|
||||||||||||||||||||
|
Rustig Köycegiz |
|||||||||||||||||||
|
Datum: 1-2 November 2002
We hebben weer even genoeg van de zuidelijke kuststadjes van Turkije en trekken landinwaarts. Hoewel, we gaan naar het meer van Köycegiz, dat via een kort riviertje toch weer in verbinding staat met de zee. Maar het is alles behalve een zee-resort. Dubben in de busTerwijl we in een Dolmus (Turkse bemo) naar het busstation zitten zien we nog wat van de oude ruïnes van Fethiye. Niet veel meer dan het amphitheater, maar dat pikken we toch nog even mee. Het busstation ligt zoals zo vaak net buiten het stadje, maar gelukkig hoeven we nu niet zo ver met onze bepakking te lopen. Op het station is de bus zo gevonden en even later zijn we weer op weg. We hebben nog even zitten dubben waar we ons naartoe zouden laten brengen. We wilden naar het meer van Köycegiz, maar behalve de plaats met dezelfde naam ligt ook Dalyan daaraan. Dalyan is waar de meeste toeristen heengaan, het ligt strategisch tussen het meer en de zee en vlakbij de ruïnes van de Lycische stad Kaunos. Het ligt echter wat ver van de doorgaande weg af, en daarom kiezen we voor het veel rustigere Köycegiz, vanwaar we ook alles kunnen bezoeken. Het busstation ligt uiteraard weer buiten het stadje en we laten ons overhalen om een taxi te nemen. die brengt ons direct naar het Tango pension, waar we met open armen worden ontvangen. Het is een echt backpackerspension, maar wel met mooie tweepersoonskamers. Na het inchecken gaan we nog even in de tuin zitten, waar we gezelschap krijgen van een paar katten, gezellig. SpiegelOns pension ligt in een erg rustig straatje op een steenworp afstand van het meer. Als we daarheen lopen valt het op hoe rustig ook dat meer erbij ligt. Er wordt niet in gevist (behalve door de aalscholvers) en de paar toeristenbootjes liggen aan de kant. Bovendien is het bijna windstil zodat het meer er als een spiegel bijligt. We wandelen langs de waterkant naar het centrum. Ook hier is het heerlijk rustig. We zitten natuurlijk buiten het seizoen, maar het lijkt erop dat het ook in de zomer hier rustig is. Op het pleintje eten we een döner kebap bij een aardige verkoper voor we verder het centrum verkennen. Wat overigens ook niet meer oplevert dan een paar winkelstraatjes en moskees. Kalmpjes lopen we dan maar weer terug. Terug bij het pension vermaken we ons met wat andere backpackers, een film, diner, en natuurlijk de katten. Buiten wordt een kampvuur aangestoken en verschijnt er een buikdanser. We kijken het even aan maar vinden toch dat deze sport door vrouwen moet worden beoefend en niet door een besnorde Turk. Hollandse boottochtVoor de volgende dag hebben we een boottour geboekt. Met 3 anderen (een spanjaard met Amerikaanse vriendin en een amerikaan) stappen we op de boot die over het gladde meer koers zet naar de andere kant. We mogen natuurlijk zelf nog even achter het roer, maar genieten vooral voor op het dek van het mooie uitzicht. Aan de andere kant van het meer varen we het kanaal richting zee in. Het wordt omringd door rietkragen en we wanen ons even in de Hollandse polders, afgezien van de bergen op de achtergrond. Er verschijnen steeds meer bootjes langs de oever en dat komt tot een climax als we langs Dalyan varen. Honderden toeristenbootjes liggen hier aan de wal. Ook zien we vele hotelletjes, maar vanwege het seizoen is het ook hier rustig. Even voorbij Dalyan verschijnen de rotsgraven in de bergen. Ze zijn soortgelijk aan die van Myra (typisch voor de Lyciërs), maar wat meer verspreid over de rotswand. De bijbehorende stad Kaunos bezoeken we niet. Geen tijd voor omdat het vroeg donker wordt, maar bovendien schijnt er niet al te veel te zien te zijn. Het kanaal splitst zich nu op in een labyrinth van slootjes door het riet. We wanen ons nu in Giethoorn, al is onze boot wat luidruchtiger dan een fluisterbootje daar. De kapitein vindt zijn weg en na een uurtje zien we de zee verschijnen, van het labyrinth gescheiden door een landtong met aan de zijkant een enkele snelstromende uitgang. De zeezijde van de landtong vormt het zogenaamde turtle-beach, schildpaddenstrand. Dit is één van de plekken langs de Turkse zuidkust waar de zeeschildpadden hun eieren leggen. De boot legt aan aan de andere kant van de landtong. SchildpaddenWe dwalen wat over het schildpaddenstrand. We zien vele sporen in het zand en vragen ons af of die van de kleine schildpadjes zijn. Het is wel buiten het seizoen en het is veel waarschijnlijker dat ze van de vele krabbetjes zijn, maar we willen het graag geloven. Er staat op het strand een lijn gemarkeerd waarachter je niet mag zonnen, vanwege de mogelijke nesten. Maar wellicht geldt dit alleen voor de strandstoelen, want de weinige toeristen die er zijn liggen er met hun handdoekje wel gewoon achter. Wij nestelen ons aan het einde van de landtong, vlakbij het snelstromende kanaal. Na te zijn opgewarmd door de zon besluiten we tot een duik in het water. We lopen de zee in maar het wordt maar niet dieper dan kniehoogte. Alleen in de buurt van het kanaal wordt het dieper, maar hier stroomt het ook erg sterk en is het dus gevaarlijk. Sabine houdt het voor gezien, en Patrick waadt nog wat door het water als hij plots een steen ziet bewegen. Maar nee, het blijkt een zeeschildpad die langs hem door het water zweeft. Prachtig gezicht, maar het heeft geen zin hem te volgen want hij is veel te snel. Als Sabine er van hoort komt ze ook snel weer het water in, maar het blijft bij die ene schildpad. ModderfiguurTerug aan boord krijgen we een smakelijke maaltijd alvorens we weer koers zetten naar Köycegiz. Als we Dalyan weer gepasseerd zijn leggen we aan bij de modderbaden. We volgen de instructies en smeren ons helemaal vol met de groene drab. Alleen Sabine heeft het geduld om het in de zon te laten drogen en zich dan opnieuw in te smeren. De rest, Patrick voorop, holt naar de koude douche om het weer af te spoelen en snel naar het warme bad te hollen. Heerlijk, ondanks de zwavelgeur. We zijn voor het donker weer thuis, waar we nog even snel onder de douche stappen om de zwavelgeur af te spoelen. Dan gaan we het dorp in, waar we een leuk klein restaurantje vinden waar we heerlijk te eten krijgen. Er hangen fotoos aan de muur van de enige keer dat het in Köycegiz sneeuwde, en raken daarover aan de praat met een vrouwtje. We laten haar maar in de waan dat het in Holland in de winter altijd sneeuwt. Na twee daagjes keren we Köycegiz de rug alweer toe. Toch een beetje te rustig, al zal dat in de zomer juist een verademing zijn. Het pension zorgt nog voor wat leven in de brouwerij, al houden wij het bij een videootje met de katten op schoot. Ze zorgen nog wel voor een prima service en zetten ons af op het busstation. Ga terug naar: Backpackerscruise Ga door naar: Griekse cultuur in Turkije Ga naar het overzicht van Turkije |