Gastenboek E-mail update Reislinks

Culinair Guangzhou


Belevenissen vooraf
Voorgaande reizen
Algemene zaken
Europa
Rusland
China
Vietnam
Cambodja
Thailand
Maleisië en Singapore
Indonesie
Laos
Turkije
Griekenland
Italie
Afrika
Weer thuis

Datum: 4-7 Januari 2002

Uitzicht vanuit de pagode over modern Guangzhou

Het vlakbij de kust ter hoogte van Hongkong gelegen Guangzhou (voorheen Kanton genoemd) is onze volgende tussenstop. Deze tussenstop is noodzakelijk omdat zich hier een consulaat van Vietnam bevindt, waar we onze visa voor dat land kunnen regelen. Omdat we op vrijdag aankomen en het verkrijgen van een visum minimaal een werkdag duurt, blijven we hier ruim 3 dagen, wat ons de kans geeft wat van deze stad te zien.

Guangzhou is een vreemde eend in de Chinese bijt. Het is de hoofdstad van de provincie Guangdong (ook voorheen Kanton genoemd) dat pas relatief laat tot het Chinese rijk is gaan behoren. Men spreekt hier ook een ander taaltje, het Kantonees, hoewel het schrift wel hetzelfde is. Vanwege zijn ligging heeft Guangzhou ook veel te maken gehad met de Europese landen die hier, tegen de wil van het keizerrijk China, handel kwamen drijven. De verloren opiumoorlog met Engeland heeft destijds geleid tot een consessiegebied waar de Engelsen en Fransen mochten verblijven om handel te drijven. Via deze consessiegebieden zijn vele kantonezen china ontvlucht en het is deze groep die tegenwoordig de chinese restaurants in de Westerse landen runt. Bij de chinees spreekt men dus geen chinees.

Bij aankomst in het nieuwe, grote en moderne west-station van Guangzhou raken we even de weg kwijt. De meeste borden zijn ook in het Engels maar na de eerste aanwijzing 'subway' moet je onthouden wat het teken van de metro hier is om hem te kunnen vinden. Eenmaal gevonden brengt de, ook nieuwe, metro ons in no time naar de andere kant van de stad, waar we onze intrek willen nemen op het eiland Shamian Dao.

Shamian Dao

Shamian Dao is de plek waar de Engelsen en Fransen hun intrede mochten nemen om handel te gaan drijven met de kantonezen. Het eilandje staat nog vol met koloniale huizen en vormt een oase van rust in de hectische stad. Dit houdt echter wel in dat alle toeristen dit eiland verkiezen om te verblijven, met een groot aantal luxe hotels en restaurants tot gevolg. Gelukkig is er ook nog een budgethotel waar wij onze intrek in nemen.

Na het afgooien van onze bagage en een snelle douche gaan we op pad om het Vietnamese consulaat te vinden, je weet immers nooit tot hoe laat die bureaucrtische tenten open zijn. Een busrit langs de 'Pearl River' brengt ons bij het luxe Landmark hotel, waar het consulaat gevestigd moet zijn. We zoeken ons suf naar de ingang en als we het eenmaal gevonden hebben blijken we nog twee uur te moeten wachten tot het open gaat. Maar goed, uiteindelijk hebben we de visa aangevraagd en kunnen we ze maandag op komen halen.

Qing Ping markt

Guangzhou staat bekend om zijn keuken, die de heerlijkste gerechten fabriceert van de vreemdste ingrediënten. De plek om die ingrediënten aan te schaffen is de Qing Ping markt, waar we op zaterdag dus maar eens een kijkje gaan nemen.

Het begin van de markt wordt overheerst door grote zakken met gedroogde kruiden en andere zaken. En 'andere zaken' is hierin een heel breed begrip, denk aan kevers, zeepaardjes, schildpad-schilden etc. Het wachten is echter op de nog levende handel, die even later volgt. Grote wasteilen vol met over elkaar heen krioelende schorpioenen worden aangeboden. Chinezen zitten er omheen terwijl ze met hun eetstokjes de beste exemplaren er uit pikken. Het ontbreekt er nog maar aan dat ze ze zo naar binnen werken.

De ram is het symbool van Guangzhou, maar die wordt ook gewoon gegeten Naast de schorpioenen staan er ook heel veel schildpadden en krabben te koop, die duidelijk voor consumptie zijn. Even verderop lijkt de markt echter over te gaan in een handel in huisdieren. We kunnen ons namelijk niet voorstelen dat de honden en katten zorgvuldig gekamd worden om de nasi in te gaan. Bovendien worden er vooral heel veel siervissen verkocht, inclusief aquaria en toebehoren. Zo af en toe zien we wat hamsters, ratjes, salamanders, en kikkers, maar ook dit lijken ons meer huisdieren dan etenswaar.

Op maandag gaan we nog een keer naar de markt om te zien of we soms een afdeling gemist hebben. Na lang zoeken vinden we inderdaad nog wat kippen, eenden, vissen, slangen en vooral schildpadden die allen duidelijk voor de slacht zijn. Toch hebben we de algehele indruk dat de markt aan het veranderen is, misschien gedwongen, of omdat de toeristen toch liever huisdieren zien. Het vermoeden is wel dat de handel elders gewoon doorgaat, in het hedendaagse China is open handel immers niet meer, zoals vroeger, beperkt tot de Qing Ping markt.

Lekker eten?

Maar jullie zullen wel lekker gegeten hebben, horen we eenieder al zeggen. Nou nee, we hebben diverse tentjes geprobeerd, maar met weinig succes:

  • Bij een straattentje konden we zo aanwijzen wat we wilden. De knapperig geel uitziende stukjes vlees bleken echter kippepootjes, en wel de echte, niet de dijen die we in Nederland eten. Geen succes, wel een ervaring.
  • Op Shamian Dao waren vooral toeristententjes, die proberen naar de westerse smaak te koken. Maar spareribs zijn nu eenmaal geen chinese specialiteit.
  • Dan maar naar een echte, wat luxere chinese tent in de stad. Daar krijgen we een vrij uitgebreide Engelse kaart voor onze neus. Als we de gerechten eenmaal op tafel hebben staan, blijken ook deze echter aangepast aan de westerse toerist. Chinezen eten hun vlees niet door de rijst of noedels, dat bereiden ze alleen zo voor ons.

Al met al hebben we in Guangzhou niet mogen genieten van de lokale specialiteiten. Gelukkig hebben we elders in China wel kunnen eten zoals de chinezen, ja zelfs als de kantonezen, want gerechten uit die keuken worden in heel China bereid.

Tempels

Op zaterdagmiddag bezoeken we nog een paar Boedhistische tempelcomplexen, de Guangxiao Si en de Liurongsi Huata. Beiden zijn nog in gebruik (of eigenlijk weer, want tijdens Mao's Culturele Revolutie was alle religie verboden) en er lopen dus vele chinezen rond die voor iedere boedha knielen, bidden, wierook branden en fruit offeren. Ook loopt er hier en daar een monnik rond.

Bij het tweede complex staat een mooie grote pagoda die we beklimmen. We moeten wel erg veel bukken maar het uitzicht mag er zijn. We zien zo mooi hoe er druk gewerkt wordt om steeds meer moderne gebouwen in de stad te plaatsen. We zien echter ook veel armoedige, grijze woonflats. Dit is eigenlijk het typische beeld van een hedendaagse chinese stad.

Park

Op zondag bezoeken we het park. Dit is een groot park met kunstmatig aangelegde meertjes, heuvels en watervalletjes rondom een paar monumenten. Waarschijnlijk omdat het zondag is, is het er aardig druk met chinezen en bij de mooiste plekjes is het lastig om een foto te maken zonder poserende chinees erop. We zijn een groot deel van de dag zoet met wandelen en het bezoeken van het lelijke monument van San Yut Sen, de eerste president van de republiek China, en één van 5 rammen, het symbool van de stad. Als een wandelpad op een gegeven moment doodloopt en alleen een uitweg door een hek heeft staan we weer buiten en houden we het park voor gezien.

Vertrek

Na op maandag nog wat te hebben rondgewandeld is het tijd om onze visa op te halen en op de trein te stappen naar Guilin. Tenminste, dat dachten we. Hoewel we een half uur te vroeg bij het consulaat zijn verdwijnt ons paspoort op de stapel. We hebben eerst niet in de gaten wat er moet gebeuren, maar als we na een uurtje eens gaan kijken wat men uitvreet blijkt dat erg weinig te zijn. Uiteindelijk begint er een man de stapel te bekijken maar hij blijkt niet de enige die moet plakken, tekenen en stempelen. Uiteindelijk krijgen we na twee uur ons paspoort terug en haasten we ons met een taxi naar het station. wat een geluk dat Guangzhou grote fly-overs heeft anders hadden we de trein waarschijnlijk gemist.

Ga terug naar: De kloven van de Yangtse rivier

Ga door naar: Karstgebergte rond Yangshuo

Ga naar het overzicht van China

Wereldreis zonder vleugels