|
||||||||||||||||||||
|
Boring Brunei |
|||||||||||||||||||
|
Datum: 18-20 juni 2002
Om over land van Sabah naar Sarawak (die andere Maleise staat op Borneo) te komen dient het oliestaatje Brunei te worden gepasseerd. Hoewel geheel ingesloten door Sarawak is er geen weg omheen, en ook doorheen valt het niet mee. Brunei heeft ook weinig attracties, maar het is wel weer een extra exotische stempel in je paspoort. De geschiedenisVroeger, voordat de Europeanen naar zuidoost Azie kwamen, was Brunei een groot en machtig land. Behalve het grootste deel van Borneo besloeg het ook gedeeltes van de Filipijnen. Langzaam maar zeker werd het land echter steeds kleiner. Met verdragen onder het mom van bescherming tegen piraten werd steeds meer land afgestaan aan Engels Noord Borneo (Sabah) en Raja Brooke (Sarawak). Op het punt dat het geheel zou verdwijnen vond men echter olie. Vanaf dat moment was Brunei rijk. Behalve de sultan en de oliemaatschappij (Shell), profiteren ook de burgers, er is gratis gezondheidszorg, geen belasting en een hoog minimumloon. Daarentegen is er geen alcohol om je geld aan uit te geven. Ergens voor de kust tussen Sabah, Sarawak en Brunei ligt het eilandje Labuan. Hier werden ooit belangrijke documenten getekend door de sutan van Brunei, de Britse regering en James Brooke, de witte Rajah van Sarawak. Tegenwoordig heeft het eiland een aparte status verkregen, het valt wel onder Maleisië, maar niet onder Sabah of Sarawak. Mooie theorie, in de praktijk is het een belastingvrije haven waar de mensen uit de drie staten goedkoop komen zuipen en gokken. Er is dus een directe bootverbinding zowel met KK als met Bandar Seri Begawan in Brunei, en daar maken wij gebruik van. Eerste kennismakingAls we na 2 boottrips voet aan wal zetten in Brunei en de formaliteiten (6 bier, gekocht in Labuan, moet aangegeven worden bij de douane) hebben afgehandeld, blijken we nog zo'n 30 km buiten BSB te zijn. Geen punt, er zou een bus zijn en geldwisselaars om ons aan de juiste valuta te helpen. Helaas, de bus is net vertrokken en geldwisselaars zijn er al helemaal niet. Een dure taxi lijkt de enige mogelijkheid, maar gelukkig biedt een man ons een lift aan. Onze chauffeur is van een bedrijf in binnenhuisdecoratie en heeft wat spullen uit Sabah gehaald voor een klant. Onderweg vertelt hij ons dat in Brunei bijna niets zelf gemaakt wordt. Met het door olie verworven geld heeft men geen andere handel trachten op te zetten, alles gaat direct naar de mensen. Maar ook die weten het moeilijk op te maken, al het geld wordt gestoken in het huis en de auto. We zien dan ook een hoop aardige optrekjes langs de weg naar BSB. JeugdhostelIn BSB, de hoofdstad van Brunei, worden we netjes afgezet bij de enige budgetaccommodatie in het land: het jeugdhostel. Het is onderdeel van een jeugdsportcentrum en dus is het omringd door een groot sportcomplex en zwembad. Het is wel even lastig om de beheerder te vinden, na het kloppen op zijn deur duurt het 10 minuten voor hij open doet. Maar dan kunnen we ons inschrijven en toont hij onze kamers. Jongens en meisjes slapen hier apart, zelfs in aparte gebouwen, en allebei krijgen we een kamer voor onszelf. Bij Patrick is er nog plaas voor 3 anderen, bij Sabine zelfs 9. Omdat we niet bij elkaar in het gebouw mogen moeten we telkens afspreken hoe laat we elkaar weer buiten zien. Omdat we de beheerder nog niet hebben kunnen betalen gaan we eerst maar even het centrum van BSB in, op zoek naar een bank. Het centrum blijkt maar klein, enkele straten met winkels en restaurants. Daar omheen wat brede wegen met indrukwekkende gebouwen en weer iets verder straten met wooncomplexen. De winkels en de mensen lijken op die in Maleisië, maar toch anders. Alles is hier schoon, maar bovenal erg rustig. Er rijden bijna geen auto's en het gebrek aan wat chaos maakt het wat saai. Na gepind en gegeten te hebben gaan we weer terug voor een duik in het zwembad. De MoskeeOnze enige volle dag in Brunei gaan we natuurlijk wat sight-seeing doen. Eerst naar de grote moskee. dit indrukwekkende gebouw staat symbool voor heel Brunei, plaatjes ervan zie je in elke folder over dit land. We bewonderen hem van buiten en van binnen, al is er binnen niet veel meer te zien dan een enorme hal, prachtig gedecoreerd, dat wel. Buiten is er de kunstmatig aangelegde lagune, half rond de moskee, met in het midden een eiland in de vorm van een soort boot. Helaas is het pad daarheen afgesloten. Kampung AyerVanaf de moskee lopen we dan de steigers op naar het interessantste gedeelte van BSB: het dorp op stelten. De wooncomplexen in de stad staan voor een groot gedeelte leeg omdat het gros van de bevolking hier op het water wil blijven wonen. Het eerste gebouw wat we op het water tegenkomen is een school. We lopen langs de lokalen en moeten dus weer veel zwaaien en "Hallo" roepen. Er is verder niets bijzonders aan de school, behalve dat hij dus op palen boven het water staat. Vanaf de school loopt de steiger naar de huizen. Hoewel duidelijk is dat de mensen in de huizen niet echt arm zijn, wekt het toch een beetje de indruk van een sloppenwijk. De huizen zijn geheel van hout, niet te groot en staan dicht op elkaar. Verder leert een kleine blik onder de huizen ons dat hier geen vuilniswagen langskomt. Het contrast met de stad even verderop is groot. Via een stelsel van steigers zijn alle huizen, die eigenlijk verschillende dorpen vormen, met elkaar verbonden. Toch gebeurt veel vervoer ook per boot. Speedboten scheuren langs de huizen, op zoek naar een vrachtje of personen om over te zetten. Als we 's avonds gaan eten aan de waterkant is het op het water, in tegensteling tot op straat, wel spitsuur. Speedbootjes varen af en aan om mensen uit de dorpen over te zetten. Fascinerend gezicht, al die bootjes, vooral in het donker. Terug op het vasteland gaan we één van de luxe winkelcentra binnen. Deze heb je ook in de meeste steden in Maleisië, maar daar worden ze tenminste gebruikt. Hier is het weer akelig rustig in het gebouw en we vragen ons af of hier wel geld verdiend wordt. Mooi en schoon is het er in ieder geval wel. MuseaHet Brunei museum ligt een aantal kilometers buiten de stad en we hebben geen zin om moeite te doen om er te komen. In plaats daarvan wandelen we langs de moskee naar de twee musea die wel in het centrum liggen. De eerste is het history centre en gaat dus over de geschiedenis van Brunei. Het blijkt een zeer vreemd gebouw met vooral fotoos van officiele gebeurtenissen, zoals de onafhankelijkheidsverklaring en dergelijke. Opvallend is de aanwezigheid van de sultan op vrijwel iedere foto. Het onderschrift vermeldt dan steevast de volledige naam en titels van de sultan, iets wat drie regels in beslag neemt. Behalve de stamboom van de sultan biedt het centre weinig interessants. Het tweede museum is het Royal Regalia Museum, en dit is geheel gewijd aan de sultan. Het duurt even voor we de ingang hebben gevonden, maar dan staan we ook direct in de pracht en praal. In de centrale hal staat de Brunei versie van de gouden koets, omringd door vlaggen en vaandels. Voor we hem verder kunnen bewonderen moeten we het museum door, wat de persoonlijke ontwikkeling van de sultan beschrijft. Fotoos van zijn jeugd, zijn school etc. En dan natuurlijk een hoop fotoos die aantonen dat hij zo gewoon gebleven is: de sultan op een voetbalveld, aan het golfen en paardrijden. En dan de fotoos van de trouwerij en, later, die van de kroning. Alle attributen die daarbij gebruikt zijn staan uitgestald: een gouden troon, kroon, staf, scepter, kris, tot en met een gouden betelnotenkistje. Toch zien we geen foto waarop hij die rooie rotzooi ook kauwt. Het museum vervolgt met een hele galerij met allerlei giften en souvenirs uit allerlei landen. Helaas, Nederland is er niet bij. Als we zijn gepasseerd door een hele schoolklas kleine kinderen in keurige uniforms netjes in de rij, komen we aan bij de optocht-hal. Hier staat een koets met daaromheen alle kostuums van de mensen die in de optocht horen mee te lopen. Alles keurig in het gelid, alleen de mensen in de kostuums ontbreken. Terug naar de grootste hal bij de ingang bekijken we de gouden koets nogmaals. Erachter staan ook weer vele kostuums en vaandels, blijkbaar ook volgens protocol gerangschikt. Aardig onder de indruk van alle pracht en praal vraagt Sabine nog aan een vrouw of ook vrouwen sultan kunnen worden. Ietwat verbaasd antwoordt zij "Nee, wij zijn moslim". Tja, dan heb je als vrouw natuurlijk geen rechten. Wordt het toch nog gezelligWe keren weer terug naar het jeugdcentrum voor een frisse duik in het zwembad. 's Avonds, na het eten, genieten we op de grond voor de ingang van onze pils uit Labuan, koel gemaakt met meegenomen ijs uit een fastfoodtent. Andere gasten van het jeugdhostel, een echtpaar van rond de 40 en een canadese jongen, zitten hier ook op de grond. Het lijkt een beetje samenzweren zo stiekem met mannen en vrouwen bij elkaar en stiekem aan de alcohol. Als er iemand langskomt vraagt die of we de lege bierblikjes onderin de vuilniszak willen plaatsen, men mocht eens zien dat hier gezondigd wordt... Na anderhalve dag houden we BSB weer voor gezien. Hierdoor missen we wel het attractiepark, inclusief grote achtbaan. Het bijzondere hiervan is dat het park, op de enkele toerist na, vrijwel verlaten is. Je kunt dus 10 keer achter elkaar in de achtbaan. Ook deze vorm van vermaak is dus aan de inwoners niet besteed. De busrit naar Sarawak verloopt vlotjes. De afstand is niet groot (klein landje), maar we dienen tweemaal over te stappen en moeten ook tweemaal per veerboot over een rivier, eenmaal te voet en eenmaal met de hele bus. We passeren geen palmolieplantages, wat een verademing is. Wel komen we bij het stadje Seria langs en door de olievelden en raffinaderijen. Nog een attractie die we niet bezoeken is het monument voor het miljardste vat olie, dat bij Seria staat. Het feit alleen al dat dit soort dingen als attracties worden aangemeld in de brochure "visit Brunei" is genoeg voor de jury om Brunei kandidaat te stellen voor saaiste land ter wereld. Ga terug naar: Sabah: Jungle en/of plantages Ga door naar: Sarawak, het verborgen Paradijs Ga naar het overzicht van Maleisië en Singapore |