Gastenboek E-mail update Reislinks

Modern Beijing


Belevenissen vooraf
Voorgaande reizen
Algemene zaken
Europa
Rusland
China
Vietnam
Cambodja
Thailand
Maleisië en Singapore
Indonesie
Laos
Turkije
Griekenland
Italie
Afrika
Weer thuis

Datum: 21-26 December

Vreemde beelden in de Verboden Stad

Volgens de nieuwe afspraken over het vertalen van de chinese karakters in voor westerlingen te lezen tekst arriveren we in Beijing in plaats van Peking. Hier maken we kennis met het moderne China. We raken onder de indruk van de tempels, verboden stad, zomerpaleis en chinese muur. Maar naast de pracht en praal uit de rijke Chinese geschiedenis zien we ook hoe de traditionele hutongs steeds meer plaats maken voor moderne hoogbouw.

Een goed begin, Erik Odekerke

Onze aankomst in Beijing begint al lekker. We hadden keurig opgezocht welk hotel we wilden hebben en welke bus we daar naartoe moesten nemen. Dus lieten we de mannetjes die ons aanspraken over hotel, tour of taxi links liggen en stapten resoluut door naar de straat, op zoek naar de halte voor bus 20. Na een kwartier (leek wel een uur) hadden we 5 bussen 20 zien rijden en 20 bushaltes gevonden, maar geen bushalte voor bus 20.

Dus dropen we maar weer af naar de taxi's, waarvan de eerste ons niet wilde vervoeren (te ver weg), maar de tweede wel. Na het gebruikelijke gesprek ('gwer joe flom?') begon hij echter al rijdend en wijzend de naam van ons hotel te noemen en bedragen in de lucht te schrijven. We zien de bui al hangen en gebaren dat we gewoon betalen wat de meter aangeeft en dat hij voort moet maken omdat we anders uitstappen. Het is hem uiteindelijk wel duidelijk maar we vermoeden wel dat hij een fikse omweg genomen heeft. Het vertrouwen in taxi-chauffeurs is weer wat afgenomen.

`

Ons hotel ziet er prima uit. We hebben zelfs TV en een bad. Nadeel is dat de kamer moeilijk warm te krijgen is. Maar de bediening is erg behulpzaam ze verwijdert de decoratie voor de verwarming en brengt extra dekbedden. Er is ook een toeristenbureautje dat treintickets en tours kan regelen en waar we kunnen Internetten. Prettig geregeld dus.

We gaan wandelend op weg om een bank te vinden. Na achtereenvolgens de agriculturele, commerciële en industriële bank van China geprobeerd te hebben, wordt ons duidelijk dat we alleen bij de bank van China, zondere nadere aanduiding dus, geld kunnen pinnen. Als dat eindelijk gelukt is bezoeken we op de terugweg nog een lokale markt, met veel levende vis en andere smakelijke en minder smakelijke zaken. We eten een soort gehaktbroodje en in een klein tentje gaan we aan de echte noedelsoep. Ondertussen trekken we veel bekijks.

Temple of Heaven

's Middags wandelen we naar het park van de Temple of Heaven, redelijk bij ons hotel in de buurt. Onderweg zien we al vele aspecten van Beijing: grote drukke ringwegen, even drukke wegen in de lengte en breedterichting en daarlangs vele winkeltjes. Tussenin bevinden zich de hutongs, smalle steegjes met woonhuizen en -erven.

Het park is groot en aanvankelijk vragen we ons af waar de tempel moet zijn. Dan blijkt dat het meer een complex van gebouwen is, die we één voor één bezoeken. Het geheel is waar de keizers in de Ming dynastie rituelen uitvoerden om een goede oogst te vragen of er voor te danken. Mooier nog dan de tempelgebouwen vinden we nog het paleis voor het vasten, waar de keizer tijdens de rituelen verbleef. Dit ligt echter meer aan de natuurlijke ligging in het park dan aan het paleis zelf. We zien hier mooi gekleurde vogeltjes en zelfs een specht, waardoor Sabine's dag ook niet meer kapot kan.

Op de fiets

De volgende dag huren we een fiets waarmee we door het drukke verkeer naar het centrum fietsen. Eerst valt het niet mee omdat er eigenlijk geen regels gelden in het verkeer in Beijing. Eten doen ze hier met stokjes, maar in het verkeer gebruiken ze een vork: prak hem er maar tussen. Als je gewoon met de meute meefietst en net als de anderen voorrang neemt in plaats van geeft valt het allemaal wel mee.

De Hemelse Vrede

Als we aankomen bij het Tiananmen ofwel Plein van de Hemelse Vrede zetten we de fietsen neer en wandelen verder. Dit immense plein heeft een woelige geschiedenis. Neergeplant tijdens de Culturele Revolutie waarin veel cultureel erfgoed is vernield en tegenstanders van het regime vermoord, is het een groot eerbetoon aan Mao, wiens mausoleum middenin staat. Ongelooflijk dat een dictator van het kaliber Stalin en Pinochet nog zo wordt aanbeden. Zo ongeveer iedere Chinees gaat voor de grote Tiananmen poort waar zijn portret op hangt op de foto. En over de bloedige beëindiging van de protesten in 1989 hoor je ze niet meer.

Op het plein worden we een aantal keren aangesproken. Uiteraard om souvenirs te kopen, maar ook door studenten die hun Engels willen oefenen en ons dus iets vertellen over de omliggende gebouwen. Verder hebben vele studenten een expositie van tekeningen en schilderijen waar ze ons voor uitnodigen. Vrijblijvend natuurlijk, maar ondertussen proberen ze ons wel wat te verkopen, vooral de schilderijen die door 'hun professor' zijn gemaakt.

De verboden stad

We lopen door de Tiananmen poort door richting de verboden stad. Het is hier ondanks het laagseizoen behoorlijk druk, met name bij de centraal gelegen hoofdgebouwen. In ieder gebouw staan tronen, bedden en ander keizerlijk materiaal uitgestald en hoort een verhaal. Wel indrukwekkend allemaal maar interessanter wordt het aan de achterkant, waar de tuin ligt, en de zijkanten van de stad, waar vroeger door de concubines en eunuchen geleefd werd. Je kan hier nog wat door steegjes dolen, maar in de gebouwen waar je naar binnen mag staan spullen uitgestald. Van het leven in de verboden stad leren we dus weinig.

Eenmaal weer uit de verboden stad zoeken we onze fietsen weer op en fietsen om het complex heen naar het Beihai Gongyuan, een park met een groot meer waar de keizers graag vertoefden. Alle parken in de stad waren vroeger trouwens alleen toegankelijk voor de keizer en zijn gevolg. Werd je betrapt in het park (of in de verboden stad) dan koste je dat de dood. Gelukkig hebben ze de prijzen nu drastisch verlaagd, maar de parken zijn allemaal ommuurd en je mag nog steeds niet zomaar naar binnen lopen. Het uitzicht over het meer naar de pagode op het eiland valt vanwege de lage zon wat tegen, maar er staan wat mooie boedhistische tempels in het park dat ons korte bezoek toch de moeite waard maakt. Helaas kunnen we ons niet in een koffietentje opwarmen zodat we maar snel weer op de fiets springen.

Zomerpaleis

De volgende dag staat het zomerpaleis op het programma. Dit ligt 12 km uit het centrum en dus nemen we de bus. Bussen in Beijing zitten doorgaans propvol, maar kosten maar 1 Yuan (30 cent, 15 eurocent). Er zijn ook wat duurdere bussen voor de lange trajecten waar je dan vaak wel kunt zitten. We hebben van elk één nodig, en beiden hebben gemeen dat je niet rustig zit danwel staat. De chauffeur moet net als de rest van het verkeer zijn bus overal tussen prakken en dus veel remmen en optrekken. Omdat het aardig vol is op de weg duurt de rit ook nog eens 2 uur. Gaar en hongerig zondigen we dus en gaan we naar de grote gele M (schande in het culinaire China).

Als we het park betreden kijken we onze ogen uit. Het zomerpaleis ligt op een heuvel begroeid met bos waardoorheen mooie wandelpaden en grachten lopen. Er is een winkelstraat mooi gelegen langs een gracht waar de keizerin vroeger haar inkopen deed. Nu dus voor de toeristen vol met souvenirs. Als we over de heuvel lopen hebben we een mooi uitzicht op het dichtbevroren meer. In het meer bevindt zich dan ook nog een eiland, met mooie brug ernaartoe. Het geheel staat vol met tempels, paleizen en paviljoenen, alles in een prachtige natuurlijke omgeving.

We nemen de route om het meer en over de brug naar het eiland. Na het bezoeken van een souvenirshop daar (mooie spullen en de prijzen daalden zonder dat we afdongen) besloten we over het ijs weer terug te wandelen. Dit is natuurlijk erg leuk maar aan de andere kant moet je er dan ook weer af. Daar zijn de oevers echter hoog en waar dat niet zo was hadden ze de oevers ijsvrij gehakt. Uiteindelijk komen we met veel geklauter weer op het droge en vervolgen we onze wandeling door het park.

Op de terugweg nemen we naast de bus ook nog een stuk metro om de reis wat te versnellen. Ook kunnen we dan nog wat shoppen in het centrum. Zo langzamerhand hebben we het openbaar vervoer aardig doorgrond, maar Beijing is ook relatief eenvoudig omdat de straten recht zijn en in het Pinyin (romeinse schrijfwijze van de chinese tekens) zijn aangegeven. Dat Pinyin is trouwens uitgevonden door de Chinese regering om de klanken van tekens vast te leggen. Het is namelijk voor een chinees onmogelijk om alle tekens te kennen. Het Pinyin is er ook de reden voor dat iedereen nu Beijing zegt, en niet meer Peking. Veel chinezen vinden Pinyin maar onzin en voor buitenlanders.

De Chinese Muur

Op maandag staat het dan te gebeuren: we gaan naar de muur. Niet de gerenoveerde muur bij de toeristenplek Bandaling, maar naar Simatai, waar de muur nog grotendeels in zijn oorspronkelijke staat is. De reis erheen is kleumen geblazen, de oude coaster is niet echt verwarmd en de isolatie bestaat uit wat tape om de ramen en de deur. We doen een kleine 4 uur over de 100 km en zijn blij dat we niet hebben hoeven duwen.

Na een plaspauze en wat opwarmen met een bak dure thee gaan we op weg. De entree is weer verhoogd: 30 yuan maar vooruit. Onderweg naar de muur wordt ons een paardritje aangeboden en de gebruikelijke boeken en ansichtkaarten. Een vrouwtje probeert zelfs met ons mee te lopen om overal tekst en uitleg te geven. Vriendelijk doch dringend verzoeken we haar achter te blijven, wat ze uiteindelijk dan maar doet.

Dan begint de beklimming. Erg steil gaat de muur omhoog. Hier is de muur nog behoorlijk intact, maar de treden zijn erg ongelijk wat het klimmen lastig maakt. Sabine's zere kuit speelt weer op en we moeten vaak rusten. Bovendien staat er een ijskoude wind en we vragen ons bij de tweede toren af hoever we nog zullen klimmen.

We laten ons echter niet kennen en gaan dapper verder. Bij torens 4 en 5 worden de uitzichten nog mooier en steile klimmen wisselen zich nu af met flauwe. De muur en de torens vertonen wel steeds meer slijtage, maar voor mensen zonder hoogtevrees en een goede conditie nog goed te doen. Regelmatig kunnen we ook langs de muur uit de wind in het zonnetje lopen en dan is het ineens lekker warm. Dit alles houdt onze moed erin en we stappen, met regelmatige rustpauzes, vrolijk door.

We hebben al een tijdje een richtpunt in het gezicht. Daar moet het hoogste punt liggen en dan gaan we terug. Daar aangekomen echter gaat het nog een torentje omhoog, en nog één. Als er op een bepaald stukje nauwelijks muur staat en we over rotsen klauteren denken we er wel bijna te zijn. Maar nee, hij gaat nog verder. Sterker nog, we krijgen nu een heel lang stuk in zicht over een hele hoge bergkam. Dat gaat ons niet lukken. Het nieuwe doel is de volgende toren, wat zo te zien wel het voorlopig hoogste punt is.

Sabine op de muur En inderdaad, bij de volgende toren staat een bordje. Het vervolg van de muur is erg slecht en verder lopen wordt verboden. Het lijkt echter mee te vallen en omdat hier zogenaamde binnenmuren gebouwd zijn ter verdediging van belagers die de muur binnengedrongen zijn, klimt Patrick nog even verder. Al snel bereikt hij echter het voorlopig hoogste punt en hoewel er verderop nog toeristen klauteren is wel duidelijk dat je niet veel verder komt. Nog even genieten van het uitzicht en dan de 13 torens weer naar beneden.

Naar beneden gaat een stuk sneller dan naar boven. Maar gemakkelijk is anders. Al snel gaan je benen een soort bibberen en je hebt je volledige aandacht nodig op de ongelijke treden. Onderweg komen we af en toe een paar anderen (meestal uit ons busje) tegen, maar vaak hebben we de muur voor onszelf. Beneden loopt Patrick nog even door naar het punt waar de muur de rivier bereikt. Aan de andere kant loopt de muur dan weer omhoog de berg op, maar om daar te komen moet je terug en dan een brug over waar een wachter weer geld staat te vangen. Dat doen we dus maar even niet.

Terug bij de bus is het half vier. Om 4 uur vertrekken we weer en dus nemen we eerst nog wat kip met noedels in een klein tentje. De terugreis, die begint na het opnieuw afplakken van de deur, is weer even lang en koud zodat we moe, koud maar voldaan om 8 uur weer terug zijn.

Een veender in Beijing

Eerste kerstdag hebben we afgesproken met Sjaak van der Kamp. Dit is een veender die zo'n 4 jaar geleden naar Beijing verhuisd is en daar een bloemenbedrijf runt. Aanvankelijk missen we de afspraak omdat we bij de verkeerde katholieke kerk staan te wachten (er zou er maar één zijn) maar even later ontmoeten we hem dan toch. Het is hier gewoon een werkdag en dus brengen we een bezoek aan zijn kantoor. Hij vertelt over zijn leven en bedrijf in Peking en praat honderduit.

's Middags brengt Sjaak ons naar de bloemenmarkt van Beijing waar zijn chinese vrouw de boel runt. In een grote hal zijn alle bloemenwinkels verzameld, zoals in China alle winkels van dezelfde soort bij elkaar staan, en we kijken onze ogen uit. Het bedrijf van Sjaak is hier zowel groothandel (met inkoop in Nederland) als gewone bloemenwinkel en aan de drukte te zien gaan de zaken goed. Wel moet hij hier steeds op zoek naar nieuwe handel, omdat Chinezen heel snel zijn in het kopieren van de business. Momenteel zijn de chinezen dan ook bezig om de bloemenmarkt naar de hele straat uit te breiden.

Het was erg leuk om Sjaak weer eens gezien te hebben en om van dichtbij mee te maken hoe de bloemenbusiness in China draait. Duidelijk is dat de handel hier nooit stilstaat, chinezen werken als het moet 7 dagen per week 12 uur per dag door en hebben alleen met Chinees nieuwjaar vrij. Hoezo ATV? We hebben zo ook de dure kant van Beijing kunnen zien, want in China moet je een duur kantoor en dure auto hebben, anders zien ze je niet staan.

Merry Christmas

Aan kerstmis wordt in China niets gedaan. Wel hangen vele restaurants vol met kerstmannetjes en versiering, maar niemand weet wat het betekent. Blijkbaar vindt men de versiersels wel mooi en denken ze extra toeristen te trekken, maar verwacht niet dat men in een zaak waar 'Merry Christmas' voor de ramen hangt ook maar één woord Engels spreekt. Wij vieren onze kerst dus ook sobertjes met een chinese maaltijd.

Tweede kerstdag checken we uit en gaan we naar het grote luxe Beijing West treinstation. We stallen onze bagage en gaan nog even wandelen. We komen bij het 'wetenschap en kinderen park' (niet uit de keizertijd dus gratis) waar van alles te beleven is. Vooral in de zomer natuurlijk, maar nu wordt er geschaatst en gevist op het bevroren meertje. Een paar vrouwtjes proberen de eendjes te voeren maar die vinden net als wij het chinese brood niet te vr.... En ook zien we nog wat Tai Chi beoefent worden, erg grappig.

Dan gaan we maar weer richting het enorme station om uit te vinden waar onze trein vertrekt. Het station lijkt wel een vliegveld. Eerst moet de bagage door de röntgenapparatuur. Dan kun je op de schermen uitzoeken in welke wachtruimte je moet gaan zitten. In die wachtruimte is het enorm druk en pas wanneer het tijd is om te boarden mag je door de poortjes, waar je treinkaartje gecontroleerd wordt, naar het perron. En bij dat alles horen natuurlijk veel winkels, wat zeg ik, hele warenhuizen. Dat alles taxfree is ontbreekt er nog maar aan. Dit is Beijing in de 21ste eeuw, en nu maar hopen dat ze iets van het Beijing uit het verleden behouden.

Ga terug naar: Trans Mantsjoerije Express

Ga door naar: Smog alarmfase 7 in Xi'an

Ga naar het overzicht van China

Wereldreis zonder vleugels