|
||||||||||||||||||||
|
De kloven van de Yangtse rivier |
|||||||||||||||||||
|
Datum: 30 December- 3 Januari
Van Xi'an nemen we de trein naar Chongqing om vandaar een boottrip te maken over de Yangtse rivier. Deze langste rivier van China gaat op het stuk tussen Chongqing en Yichang door een drietal grote kloven die erg indrukwekkend moeten zijn. De regering van China heeft echter besloten om vlak achter de derde kloof een enorme stuwdam te bouwen, zodat de kloven onder water komen te staan. De dam is al grotendeels klaar, en spoedig wordt begonnen met het laten stijgen van de waterlijn, totdat medio 2009 het kunstmatige meer vol is. Voor die tijd wil iedere Chinees, en wij ook, de kloven dus nog even zien. Trein naar ChongqingIn de trein naar Chongqing delen we ons compartiment met een stelletje herrieschoppers. Ze hebben wat drank bij zich en naarmate dat vordert worden ze steeds drukker. Wij proberen ons afzijdig te houden maar dat lukt niet. Eerst moeten we een biertje van ze aannemen en regelmatig proosten ('tsjeels!'), later proberen ze gesprekken met ons aan te knopen. Maar hun Engels is nog slechter dan ons Chinees dus dat wordt niets. Op een gegeven moment hebben ze een tolk gevonden, maar veel verder dan hem laten vragen of ze onze vrienden zijn komen ze niet. De nationale hobby van China is het negeren van regels, dus hangt onze niet-roken wagon als we gaan slapen vol met rook. Ook gaan de herrieschoppers lang door met praten, lachen en ruziemaken, dus wordt het een onrustige nacht. We zijn blij als de trein de volgende dag wat leger is, zodat we een eigen compartiment kunnen uitzoeken. Zo kunnen we rustig van het uitzicht van bergen en rijstvelden genieten, als dat door de nevel zichtbaar is tenminste. De bootEen paar uur voordat we in Chongqing aankomen zien we een man met folders door de trein heenlopen. We schieten hem aan en hij blijkt kaartjes voor boottrips te verkopen. Dat maakt de zaak voor ons erg makkelijk en na het bekijken en met gebaren bespreken van het aanbod besluiten we met hem in zee (de rivier) te gaan. Bij aankomst in Chongqing brengt hij ons dus naar het ticketbureau en en uurtje later zitten we op de boot. De boot is iets minder luxe dan de folders deden voorkomen, maar dat hadden we wel verwacht. We delen onze hut met drie Chinese mannen, en zijn verder weer de enige buitenlanders op de boot. Minder is het dat ze het nergens op de boot warm stoken, zelfs niet in het restaurant. Omdat het ons ook wel duidelijk is geworden dat de chinezen geen oudjaar vieren gaan we maar vlot onder de wol. Gelukkig nieuwjaar!! Geen vuurwerk gehoord maar wel is de boot 's nachts een paar keer gestopt waar er iets te zien zou zijn. Wij hebben de extra trips echter niet bijgeboekt en dus gaan de tempels aan onze neus voorbij. Van het landschap kunnen we vandaag ook niet genieten, er hangt een dikke nevel zodat het zicht beperkt is tot zo'n 100 meter. Ook de zon komt er nauwelijks doorheen en het is behoorlijk fris. Dit doet ons het ergste vrezen voor de dag van morgen. In de middag komen we aan bij Wanxian, en we verwachten hier van boord te kunnen. Volgens onze reisgidsen leggen de boten hier aan voor de nacht, maar niet onze boot. We gaan dus maar even navragen bij de reisleider op de boot, die gelukkig Engels spreekt, hoe het zit. Het blijkt dat de boot doorvaart tot vlak voor de kloven, daar in het midden van de rivier overnacht om vroeg weer te gaan varen. Na de eerste kloof is er dan de gelegenheid om van de boot te gaan om de baby-kloven langs een zij-rivier te zien. Volgens onze boeken is dat een aanrader dus boeken we dit er maar bij. De boot maakt vlak voor het invallen van de avond nog één tussenstop bij een tempel. Wij gaan ook maar van boord zodat we vandaag nog iets zien. De tempel is (van buiten) aardig, maar we bekijken vooral het dorpje erbij. We zien vele hutjes waar de mensen in wonen. Armoedig, maar wat we erger vinden is dat iedereen overal zomaar z'n rotzooi neergooit, wat het een smerig geheel maakt. Als we weer aan boord gaan lijkt het, met alle lichtjes op de wal, of we meer kunnen zien dan overdag. Ook de kou valt, zolang we niet varen, wel mee en dus blijven we nog even op het dek met een nieuwjaarspils. De eerste kloofDe volgende dag worden we om 6.30 uur wakker gemaakt omdat de boot de eerste kloof nadert. We kleden ons aan en gaan naar het voordek. Het is echter nog heel donker en veel meer dan de contouren van de omringende bergen kunnen we niet zien. Ietwat gedesillusioneerd gaan we weer terug naar onze hut. Trip naar de Baby-klovenEen uurtje later legt de boot aan voor onze trip naar de baby-kloofjes. We hebben een tour-petje gehad en we volgen braaf de man-met-vlag zoals we al zoveel chinezen bij toeristische attracties hebben zien doen. We worden eerst per bus naar de andere kant van het stadje gebracht en daar ingeladen in kleine bootjes, die vervolgens flink tegen het sterk stromende riviertje opscheuren. Het water staat niet zo hoog zodat we regelmatig over de kiezels schuren en soms en rots rammen. Voorop staan drie mannen die met lange palen de boot in het diepste gedeelte houden en soms vooruit moeten duwen als de motor het niet alleen afkan. Het zicht is aanvankelijk door de nevel weer niet geweldig. Doordat we echter vlak langs de bergwanden varen hebben we toch aardig zicht op de rotsformaties. We zien steile wanden, grotten met stalagmieten en stalagtieten, en kleurrijke begroeing op de hellingen. De uitleg die gegeven wordt is in het chinees, dus daar begrijpen we niks van. Dan naderen we een stukje waar de volle boot blijkbaar niet overheen kan. We moeten dus uitstappen en een stuk over de oever zelf lopen. Hier staan vele souvenirkraampjes en eetstalletjes, dus dat kan natuurlijk ook de reden zijn. Later gebeurt hetzelfde nog tweemaal, eenmaal kan er nog wat bezichtigd worden, maar men kan ons niet duidelijk maken wat dus slaan we dat maar over. In de loop van de trip trekt de nevel aardig op en komt de zon door. Toch blijft het fris in de open boot. Wel worden de uitzichten beter en mooier. We zien op een gegeven moment zelfs apen in de bomen slingeren, erg leuk. Dan springt iedereen in de boot op, er staan een paar jongetjes met lange hengels te vissen. Naar geld, blijkt al snel en iedereen vindt het leuk en deponeert wat in de lange schepnetten. Wij vinden het vooral zielig, zeker als later ook volwassenen op deze manier staan te bedelen. Als we op het verste punt nog uitgestapt zijn bij souvenirs- en eetstalletjes, is het tijd om terug te gaan. Stroomafwaarts gaat een stuk sneller, maar toch is het al bijna 15.00 uur voordat we terug zijn. Het is dus maar goed dat we meegegaan zijn, anders hadden we ons 7 uur lang moeten vermaken. De tweede kloofAls we allemaal weer aan boord zijn vertrekt de boot richting tweede kloof. Deze is veertig km lang en als we er zijn gaat menigeen weer naar het voordek waar tekst en uitleg gegeven wordt. In het Chinees uiteraard, maar er is iemand die het enigszins voor ons kan vertalen. Het is wel frappant dat de chinezen na de uitleg bijn allemaal weer naar binnen vluchten, terwijl we zeker nog driekwart kloof te gaan hebben. Wij blijven rustig op het dek genieten van het uitzicht. We zien regelmatig dorpjes op de bergwanden en bedenken ons hoe het zal zijn als de dam straks gesloten is. Op de bergwanden staan regelmatig bordjes met de getallen 135 en 175. Het water zal al dit jaar 135 meter stijgen en uiteindelijk zal het water de bordjes 175 bereiken. Het valt ons eigenlijk nog wel mee, grote gedeeltes van de kloven blijven nog wel zichtbaar dus. Maar vele dorpjes liggen in de buurt van de bordjes en moeten dus worden ontruimd of zijn dat al. Als we lang genoeg op de frisse wind gezeten hebben gaan we maar weer naar binnen. Het begint al een beetje te schemeren en voor we de derde kloof bereiken zal het al helemaal donker zijn. Het is ons duidelijk dat de boottocht in dit jaargetijde vooral draait om de tocht naar de baby-kloofjes. Door die tussentrip worden twee van de drie grote kloven in het donker gepasseerd. Hoewel de baby-kloven zeer de moeite waard waren, vinden we dit toch enigszins zonde. De damOm 9 uur worden we nog eenmaal naar buiten getrommeld. De derde kloof zijn we al gepasseerd en in het donker geeft men in het Chinees uitleg over wat lichtjes op de wal. Voordat we door hebben dat hier de laatste hand gelegd wordt aan de grote stuwdam, zijn we hem alweer gepasseerd. Vlak voor aankomst in Yichang zien we nog wel de oude dam. In een enorme sluis wordt de boot zo'n 30 meter naar beneden gebracht, waarna we de haven kunnen binnenvaren. We smachten inmiddels naar een normaal bed en warm bad en zijn dan ook blij dat we van de boot direct naar een hotel worden gebracht. De volgende ochtend is het enthousiasme een stuk minder al blijkt dat de kamer nog steeds niet warm is, er geen heet water is, en Sabine onder de bulten zit. Snel weg hier, is dan ook het motto en dat doen we dan ook. Op weg naar het treinstation blijkt Yichang nog wel een mooi park te hebben en het wachten op de trein kan voor het eerst deze reis in een T-shirt in de zon. Toch nog wat lichtpuntjes dus als we op weg gaan naar Guangzhou (Kanton). Ga terug naar: Smog alarmfase 7 in Xi'an Ga door naar: Culinair Guangzhou Ga naar het overzicht van China |