|
||||||||||||||||||||
|
Onder de rook |
|||||||||||||||||||
|
Datum: 18-21 Januari 2003
Napels is de derde stad van Italië, maar wel de drukst bevolkte. Het is prachtig gelegen aan de baai van Napels en onder de rook van de nog actieve Vesuvius. Belangrijkste reden voor ons bezoek aan deze stad is ook deze vulkaan, of eigenlijk de verwoesting die hij heeft aangericht in de oude Romeinse stad Pompeï. CamorraAls ons vliegtuig voet aan de grond zet pakken we eerst de trein naar Rome. Hier overnachten we nog even op bekend terein voordat we de volgende morgen koers zetten naar Napels. De treinrit gaat door een mooi landschap, met veel bergen met dorpjes en steden daar op en tegenaan gebouwd. Naarmate we Napels naderen wordt het steeds dichter bevolkt, en niet met de mooiste huizen. Hoogbouw van de lelijke soort is duidelijk het devies hier. Om bij het centrale station van Napels uit te komen moeten we nog een stukje met de metro afleggen. Dan stappen we uit op het grote piazza Gibraldi. Niet bepaald een mooi plein, maar wel druk, met vele bussen, taxi's en andere auto's. Langs de zijkanten wordt veel op straat verkocht. De Camorra (lokale maffia) probeert ons in deze omgeving aan de sigaretten, drugs, prostitutie, maar vooral aan de mobiele telefoons en videocameraatjes te helpen, maar wij houden moedig stand. We vinden een aardig hotelletje en installeren ons dus in deze gezellige buurt. Kerken en kerststallenDe zondag lijkt ons een mooie dag om Napels te verkennen. Het duurt even voordat we het oude centrum bereiken, met zijn vele kerken. De eerste is meteen de Duomo, de kathedraal. Er is een mis bezig, maar we kunnen er gewoon rondkijken. Het meest bijzondere is de kapel van St. Giovanni, de beschermheilige van de stad. In het mooie altaar zouden nog 2 vaatjes bloed van hem staan, dat driemaal in het jaar zou koken om de stad te behoeden voor ontij. Geen overbodige luxe met de Vesuvius zo dichtbij, al lijkt het ons vooral een excuus om drie keer in het jaar een flink feest te hebben. De duomo blijkt niet bepaald de enige kerk in het historische centrum van Napels. In het doolhof van nauwe straatjes staan er velen, mooie maar ook lelijke, meestal wel met een paar beelden opgeleukt. Opvallend zijn ook vooral de winkeltjes met wat we eerst aanzien voor groene poppenhuizen. Bij nadere inspectie blijken het uitgebreide kerststalletjes te zijn, met hele grottenformaties, watervalletjes en noem maar op. Het is net kerst geweest, maar de winkeltjes verkopen bijna niks anders. Modern met kastelenWe naderen het wat modernere gedeelte van de stad. Hoewel, hier staan ook de grote monumenten, zoals het kasteel met drie mooie torens en poort, het theater, koninklijk paleis en, uiteraard, een grote kerk. Deze laatste twee staan aan het grootste plein van de stad, waar het een gezellige drukte is met veel kinderen op hun nieuwste speeltje, de gemotoriseerde step. We aanschouwen het even voor we doorgaan naar het andere kasteel, die op het ei. Dit kasteel ligt op Santa Lucia, een eilandje in de baai van Napels. Het kasteel, dat een beetje plomp toont, wordt omringd door een paar smalle straatjes met sjieke restaurants. In de zomer vast heel gezellig, maar nu wat uitgestorven, op de vele auto's na, vreemd dat ze het eiland daar niet voor afsluiten. Na een blik op de baai met daarachter de Vesuvius eten we een pizza op een terras en wandelen we via de winkelstraat terug naar het centrum en ons hotel. Waar we eigenlijk voor naar Napels gekomen zijn, zijn de ruïnes van Pompeï. Op maandag nemen we het treintje dat om de Vesuvius rijdt richting dit stadje. Onderweg zien we dat men niet echt bang is voor een nieuwe uitbarsting: de omgeving van de berg is helemaal volgebouwd met drukke buitenwijken en tegen de stad en de berg aangegroeide steden. Ook Pompeï is herbouwd, dus we moeten opletten dat we bij de juiste halte uitstappen, die van Pompeï Scavi, de ruïnes. Meer dan alleen resten in PompeïAls we de stad betreden weten we nog niet goed wat ervan te verwachten. Andere ruines bestaan vaak slechts uit wat overblijfselen van tempels, maar hier is het duidelijk anders. Alle straten van het stadje zijn nog geheel intact, evenals de meeste muren van de huizen. De daken en het interieur van de huizen zijn meestal wel verwoest, maar je kan je wel een indruk maken van hoe men hier leefde. Vooral rijkere Romeinen woonden hier, en diverse mooie muurschilderingen en mosaïken zijn nog te zien. Ook zijn specifieke huizen als de bakkerij, snackbar en bordeel nog goed herkenbaar. Naast de gewone huizen zijn er zoals in elke ruïnestad natuurlijk nog tempels en amphitheaters. We moeten meer zoeken naar waar Pompeï ook beroemd om is: de gipsafdrukken van menselijke figuren die zijn omgekomen tijdens de uitbarsting van de Vesuvius. Op enkele plekken vinden we vitrines met daarin zulke figuren. De stad is verder helemaal schoongemaakt van alle vulkanische as, zodat ze de enige, makabere getuigen vormen van de verschrikking die hier heeft plaatsgevonden. Tegenwoordig vormen de ruïnes met op de achtergrond een slapende Vesuvius een bijna vredige aanblik. We doen nog een daagje rustig aan in Napels voordat we verder gaan. Het weer slaat om en het regent, zodat van het voorgenomen winkelen weinig terecht komt, al weten we in de uitverkoop nog een paar schoenen voor Patrick te bemachtigen. Ook kunnen we niet meer genieten van de mooie plekjes die de drukke, chaotische stad Napels zeker heeft. Ga terug naar: De laatste loodjes in Afrika Ga door naar: Kunst en historie Ga naar het overzicht van Italie |