorp weer leeg, iedereen gaat op pad met een tour.

We maken kennis met onze gids Mai, een Vietnamese die zeer goed Engels spreekt. We wandelen met z'n vieren langs ons hotel het dorp uit en het eerste gedeelte gaat over het asfalt naar beneden, terwijl we uitkijken over het dal met rijstvelden en huisjes. Net als we denken dat het een beetje saai wordt gaan we van de weg af om steil naar beneden over een zandweg richting rijstvelden te gaan. We passeren wat huisjes, waterbuffels, varkens en natuurlijk wat H'mong bevolking die ons wat willen verkopen.

De rijstvelden staan bijna allemaal onder water. Dit water wordt vrijwel continu ververst door het water dat van de bergen afstroomt. Via kanaaltjes stroomt het van het ene naar het andere rijstterras totdat het beneden in de rivier uitkomt. In de kanaaltjes staat af en toe een apparaat dat aangedreven door het water de rijst stampt. Rijst wordt hier in April geplant en in Oktober geoogst. Nu stroomt het water er alleen doorheen om de grond in conditie te houden.

De Black H'mong

Als we een riviertje gepasseerd hebben komen we in een Black H'mong dorpje aan, waar ondermeer een schooltje gevestigd is. Hier rusten we even en worden we dus bestookt door de H'mong meisjes. We zien ook hoe de jongste kinderen door de wat ouderen op de rug gedragen worden, kinderen van 10 lopen al met baby's op de rug. Het is een hele sociale gemeenschap waarbij iedereen op elkaar let.

De black H'mong heeft ook een aparte manier voor het uitzoeken van een vrouw. Als je als jongen een meisje leuk vindt, dan ga je haar kidnappen. Het meisje moet dan een week bij de jongen en zijn familie wonen. Heeft ze het hier naar haar zin, dan blijft ze en zullen ze binnen twee weken trouwen. Heeft ze het niet naar haar zin, dan mag ze weer naar huis.

De Zai

We lopen verder door de rijstterrassen en over paadjes waarbij we steevast gevolgd worden door enkele meisjes. Bij een dorpje van de Zai zijn we getuige van een apart ritueel. Een oude vrouw zit in een huisje de hele dag te bidden, omringt door de vrouwen van de familie. De oude vrouw blijkt een soort priesteres (of medicijnvrouw) die langskomt wanneer er iemand ziek is. Tijdens het ritueel babbelen de andere vrouwen gewoon met elkaar en de man des huizes zit buiten een krant te lezen.

De Zai zijn wat rijker dan de H'mong en leven ook iets luxer. De traditionele klederdracht (bij de Zai met veel groen en roze) wordt hier steeds meer vervangen door gekochte, gewone kleding. Je zou verwachten dat er tussen de stammen, door het verschil in rijkdom, rivaliteit zou bestaan. Maar dit is niet het geval. Als er bijvoorbeeld een huis gebouwd moet worden (zo'n beetje het enige mannenwerk) werken mannen van verschillende stammen gewoon samen. In een schooltje van de Zai eten we onze lunch, waarbij de H'mong meisjes toekijken. Zai kinderen zien we niet, die leven niet van de verkoop aan toeristen.

De Red Zao

Na de lunch vervolgen we onze weg door de rijstterrassen. Op een gegeven moment steken we de rivier over waar kinderen aan het vissen zijn. Onhandig glibberen wij op blote voeten over de natte, losliggende rotsen terwijl de kinderen, soms nog met een kleine op de rug, eroverheen hollen. De spijkerbroek van Beck houdt het niet droog, maar gelukkig heeft ze nog een korte broek bij zich. We trekken weer verder om even later de rivier weer over te steken, dit keer met een touwbrug. Langs de bergwand passeren we nog een waterval (niet zo spectaculair in dit droge seizoen) voordat we aankomen in een dorp van de Red Zao.

De Zao zitten een beetje tussen de H'mong en Zai in wat rijkdom betreft. Zao vrouwen verkopen wel kleding aan toeristen, maar in mindere getale dan de H'mong. Ze leven in grote huizen met de hele familie, soms van 5 generaties. De mannen hebben aparte tafels en een apart vuur dan de vrouwen en zij hebben eerste keus bij het eten. Eens in de twee weken gaat men in bad, de belangrijkste mensen eerst, dan de anderen. En waag het niet het water te verversen voor je in bad gaat, dat is een grote belediging voor je voorganger.

We nemen afscheid van de Zao (met mooie rode hoofddoeken, hoe meer franjes eraan, hoe hoger de status) en keren terug richting loopbrug. Vervolgens gaan we stijl omhoog totdat we weer bij de weg uitkomen. Hiervandaan worden we achterop een motorfiets weer teruggebracht naar Sapa.

Cat cat

De volgende dag hangt er een bewolking boven Sapa. Met lange mouwen gaan we daarom op pad richting het dorpje Cat cat. We lopen door Sapa heen waar het erg druk is en het lijkt of iedereen zijn zondagse jurk heeft aangetrokken. Toch is er van een speciale markt geen sprake. Vroeger had men die wel op zaterdag en zondag, waarbij de bergstammen er een echt feest van maakten. Toen met name de Vietnamese toeristen hen gingen bespotten zijn ze hiermee gestopt. In het openbaar tenminste, nu feesten ze in het geheim.

Als we aan de andere kant van het dorp twee haarspeldbochten naar beneden gewandeld hebben breekt de zon door en verdwijnen de lange mouwen weer in de tas. Als we het asfalt weer verlaten gaan we weer steil naar beneden het dal in langs huisjes en rijstvelden. Hier is het weggetje echter wel geplaveid, in feite is het een lange kronkelige trap naar beneden. Uiteindelijk komen we in het dal aan bij het doel van onze tocht: de waterval.

Waterval

Vanaf drie kanten stroomt het water hier naar beneden. Aan één k ant echter levert dit een mooie waterval op. Vanwege het droge seizoen kunnen we er over de rotsen wat dichterbij komen en daar gaan we eens even zitten genieten. Ondertussen zien we de H'mong met rugmanden vol hout over de loopbrug langskomen, mooi gezicht. Na een uurtje houden we het voor gezien en beginnen we aan de lange tocht omhoog.

De tocht omhoog is zwaar maar valt eigenlijk reuze mee. Wat tegenviel is dat we op hetzelfde punt waar we 's morgens de bewolking uitliepen er nu weer inlopen. Sapa blijft de gehele dag bewolkt, zodat we niet in het zonnetje kunnen gaan zitten. Toch maken we er een rustige middag van en boeken we voor de volgende dag de trein naar Hanoi.

Weersomslag

De volgende morgen blijkt de weersomslag compleet. Er hangt een dikke mist over Sapa en het is koud en vochtig buiten. Onze bus naar het treinstation van Lao Cai vertrekt echter pas om 15.30 uur en dus hebben we nog wat uurtjes te vullen. We wandelen dus maar naar het park van Sapa met botanische tuin, een rotspark en prachtige uitzichten. Van dat laatste is natuurlijk geen sprake en ook de bloemen staan er in een ander jaargetijde vast mooier bij. Toch is het een aardige wandeling, met name door de rotsen. En we zijn weer even bezig. Na de wandeling duiken we een restaurant in om nog even wat te eten voordat we afreizen naar Hanoi.

Ga terug naar: Kunming en Dali: Verdwijnende charme

Ga door naar: Hanoi: Brommers door nauwe straatjes

Ga naar het overzicht van Vietnam

Wereldreis zonder vleugels