Gastenboek E-mail update Reislinks

Gegriezel in Roemenië


Belevenissen vooraf
Voorgaande reizen
Algemene zaken
Europa
Rusland
China
Vietnam
Cambodja
Thailand
Maleisië en Singapore
Indonesie
Laos
Turkije
Griekenland
Italie
Afrika
Weer thuis

Datum: 5-11 Oktober 2002

De drie provincies Wallachië, Moldavië (niet het land), en Transylvanië zijn pas na de eerste wereldoorlog herenigd tot het huidige Roemenië. Na de tweede wereldoorlog volgde weer een andere zwarte pagina in het boek, en nu dat allemaal voorbij is wil men erg graag toetreden tot de Europese Unie. Maar daarvoor moet nog erg veel gebeuren in het arme land. Wij trekken door Transylvanië en Boekarest op een griezeltrip door het land van Dracula.

Zichtbaar armoediger

Vanaf het moment dat we met de trein de grens overgaan wordt duidelijk dat we in een ander land zijn. Waar in Hongarije nog wel iets van het oude oost-europa zichtbaar is, is het in Roemenië nog overal. De mensen zijn hier nog erg arm, oude auto's hebben de overhand en we zien zelfs nog veel paard en wagens op de wegen. De mensen zien er ook nog wat armoediger uit, maar zijn wel vriendelijk. In de trein ontmoeten we 2 meisjes die ons graag naar een hostel in Sighisoara willen begeleiden en ondertussen vertelt één van hen haar levensverhaal. In de steek gelaten door haar moeder leeft ze nu van het verkopen van kranten in de trein. Ze bedelt niet maar we weten niet wat we ervan moeten denken.

Rond kwart voor 6 komen we aan in Sighisoara, Transylvanië, de geboorteplaats van Vlad Tepes. Deze brave man leidde eeuwen geleden het verzet tegen de turken. Hierbij had hij de brute gewoonte om zijn overwonnen tegenstanders aan een paal te rijgen bij de poorten van een stad. Vandaar zijn bijnaam Vlad the Impaler. De wreedheid van deze man heeft model gestaan voor graaf Dracula (zoon van Dracul), hoewel die er weer hele andere methoden op na houdt.

Sidder en beef

Het schemert al en het is druilerig als de meisjes ons naar een hostel begeleiden. Maar we willen graag nog wat vergelijkingsmateriaal en Sabine gaat dus met een jongen in een lange donkere jas mee om wat anders te bekijken. Door de schemer en de motregen lopen ze over de slecht verlichte straat. Op een gegeven moment gaat hij in het donker door het struikgewas via een stenen trap een heuvel op. Sabine volgt en komt even later bij de oude stadsmuur aan, waar ze door een poort heenkan. Even verderop staan een paar oude huizen en bij één van hen wenkt de jongen haar naar binnen te komen. Wat er dan gebeurt valt met geen pen te beschrijven, maar het is goed dat Sabine haar knoflook en houten pin bij zich heeft. We besluiten toch maar in het hostel te blijven.....

De mensen in het hostel zijn erg vriendelijk, en verwijzen ons naar een goede pizzeria, waar we even tot rust komen. We hebben er een goede maaltijd, spreken nog met een paar Nederlanders die hier werken en terug in het hostel is het ook nog even gezellig. Alleen 's nachts in de koude slaapzaal waar we veel slaande deuren horen keert het spookachtige gevoel weer terug. De volgende morgen besluiten we dan ook om toch maar te verhuizen. Hotel Chic vlakbij het station is veel goedkoper en we hebben er een tweepersoonskamer met verwarming en TV. Alleen wat minder gezelligheid.

Mooi stadje

De zon schijnt vandaag en dus is er geen spoor meer van de spookachtige sfeer van gisteravond. We beklimmen de stenen trap en komen de stadsmuur binnen door een mooie poort. We wandelen door de middeleeuwse straatjes en al snel duikt daar de mooie klokkentoren op, met vlak in de buurt het huis van Dracula. Tegenwoordig is het een restaurant en alleen het bord buiten herinnert aan de vroegere bewoner.

In het straatje naast het huis zien we het begin van een wandelroute aangegeven. We volgen die en komen langs de verschillende torens van de stadsmuur en de oude huizen, ieder met een eigen verhaal. Ook beklimmen we de overdekte oude trap naar de oude school en de kerk die beiden hoog boven het stadje uitrijzen. Achter de kerk lopen we nog even het kerkhof op, maar het is waarschijnlijk te mooi weer voor de zombies om tevoorschijn te komen. Het valt ons wel op dat vele graven Duitse teksten bevatten. Transylvanië blijkt lange tijd tot het Hongaars-Oostenrijkse rijk behoord te hebben, vandaar.

Terug bij de klokkentoren zoeken we nog of er iets van Dracula te vinden is. Behalve een buste en wat souvenirstalletjes vinden we echter weinig. Het museum in de toren gaat over de middeleeuwse geschiedenis, met veel gereedschappen van de verschillende gildes. Ook kunnen we het klokmechanisme van dichtbij zien, met de 7 figuren om de verschillende weekdagen aan te geven. En natuurlijk een mooi uitzicht over de stad.

Weer beneden gaan we lekker op een terrasje van de zon genieten. We zijn niet de enigen op deze zondag en we roddelen vrolijk over de anderen. Als we beneden rond de heuvel met de oude stad heen lopen valt ons op dat dit gedeelte van de stad ook best mooi is. We komen nog langs een camping die nu verlaten is en Patrick tovert zijn 3 woorden Frans tevoorschijn om met de eigenaar te babbelen, die zijn fotoboek laat zien, ondermeer met een zomers griezelfeest en de overstroming die ze ook hier gehad hebben. We spreken af nog eens in de zomer terug te komen.

Films kijken

De volgende dag willen we een fiets huren om de omgeving te bekijken. Maar helaas, het weer is volledig omgeslagen en het is weer donker bewolkt en druilerig. We blijven dus maar lange tijd op onze kamer films kijken, ook wel weer eens leuk. 's Middags gaan we nog wel even het stadje in, maar er valt weinig te shoppen en buiten is er ook weinig te doen. Wel eten we 's avonds nog lekker, maar André van Duijn had gelijk: Alles ziet er anders uit als de zon schijnt.

We pakken de trein om door te gaan naar Brasov. In onze coupé zit een Nederlander die werkt voor Amnesty International en bezig is met een project voor de zigeuners. Deze bevolkingsgroep wordt hier erg gediscrimineerd en is erg arm. Op straat worden we regelmatig lastig gevallen door bedelende zigeunerkinderen. Het blijkt erg moeilijk om voor deze mensen iets te doen, hun cultuur verschilt erg veel van de onze. Zolang die verschillende culturen vreedzaam naast elkaar kunnen leven is dat geen probleem, maar ja...

Brasov

Op het station van Brasov worden we direct aangesproken door een jongen van het Villa Elvis Hostel, van dezelfde keten als in Sighisoara. We gaan met hem mee in een taxi en worden er hartelijk ontvangen. Ook kunnen we ons meteen inschrijven voor een kastelentour voor de volgende dag, prima!! Maar eerst gaan we Brasov zelf maar eens verkennen. De zon schijnt weer dus na de mooie St. Nicolas kerk te hebben gezien en naar het centrale plein te zijn gewandeld, nemen we plaats op een terras om wat te eten.

Brasov is ook weer een oude middeleeuwse stad, met een centraal plein rond het raadhuis. Daar omheen mooie huizen en veel kerken, waaronder de enorme zwarte kerk, zo genoemd vanwege een brand in de 16e eeuw die de muren zwart blakerde. De oude stad zit ingeklemd tussen de heuvels en één daarvan kunnen we met een kabelbaan op voor een mooi uitzicht. Een wandelroute met wel wat steile stukken brengt ons weer beneden. Daar ontmoeten we een Duitse jongen die honderduit vertelt over de stad, die voor de revolutie Stalin moet hebben geheten. Ook heeft hij goede tips voor restaurants, die we naar volle tevredenheid opvolgen.

Kastelentour

De volgende dag is het dan zover: de kastelentour. Het duurt even voor we vertrekken, maar dan gaan we toch op pad met een vol minibusje en nog een gewone auto. Eerste stop is kasteel Rastov, de oudste van de drie die we bezoeken. Na een fikse wandeling bergop verschijnen de kasteelmuren. Eenmaal binnen krijgen we een kleine uitleg in het mini-museum en dan kunnen we zelf rondkijken. Eigenlijk valt er niet zoveel te zien. Behalve de ommuring en een paar kleine gebouwtjes staat er niet veel meer overeind. De grote kerk die op het hoogste punt stond is helemaal weg, maar we kunnen daardoor wel van het uitzicht rondom genieten. Verder is men er druk aan het werk om de boel te renoveren, dus misschien zijn we er wel weer te vroeg gekomen.

Dan na een uurtje rijden komen we bij Bran kasteel. Dit kasteel heeft model gestaan voor het kasteel van Dracula. Beneden zijn er dan ook vele souvenirstalletjes met spullen van deze griezelgraaf. In werkelijkheid is Vlad Tepes hier slechts als bezoeker geweest, zijn eigen kasteel staat in het westen van Roemenië. Bran is in het begin van de 20e eeuw het zomerkasteel geweest van de Roemeense koning. We krijgen een rondleiding door het mooie gebouw met vele nauwe trappetjes, doorgangen en mooie kamers. Het is precies hoe je je een kasteel zou voorstellen, inclusief binnenplaats met wensput.

Onderweg naar het derde kasteel passeren we een zigeunerdorp. Kleine armoedige huisjes, maar geen woonwagens. Andere vooroordelen worden door Andrea, onze gids, wel bevestigd. Ze willen niet werken, zijn dus arm, stelen veel en worden door de rest van de bevolking niet geaccepteerd. Uit haar commentaar kunnen we slechts het laatste met zekerheid constateren.

In het zonnetje

Als we eindelijk in het wintersportplaatsje Sinaia aankomen is het lunchtijd. We schuiven aan op het terras van een echte wintersport-stube. Hier leren we de rest van de groep wat beter kennen. Er zijn er een paar bij die allerlei spelletjes en geintjes uithalen en de sfeer zit er met een paar pilzen goed in. Het is ook heerlijk warm in het zonnetje en iedereen zit te genieten, al is de maaltijd niet zo geweldig.

Vanwege de trage bediening moeten we nog flink opschieten om op tijd voor de rondleiding bij kasteel Peles te zijn. Het is een schitterend kasteel, zowel van buiten als van binnen. De rondleiding die we krijgen is echter zo stijf en saai dat we blij zijn als hij afgelopen is. We moesten ook nog eens slofjes over onze schoenen heen doen en mochten vooral geen fotoos maken. Na ons was er blijkbaar nog een groep belangrijke mensen, want we werden snel omgeleid. Buiten is het beter toeven in de mooie kasteeltuin en in de zon.

Fort

Terug in Brasov besluiten we nog een dagje te blijven zodat we niet direct achter treinkaartjes aan hoeven te gaan. De volgende dag zien we de zon echter nauwelijks. Het is nog wel lekker weer zodat we een wandeling maken naar het fort van Brasov op een heuvel aan de andere kant van de stad. Het is wat lastig te vinden omdat het slecht aangegeven staat, maar het is zeker de moeite waard. Het fort is goed onderhouden en herbergt een sjiek restaurant en een paar biertenten, die helaas gesloten zijn. Na een wandeling rondom keren we dus maar weer terug.

Weer in het oude centrum gaan we nog even op zoek naar de stadsmuur. Na even zoeken vinden we het straatje daar naartoe en we wandelen langs een mooi kabbelend beekje aan de ene kant en de muur aan de andere kant. We kunnen ook nog de heuvels op voor een mooi uitzicht over Brasov. Daarmee, en met een goede maaltijd in één van de prima restaurants beëindigen we ons bezoek aan Brasov en Transylvanië.

Toch naar Boekarest

Het regelen van een treinkaartje naar Bulgarije blijkt in Brasov vreemd genoeg onmogelijk. We worden verwezen naar Boekarest, maar in het treinschema zit maar 10 minuten overstaptijd voor de trein naar Bulgarije. Dat gaat waarschijnlijk niet lukken, en dus zijn we min of meer verplicht om een dagje in Roemeniës lelijke hoofdstad te verblijven.

De trein doet er nog aardig lang over om Boekarest te bereiken. Maar rond het middaguur staan we dan op het Noordelijke station van deze hoofdstad. We zijn gewaarschuwd om niet mee te gaan met mensen op het perron, dus we negeren de jongeman die ons aanspreekt, al lijkt hij vrij onschuldig. Voor die ene nacht hebben we ook geen zin om ver van het station iets te zoeken dus boeken we een nacht in een goedkoop hotel om de hoek.

En dan op zoek naar tickets naar Bulgarije. Maar om die te kopen moet je het station weer in, en dat mag dus niet zonder treinticket!! Rare jongens die Roemenen, en de bewaakster bij de deur is niet bepaald hulpvaardig. Maar uiteindelijk vinden we ook nog ergens een loket in een bijgebouw en daar kunnen we terecht. Hoewel, die vertelt ons dat we pas morgen een kaartje kunnen kopen. Nou ja, in ieder geval weten we nu wel de prijs.

Nu we er toch zijn, willen we toch wel iets van de stad zien. Dus hup op weg met de metro. Het duurt even voor we uitgevogeld hebben welke we moeten hebben. De cirkellijn in ieder geval, maar alleen de eindbestemmingen daarvan staan aangegeven, en daar valt niet uit op te maken welke links- of rechtsom gaat. We nemen dus de verkeerde en stappen bij de volgende halte uit om weer terug te gaan. Toch is het handig, zo'n metro, want een kwartier later zijn we aan de andere kant van de stad.

Grootse lelijkheid

Als we uitstappen staan we aan de rand van een flink braakliggend terrein. Hier had Ceaucescu destijds grootse plannen mee, maar daar kwam hij niet meer aan toe. Waar hij nog wel aan toe kwam zien we aan de andere kant van het grasveld: het parlementaire paleis. Dit oerlelijke grijze gedrocht is het op één na grootste gebouw ter wereld, hoewel het na dat vliegtuig op het Pentagon wellicht de koppositie heeft overgenomen. We lopen erlangs, en verbazen ons ook over het enorme plein aan de voorzijde ervan. Hier gebeurt verder niets mee, het vele verkeer heeft maar een klein gedeelte ervan nodig. Misschien een leuke oefenplaats voor de slipschool in de winter.

We lopen verder langs een brede boulevard met bomen en sovjetflats aan de zijkanten. Vanwege dit soort boulevards noemt men Boekarest graag het Parijs van oost-europa, maar dat lijkt ons ietwat overdreven. Hoewel ze zelfs een eigen Arc de Triomphe hebben, die we overigens niet gaan bekijken.

Aan het eind van de boulevard gaan we de oude binnenstad in. Eerste point of interest is het oude hof van onze vriend Vlad Tepes. Hier is echter zeer weinig van over, dus door naar de oudste kerk van Boekarest, die ernaast staat. Hier is het een drukte van belang, mensen lopen langs de beelden aan de zijkant en halen achterin een soort zegen van een priester. Doet ons een beetje denken aan de taferelen in de kerken van Midden-Amerika, maar dan anders. Het zal wel een feestdag zijn ofzo.

Afgezet

Verder Boekarest in weer vele imposante gebouwen op oost-europese wijze, met vele standbeelden erbij. Na een tijdje hebben we het wel gezien en besluiten we een restaurant op te zoeken. Dat valt nog niet mee, hier weer geen gezellig centrum met eettentjes. Maar uiteindelijk vinden we een leuk tentje. Alleen moeten we ons schuilhouden zodat de muzikanten niet bij onze tafel komen spelen, en worden we aan het eind van de maaltijd belazerd doordat de prijzen op de rekening niet overeenkomen met die op de menukaart. Van de horrorverhalen van andere reizigers hebben we hier echter geen last gehad, dus klagen doen we maar niet. 's Avonds kijken we nog wat films op onze kamer, en slapen ondanks een feestje in de kamer naast ons rond middernacht in. De volgende morgen staat er een koude wind, we doen snel inkopen en besluiten op het station maar wat te eten voor we op de trein stappen.

Roemenië heeft ons in positieve zin verrast. Mooie middeleeuwse steden en kastelen in Transylvanië, en veel vriendelijke, hulpvaardige mensen. Wel zien we veel armoede, met name onder de zigeuners. Maar van corruptie, berovingen en andere nare dingen hebben we zelfs in Boekarest niets gemerkt.

Ga terug naar: Boeda en Pest

Ga door naar: Veliko Tarnovo, Bulgarije

Ga naar het overzicht van Europa

Wereldreis zonder vleugels