Gastenboek E-mail update Reislinks

Kunming en Dali: Verdwijnende charme


Belevenissen vooraf
Voorgaande reizen
Algemene zaken
Europa
Rusland
China
Vietnam
Cambodja
Thailand
Maleisië en Singapore
Indonesie
Laos
Turkije
Griekenland
Italie
Afrika
Weer thuis

Datum: 12-17 Januari 2002

Vissen met aalscholvers

Vanuit Guilin nemen we de sleeperbus naar Kunming in de provincie Yunnan. Yunnan is de provincie die alles heeft: tropische regenwouden, bergen, meren, diverse bevolkingsgroepen en mooie dorpen en steden. Helaas hebben we nog maar een week voor dit gedeelte van China en blijft onze reis beperkt tot Kunming, de hoofdstad, en Dali, het charmante reizigersdorp langs bergen en het Erhan meer.

Fijne busrit

De sleeperbus heeft drie rijen met bedden naast elkaar met twee looppaden ertussen. Bij ieder bed is een dekbed en kussen geleverd en de bagage kun je onder het bed kwijt. De bedden zijn 0.5 m breed en zo'n 1.70 m lang en dus kunnen we niet rechtuit liggen. Het grootste gedeelte van de tijd zit je dus overeind met je benen languit.

We hebben de sleeperbus gekozen omdat die er korter over doet dan de trein: 22 tegenover 36 uur. Al snel blijkt echter dat onze chauffeur er alles aan doet om meer passagiers aan boord te krijgen. We vertrekken dus niet alleen een uur te laat, maar maken bovendien behoorlijke omwegen.

Er wordt regelmatig gestopt voor sanitaire en culinaire pauzes. Deze bewoordingen zijn echter veel te sjiek voor de latrines waar we onze behoeftes in moeten doen en het voedsel dat we voorgeschoteld krijgen. We doen het er maar mee en hopen op een spoedige aankomst.

De weg slingert door de bergen, wat mooie uitzichten biedt. We passeren ook dorpjes waar de bevolking met os-en-wagen net van de veemarkt komt. Als door een plotse noodstop Sabine ook nog eens een beurse rib oploopt valt het genieten hiervan echter niet mee.

Uiteindelijk komen we na 30 lange uren om 9.30 uur aan in Kunming. We gaan snel richting hotel en na het inchecken zorgen we snel voor sanitaire en culinaire opluchting voordat we slapen gaan.

Door naar Dali

De volgende morgen besluiten we direct door te reizen naar Dali. Deze busrit doet er, met overstappen in het lelijke Xiaguan, 5,5 uur over, precies wat beloofd was, het kan dus wel. In Dali vinden we een hotel met prachtige tuin, na inchecken nemen we een welverdiende pils en genieten van de rust.

Markt in Dali Dali is net als Yangshuo een plek waar veel backpackers komen. In tegenstelling tot Yangshuo echter blijken hier ook vele chinese toeristen te komen. Naast het backpackersstraatje kent Dali tegenwoordig dus ook grote, vernieuwde straten waar de grote binnenlandse toeristenstromen komen. Hier is de oude, charmante stadskern in de laatste jaren zo goed als geheel vernieuwd. Ook de stadsmuur en poorten zijn met lampjes versierd en het geheel doet nogal kitscherig aan. In hoog tempo is Dali zo verworden tot massatoerisme attractie.

Berg beklimming

De volgende morgen gaan we richting de bergwand waaraan Dali ligt. Tot onze verrassing komen we door een straat waar markt is. Zo zien we lokale bevolkingsgroepen hun spullen verhandelen. Ook blijkt het straatje nog mooie, oude houten huizen te bevatten. Zien we toch nog wat van het oude Dali.

Aan de voet van de berg is er een stoeltjeslift die je omhoog brengt. Je kunt de steile wand echter ook beklimmen en dat laat Patrick zich geen tweemaal zeggen. Terwijl Sabine uit de lift fotoos schiet ploetert Patrick omhoog. De paadjes omhoog leiden langs akkers en vooral begraafplaatsen, maar dat mag de pret niet drukken. Het laatste stuk volgt hij een stel chinezen die recht onder de lift naar boven klimmen. De chinezen zijn zo ingehaald, maar deze route is erg zwaar. Bovenaan in de tempel is de beloning een smerig bakkie thee en een mooi uitzicht over Dali en het erachter liggende meer.

Vanuit de tempel is er een pad dat langs de bergwand naar beekjes en watervalletjes leidt. Een prachtige wandeling in alle rust. Na terugkomst in de tempel doen we samen de afdaling. Aanvankelijk vinden we een prima pad maar na een tijdje wijken we wel erg ver van de lift af. Uiteindelijk komen we via rijstvelden (daar hebben we iets mee) bij een soort bouwplaats uit, waar ons de weg terug gewezen wordt. We hebben waarschijnlijk weer een pad gevolgd wat niemand eerder gevolgd heeft.

Terug bij het hotel maken we kennis met een aantal andere reizigers. Twee Engelsen, Sean en Chris, hebben het hoogste woord, maar de ouwe Amerikaanse hippy Jimbo is het grappigst. Ook zijn er nog twee Australische meiden Asha en Beck en een Nederlander en Israëliër waar we de namen niet van kennen. Erg gezellig hier.

Het Oorvormig Meer

De tweede en laatste dag die we in Dali hebben wandelen we naar het Erhan, oftewel oorvormig meer. Het bliijkt nog een fiks eind te zijn over een weg door de akkers. We worden regelmatig ingehaald door paard-en-wagens die ons willen vervoeren, maar we verkiezen te lopen. Eenmaal bij het meer aangekomen blijk je niet langs het water te kunnen wandelen. De keuze is een toeristisch boottripje of terug naar Dali. Uiteindelijk onderhandelen we samen met Nick en Gemma, een Schots/Engels stel dat net aan komt fietsen, een schappelijke prijs voor een boottochtje.

De heenweg op de boot is aardig fris, maar het uitzicht op de bergen is prachtig. Aan de andere kant van het meer komen we aan bij een tempel, waar de boot aanlegt om een kijkje te kunnen nemen. Hier zien we ook een paar vissers, die aalscholvers gebruiken om de vis te vangen. Een ring om hun nek voorkomt dat ze de vis doorslikken. Als ze wat gevangen hebben worden ze aan boord getrokken om de vis weer uit te spugen. Interessant om te zien, maar niet erg diervriendelijk lijkt ons.

Lekker bakkie?

Na het bezichtigen van de tempel, mooi gelegen aan het water, vaart de boot door naar een eiland. Zodra we aan land gaan worden we hier omringd door de plaatselijke bevolking die ons van alles wil verkopen en ons willen meelokken naar allerlei kleine privétempels. We laten ons echter niet gek maken en na een wandeling door de nauwe straatjes willen we even ergens gaan zitten. Als we hiervoor het plaatselijke theehuisje binnengaan komt iedereen in actie. We moeten gaan zitten en krijgen zonder iets te bestellen met een soort ceremonie 3 smerige bakkies thee voorgeschoteld. We ruiken nattigheid en vragen wat dat gaat kosten. Als ze 5 yuan voor ieder (miniscuul) bakkie willen hebben gaan we daar natuurlijk niet mee akkoord. We geven 5 yuan en verlaten de tent richting boot. Even later hebben we dus de halve bevolking op de boot staan. Uiteindelijk betalen we nog 5 yuan en verlaat men mokkend de boot. Het is ons duidelijk dat binnen enkele jaren de bevolking hier verziekt is door het toerisme en dat toeristen afzetten hier nu de plaatselijke hobby is.

De boottocht terug is heerlijk. We hebben nu wind mee en zitten lekker in het zonnetje te bakken, met de besneeuwde bergen als decor. Eenmaal aan wal nemen we paard en wagen terug naar Dali, waar we nog wat door het stadje wandelen en met Nick en Gemma een terrasje pakken. Op het terras worden we wel erg vaak lastig gevallen door schoenenpoetsers. Ook dit is een minder aspect van het oprukkende toerisme in China.

 

Terug naar Kunming

De busrit terug naar Kunming gaat weer even voorspoedig als de heenrit. We nemen onze intrek weer in hetzelfde hotel en hebben nog wat tijd om de stad in te gaan. Kunming wordt zoals zoveel chinese steden in rap tempo volgebouwd met moderne hoge gebouwen. Toch moet er volgens de reisgidsen nog wat van de oude charme te vinden zijn. We zoeken ons een ongeluk, maar vinden het niet. Wel wat oude rotzooi markt in een achterafstraat en nieuw aangelegde charme langs een gracht. De grote vraag is of we verkeerd zoeken of dat de oude charme al compleet verdwenen is.

Als we 's avonds terug in het hotel komen blijken we niet geheel op de juiste plek te hebben gezocht.. De volgende ochtend dus weer op pad maar weer lukt het niet echt. We vinden nu een supergrote supermarkt met parkje ervoor en na wat inkopen strijken we daar neer. Als een ouder Amerikaans echtpaar een praatje met ons komt maken vragen we hen waar we heenmoeten. Op hun aanwijzingen vinden we een enkele moslimstraat waar in een charmante sfeer veel eetstalletjes staan. Er is dus toch nog wat!

Als we zelf weer verder zoeken vinden we nog een leuke markt (waar ondermeer enorme kikkers worden verkocht) langs oude lelijke flats. Dan staan we plotseling tussen de twee pagoda's die volgens de reisgids verborgen tussen de gebouwen zouden moeten staan. Tegenwoordig liggen ze in open terein. Degene die het meest vervallen zou moeten zijn is nu helemaal opgekalefaterd. Er is zelfs een hele nieuwe straat in oude stijl naartoe opgebouwd en een gloednieuwe, oud aandoende tempel. Men is hier dus druk bezig om de oude charme helemaal nieuw op te bouwen. Een schrale troost.

Ga terug naar: Karstgebergte rond Yangshuo

Ga door naar: Bergstammen rond Sapa

Ga naar het overzicht van China

Wereldreis zonder vleugels