Gastenboek E-mail update Reislinks

Midden Amerika 1999


Belevenissen vooraf
Voorgaande reizen
Algemene zaken
Europa
Rusland
China
Vietnam
Cambodja
Thailand
Maleisië en Singapore
Indonesie
Laos
Turkije
Griekenland
Italie
Afrika
Weer thuis

De Aankomst

Indiaanse vrouw Na een vlucht van zo'n 10 uur landen we in het donker op het vliegveld van Cancun. Als we in de rij staan voor de formaliteiten blijkt pas wat voor bestemming Cancun is. Hoewel we van onszelf beweren dat we geen vooroordelen hebben, Indiaanse man in klederdracht betrappen we ons erop dat we de meeste mede-passagiers van de vlucht karakteriseren als "typische badgasten": veel opzichtig geschminkte dames, macho heren en er wordt erg veel gerookt. Bij de uitgang van het vliegveld vinden we Desiree, onze reisleidster die een bordje van The Shoestring Company omhooghoudt. Tot onze opluchting blijken onze reisgenoten niet van het type badgast en nadat we in het busje gestapt zijn is iedereen blij dat we zo snel mogelijk vertrekken uit dit Benidorm van Mexico.

In het busje gaan van de meesten al snel de oogjes toe en pas als we vlakbij Valladolid zijn gaan de oogjes weer open. Het plein van dit provinciestadje is mooi verlicht en zo krijgen we al een indruk van dit spaans aandoende stadje. Ons hotel ligt aan het centrale plein (in het spaans playa major of zocalo genoemd) en we installeren ons op het binnenplaatsje waar Desiree ons welkom heet. Na een drankje en wat informatie gaan we al snel naar bed, want de reis was behoorlijk vermoeiend.

Chitchen Itza

De volgende morgen beginnen we de dag met een sprong in het zwembad van het door The Shoestring Company zorgvuldig uitgekozen mooie budgethotel. Bij het ontbijt hebben we wisselend succes met de door ons uit het buffet gekozen mexicaanse heerlijkheden, niet alles is even lekker. Na het ontbijt heeft Desiree een collectivo (taxibusje) gehuurd die ons naar Chichen Itza zal rijden, het eerste Maya ruinecomplex dat we zullen bezoeken. Op de rit ernaartoe zien we wat van het dorre landschap van Yucatan en we komen langs wat dorpjes.

Bij binnenkomst in Chitchen Itza blijkt dat het vandaag een feestdag is en de toegang dus gratis is, onze eerste meevaller. Omdat het nog vroeg is, is het nog rustig wanneer we de eerste piramide, El Castillo, beklimmen. Uitzicht vanaf El Castillo in Chichen Itza De klim is vermoeiend, maar het uitzicht vanaf de piramide is prachtig. Als we weer afdalen blijkt dit lastiger dan het klimmen, het touw langs de steile trap is voor velen een uitkomst. Na El Castillo bezoeken we het speelveld en de skelettenmuur en we leren stukje bij beetje wat van de taferelen die hier vroeger plaatsvonden. Na het paleis met de zuilen vervolgen we onze weg langs het badhuis door het bos naar de andere tempels. We schieten veel foto's en lezen in de meegebrachte boeken over de functies van de verschillende gebouwen en de verschillende goden van de Maya's. Bij de "Nunnery", waar veel afbeeldingen van de regengod "Chac" uitgehouwen zijn, nemen we even pauze. Tijdens die pauze worden we verrast door een leguaan die uit een boom valt en wat gieren die boven ons cirkelen. Als we onze weg vervolgen en weer op het grote plein uitkomen, blijkt het erg druk te zijn geworden, veel badgasten uit Cancun komen een dagje cultuur opsnuiven. Ook vanwege de hitte besluiten we het voor gezien te houden, de heilige cenote was nog het enige wat we niet gezien hadden en die konden we toch niet vinden. Bij de uitgang lopen we nog door wat souvenirwinkeltjes maar omdat we alleen maar lastig gevallen worden door de verkopers lopen we snel door naar het parkeerterrein waar we een collectivo terug nemen.

Valladolid

Cenote Zaki in Valladolid Terug bij ons hotel hebben we de hele middag de tijd om Valladolid te bekijken. We maken een wandeling en besluiten een kijkje te nemen bij de "Cenote Zaki". Aanvankelijk lijkt dit niet veel soeps, we kunnen slechts van bovenaf op de waterbron neerkijken, er staan een paar kooien met aapjes en that's it. Als we verder kijken dan onze neus lang is, blijken we toch te kunnen afdalen in de grotten. De lokale jeugd zwemt in het water maar het is hier toch erg rustig, mooi en dus zeer de moeite waard. Na de terugwandeling gaan we rustig op het zocalo in ons dagboek schrijven tot we verrast worden door een regenbui en het hotel invluchten.

Merida

De volgende dag staan we weer vroeg op om richting de bushalte te lopen. Daar zien we een oude Amerikaanse schoolbus staan waar aan gesleuteld wordt. Zelf stappen we in een luxe 1e klas bus die ons naar Merida zal rijden. Om een uur of 3 komen we daar aan en met de taxi komen we bij ons hotel. Wederom heeft dit hotel een zwembad maar het ziet er hier een stuk ouder en viezer uit. We gaan snel de stad in waar de eerste stop een supermarkt is. We slaan wat eten in voor de reis van morgen naar Palenque en lopen verder richting zocalo. Verlichte kerk in Merida Merida komt bij ons over als een grauwe, smerige stad. Bij het zocalo wordt het wat beter, hier is het druk met veel eetkraampjes. We proberen wat lekkernijen en wandelen verder. Omdat we gehoord hebben dat Merida de plaats is om hangmatten te kopen lopen we wat winkeltjes binnen. Ons oog valt uiteindelijk op een fel gekleurde zithangmat en na flink onderhandelen krijgen we hem voor 300 peso, zo'n 75 gulden, mee. Omdat we niet zo onder de indruk zijn van Merida, en omdat we onze benen wat rust willen gunnen, besluiten we een kroegje in te gaan. Hier maken we verder kennis met onze reisgenoten en wordt het erg gezellig. Als het donker wordt gaan we pas terug naar het hotel, onderweg nog een kiekje schietend van een mooi verlichte kerk.

Palenque

De taxi brengt ons weer terug naar de bushalte waar we weer op de bus stappen. De rit brengt ons langs verschillende landschappen en de kust van de golf van Mexico naar Palenque, een toeristisch stadje dat volop profiteert van de ligging bij de gelijknamige Maya ruinestad. We wandelen van het busstation naar het hotel en komen door de hoofdstraat langs vele winkeltjes. Het hotel is weer erg mooi met een mooie binnenplaats waar de vogels in de bomen vrolijk zingen.

Uitzicht over de ruines van Palenque Wanneer we de volgende dag de ruines bezoeken blijkt dat deze in tegenstelling tot Chichen Itza gedeeltelijk in de jungle en langs een riviertje liggen. Na eerst wat tempels bewonderd te hebben volgen we het riviertje en komen bij schitterende watervallen terecht. Op dit gedeelte is het ook nog zo rustig dat ik mijn fototoestel op een hangbrug kan zetten voor een zelfontspannerfoto. De ruines langs het riviertje zijn er veel slechter aan toe dan die op het grote plein, en gedeeltelijk begroeid met bomen, maar daarom niet minder mooi. Wanneer we weer terugklimmen naar het centrale plein blijkt het hier ook wat drukker geworden te zijn, maar nog niet zo druk als in Chichen Itza. Helaas blijkt de tunnel naar de graftombe van Maya koning Pacal vanwege werkzaamheden niet toegankelijk. In plaats daarvan nemen we plaats bovenop het "Palacio" en genieten we van het uitzicht. Tegen de middag lopen we naar de uitgang waar we nog een setje pijlen met boog kopen van de Lacandone indianen die daar staan.

Watervallen

Vanaf de ruines scheurt onze collectivo de bergen in waar we na een half uurtje aankomen bij de waterval van Misol Ha. Als watervalfanaten schieten we hier wat foto's en de echte helden (ja, ja, Patrick moest ook weer zo nodig) nemen een duik onderaan de waterval.

Vooraanzicht van de Agua Azul Dit was echter een kleine pauze in de rit naar de Agua Azul, waar we een uur later aankomen. Deze prachtig blauwe watervallen (we hebben geluk, er is veel regen gevallen de laatste maanden, maar niet de laatste dagen zodat het water niet bruin is) zijn een trekpleister, wat blijkt uit de vele kleine restaurantjes en het strandje onderaan de watervallen. De kwaliteit van de restaurantjes is zeer matig en omdat we het onderaan de watervallen wat te toeristisch vinden klimmen we langs het water omhoog. Deze tocht blijkt een stuk langer dan verwacht en onderweg komen we vele indianenhutjes tegen. Uiteindelijk vinden we een mooie plek om te zwemmen tussen de stroomversnellingen, wat een aparte ervaring is. Na een uurtje gaan we weer naar beneden, waar we een drankje drinken en wat fruit kopen van een paar schattige indianenmeisjes. Als we weglopen mist onze reisgenoot Tom zijn fototoestel, hij gaat terug maar het toestel is verdwenen, misschien waren die meisjes toch niet zo schattig?.

's Avonds wandelen we gezellig door Palenque. Het stadje heeft een toeristische, maar toch plezierige sfeer. Het eten in een leuk restaurantje is heerlijk en we krijgen tequilla van de eigenaren, wat niet iedereen even lekker vindt.

Indianendorpen rond San Christobal de las Casas

Kleurrijke kathedraal van San Cristobal de las Casas We reizen door de bergen in naar San Cristobal de las Casas. Als we aankomen schijnt de zon maar tegen de avond blijkt het hier vanwege de grote hoogte gewoon koud te worden. San Cristobal ligt midden in Chiapas, een Mexicaanse staat waar nog zeer veel indianen wonen. De stad heeft een groot aantal katholieke kerken, hoewel dit geloof verweven is met de traditionele ceremonies van de Maya's.

De volgende morgen gaan we op weg naar het indianendorpje San Juan Chamula, kortweg Chamula genoemd. We naderen het dorpje van bovenaf en zien de golfplaten daken van de huisjes, terwijl hier en daar nog een traditionele Maya hut staat. Onze gids vertelt ons over het geloof dat een mengeling is tussen het katholicisme en eigen Maya invloeden. We zien een ceremonie op straat maar worden gevraagd geen fotoos te nemen. De ceremonie wordt uitgevoerd door een beschermheer van een heilige. Zo'n beschermheer voert zijn functie voor een jaar uit, waarna een ander het overneemt. Je kunt je opgeven om beschermheer te worden maar het uitvoeren van die functie kost veel geld. We krijgen een kijkje in het huis van een beschermheer, waar we allerlei ceremoniele attributen te zien krijgen. Een van de vrouwen van deze beschermheer heeft een blond kindje op haar rug, dit blijkt een albino, wat vaker voorkomt in deze besloten gemeenschappen.

Na het bezoek aan het huis van de beschermheer gaan we naar de kerk op het plein. Hier zien we hele vreemde taferelen. Verschillende groepjes indianen zitten geknield achter een rijtje kaarsen te bidden. Langs de zijkant van de kerk staan de verschillende heiligen die vereerd worden door andere groepjes indianen. Op de grond liggen dennennaalden en de indianen drinken cola om de kwade geesten uit te kunnen boeren. Verder zien we een soort sjamaan een levende kip langs een indiaan bewegen om de kwade geesten uit die persoon in de kip over te brengen. Hierna wordt de nek van de kip omgedraaid om de kwade geesten te doden. Overigens speelt Jezus Christus in het geheel een bijrolletje, Johannes de Doper is veel belangrijker, hij heeft Jezus immers gedoopt.

Terug op het plein worden we lastig gevallen door indianenvrouwen en meisjes die van alles te koop aanbieden. We lopen nog langs een souvenirmarktje op weg naar de begraafplaats. Hier zien we dat bij de rijkere graven een huisje staat, iets wat we nog vaker zullen zien. Onderweg staat tussen de vele hutjes een groot huis, dit blijkt van de plaatselijke importeur van Pepsi Cola te zijn.

De traditionele weefmethode van de Maya's We gaan door naar een ander indianendorpje, Zinacantan. Dit dorpje blijkt veel rijker te zijn dan Chamula, doordat ze bij de inval van de Spanjaarden geen weerstand boden, in tegenstelling tot de Chamula, waardoor een groot deel van hun land werd afgepakt. In Zinacantan worden we ook niet lastig gevallen door bedelaars of souvenirverkopers, als we er toch een tegenkomen, blijkt deze uit Chamula afkomstig, wat duidelijk te zien is aan de klederdracht. We mogen hier een kijkje nemen in een huis en in de achtertuin van een familie. Er is een vrouw aan het weven en anderen bereiden de maaltijd op de traditionele manier.

El Canyon Sumidero

De volgende dag nemen we een taxi die ons naar El Canyon Sumidero zal brengen. De chauffeur zet allerlei mexicaanse muzieksoorten op en zingt vrolijk mee. Halverwege komen we in een file veroorzaakt door een ongeluk, wat de rit nog langer en vermoeiender maakt. Uiteindelijk komen we aan bij een soort jachthaven waar we in een bootje worden gehesen. We zijn nog bezig onze camera's te pakken als er gas gegeven wordt en we er als een speer vandoor gaan. Met een enorme vaart scheren we over het water door de canyon, af en toe stoppen we abrupt om foto's te kunnen nemen van de bezienswaardigheden, zoals uitzichten, een kapelletje, een grot, een nevel waterval met mosvorming in de vorm van een kerstboom en een paar apen in de bomen. Onze gids steekt lange verhalen af in het Spaans waar wij dus niets van kunnen volgen. In een uur tijd varen we door de gehele canyon tot aan een stuwdam op het eind. Dan draaien we om en varen met dezelfde vaart weer terug. Net als we denken dat de trip wat tegenvalt, stoppen we weer en zien we een krokodil op de kant liggen, even later stoppen we bij een gierenkolonie en weer verderop krijgen we een paar leguanen te zien. Toch nog wat waar voor ons geld, maar we stoppen slechts enkele pesos fooi in de pet van de gids, aan zijn Spaanse spraakwaterval hadden we immers niks. Onze taxichauffeur stond ons weer op te wachten om ons zo mogelijk nog sneller dan de heenreis door de bergen weer terug te rijden, zodat we ietwat misselijk weer in San Cristobal de las Casas aankomen.

Gualtemala: Lago Atitlan en Gringotenango

Mooi gekleurde Guatemalteekse bus Vroeg in de morgen staat er een coaster voor ons klaar voor de rit naar de Guatemalteekse grens, waar landschap, mensen en huizen ineens dramatisch veranderen (oke, dit is een zin uit de reisbeschrijving). Er heerst in Guatemala meer chaos en het is veel kleurrijker dan in Mexico. Rijdend door de bergen zien we nog wat gevolgen van de overstromingen van de laatste maanden, stukken weg zijn weggespoeld en we moeten af en toe gebruik maken van een stukje zandweg om onze weg te vervolgen. Op de smalle wegen worden we regelmatig ingehaald door een fraai gekleurde, volgestampte Guatemalteekse bus, en we zijn blij met onze eigen gehuurde coaster met chauffeur Juan, die ons veilig door Guatemala zal rijden. We rijden in het hoogland van Guatemala en na een paar uur zien we de eerste vulkaan.

Uitzicht vanuit ons hotel op twee van de drie vulkanen langs het Lago Atitlan De tweede vulkaan die we zien staat langs het meer van Atitlan, onze bestemming vandaag. Dit meer wordt omringd door drie vulkanen en een aantal indianendorpen. Wij zetten koers naar Panajachel, een toeristenplaatsje aan het meer waar vanwege de vele buitenlanders een soort hippiesfeer hangt. Door de Guatemalteken wordt dit dorpje dan ook gekscherend "Gringotenango", buitenlandersdorp, genoemd.

Chichicastenango

De volgende morgen zetten we koers naar de beroemde indianenmarkt van Chichicastenango. Als we weggaan schijnt de zon en is het warm, dus doen we korte broeken aan. Bij aankomst is het bewolkt, koud en regent het zelfs. Als de regen ophoudt kunnen we gelukkig de regenjassen lenen van reisgenoten die wel zo slim waren om ze mee te nemen. Allereerst doen we de overdekte groentemarkt aan, die we van bovenaf kunnen bekijken. Dan begeven we ons in de drukte. Hoewel er veel souvenirkraampjes zijn, valt het gehalte aan toeristen mee. Santo Thomas kerk in Chichicastenango We kunnen elkaar onmogelijk kwijtraken want we steken met kop en schouders boven de indianen uit. Bij de kerk aan de zijkant van de markt zien we weer de inmiddels bekende taferelen. De trap naar de kerk wordt bevolkt door vele indianen die ceremonies uitvoeren. Deze trap is heilig en wij mogen hem dus niet betreden. Wanneer we een masker willen kopen spelen we het afdingspel weer keurig mee. Opvallend is dat de verkopers zeer standvastig zijn, vrij snel houdt het afdingen op en is duidelijk dat ze niet lager gaan, hoe anders dan in Afrika, waar veel langer onderhandeld dient te worden en de uiteindelijke prijs ook met ruilobjecten bereikt kan worden. In het midden van de markt staan de eetkraampjes. Hier komen bijna geen toeristen maar is het des te drukker. Na dit bezocht te hebben verlaten we het grote plein om nog even in de straatjes ernaast te kijken. Ook hier veel kraampjes en veel "losse" verkopers. Deze zijn veel lastiger, zeker als je hebt laten blijken iets wel mooi te vinden. Een vrouwtje loopt wel een kwartier achter ons aan maar uiteindelijk komen we bij onze bus aan en stappen we in. Mooi kleedje, maar we hebben er niks aan. Met een kwade blik loopt ze weer weg. Langzaam druppelt onze bus weer vol met onze reisgenoten en we zetten weer koers naar Panajachel, waar de zon schijnt.

Antigua

Na 's morgens nog langs het meer te hebben ontbeten nemen we afscheid van Panajachel en zetten we koers naar Antigua. Antigua: klooster in wederopbouw tussen de vulkanen Deze voormalige hoofdstad van Guatemala ligt prachtig tussen de vulkanen, maar is daardoor wel een paar keer verwoest door aardbevingen. We bezoeken diverse ruines van kloosters en kerken en bewonderen het indrukwekkende uitzicht. Opvallend is het rustige karakter van de stad, er rijden weinig autoos en neonreclames zijn verboden. Veel toeristen zien we niet en, zo leert onze ervaring, dat komt de sfeer maar ook de kwaliteit van de restaurants ten goede.

's Nachts worden we in ons hotel opgeschrikt door gerommel aan het slot van onze kamerdeur. We schreeuwen dat de kamer bezet is maar het gerommel gaat door totdat het slot opengaat en er een dronken vent in onze kamer staat. Als hij ons ziet schrikt hij en stamelt wat excuses alvorens we hem wegsturen. De volgende morgen horen we dat hij bij meerdere kamers heeft staan rommelen. We testen onze sleutels en het blijkt dat sommige sloten van verschillende kamers identiek zijn. Het hotel beweert hier nooit problemen mee gehad te hebben, maar een veilig idee is het niet. Verder overigens een prima hotel.

Pacaya

Vandaag is de grote dag, we gaan de Pacaya vulkaan beklimmen, die in september 1998 nog een grote uitbarsting gehad heeft. De vulkaan is nog steeds actief, maar we weten niet wat we erbij voor moeten stellen. We worden met een busje naar de vulkaan gereden, de chauffeur wordt terzijde gestaan door een studente om ons het een en ander over de omgeving te vertellen. Naarmate we dichter bij de vulkaan komen worden de wegen slechter begaanbaar en gaat het steiler bergopwaarts. We passeren een aantal dorpjes en uiteindelijk stoppen we in het dorpje San Francisco, vanwaar we te voet verder gaan. Door de toppen van de bomen zien we de top van de vulkaan en we betwijfelen of we dat wel zullen halen.

Het eerste gedeelte van de tocht gaat door de bomen, er is in augustus 1999 een soort pad aangelegd met af en toe een rustplaats met bankjes. Ook is de criminaliteit blijkbaar effectief bestreden, we hebben geen gewapende begeleiders bij ons, slechts een gids van een jaar of 70. Over de oude kraterrand op weg naar de echte beklimming Deze heeft er echter flink de pas in en we zijn al aardig afgepeigerd als de begroeiing plaatsmaakt voor as en zwarte lavasteentjes. We komen bij de rand van de oude krater, die nu dienst doet als reservoir voor de lava die bij een uitbarsting uit de nieuwe krater stroomt. We lopen over de rand van de oude krater naar de kegelvormige vulkaan en passeren een bord dat aangeeft dat het nog 30 minuten klimmen naar de top is en waarschuwt voor giftige gassen en rondvliegende hete rotsblokken.

De wind is inmiddels aangewakkerd tot stormkracht als we met de echte beklimming beginnen. Bij iedere stap zakken we weer een halve stap terug in de losse lavasteentjes. Door de wind waaien as en kleine steentjes in je gezicht en ogen. Als we op deze manier 20 minuten geklommen hebben gebaart onze gids dat we teruggaan, hij vindt het onverantwoord om door te gaan. Een andere groep gaat met hun gids wel door, en we zijn dan ook wat teleurgesteld en boos dat wij niet verder mogen. Als we op een wat vlakker gedeelte uitrusten, blijkt dat de beslissing van de gids zo gek nog niet is, onze reisgenote Wiep wordt door de wind omvergeblazen, stel je eens voor als dat op de kraterrand zou gebeuren. Toch overheerst de teleurstelling tot de gids ons gebaart hem te volgen. Er volgt een klauterpartij naar beneden de oude krater in, waar we op het lavameer uitkomen. De grond voelt hier warm aan en tussen de spleten zien we hete lucht opstijgen. Onze gids port wat gloeiende lavasteentjes uit de lava en we zijn allemaal onder de indruk.

De terugtocht nemen we langs een andere route, vol met losse lavasteentjes zodat we een soort van surfend naar beneden glijden, onze gids voorop. Terug gekomen bij het dorpje zijn we moe, smerig, onder de indruk maar toch nog een beetje teleurgesteld dat we de top niet gehaald hebben. Dit laatste verdwijnt pas als we later, in Belize, mensen van de groep tegenkomen die doorklommen. Zij zeiden dat ze vanwege de harde wind op de top niet van het uitzicht konden genieten en sowieso de krater niet in konden kijken. Hebben wij in ieder geval meer gezien. Toch smaakte dit naar meer, en we hopen ooit eens een echte uitbarsting te mogen zien.

Honduras

Wederom vroeg uit de veren voor de lange tocht naar Copan in Honduras. Het eerste deel van de reis voert ons door de hoofdstad Guatemala City. Deze stad is groot, het is er druk en smerig en we zien krottenwijken op de heuvels. Niet voor niets neemt geen enkele reisorganisatie een trip naar deze stad op, er is werkelijk niets aan. Na deze stad rijden we richting het oosten over geasfalteerde wegen. Dit verandert wanneer we de afslag richting Honduras nemen. Deze weg is berucht omdat iedere bezoeker van de ruines in Copan er overheen moet. Momenteel is men eindelijk bezig om de weg te asfalteren maar eigenlijk is het gedeelte dat nog niet klaar is het leukst. De weg leidt langs dorpjes en gaat bergop en bergaf langs een riviertje en af en toe ook door zijtakken van dat riviertje. Welkom in Honduras Uiteindelijk komen we bij de grens en na de formaliteiten en nog een uur rijden komen we in Copan Ruinas aan. Met deze benaming worden overigens niet de ruines bedoeld, maar het dorpje bij die ruines, dit voor de duidelijkheid. Het blijkt een erg klein dorpje te zijn, waar het dorpsplein een grote renovatie ondergaat. De mensen in Honduras zijn duidelijk anders dan in Guatemala. In plaats van indianen zijn dit meer cowboys, met een wat stoerder voorkomen. We laten ons vertellen dat dit komt door de moeilijke levensomstandigheden hier en dat er hier ook wat meer criminaliteit voorkomt. Dit wordt bevestigd als we midden in de nacht opschrikken van pistoolschoten. Een echt veilig gevoel geeft dit niet.

Copan

Patrick naast een stele De ruines van Copan liggen op loopafstand van het dorpje Copan Ruinas en onderweg ernaartoe komen we de eerste stele al tegen. Deze steles zijn een soort zuilen waar de Maya kunstenaars figuren en hierogliefen in uitgehouwen hebben. In andere Maya steden zijn deze figuren slechts uitgekerfd, in Copan zijn het complete standbeelden. Als we het grote plein in het park betreden bezoeken we eerst de andere steles met bijbehorende altaren. Dan lopen we naar de andere kant van het grasveld waar de hierogliefentrap beschermd wordt door een groot afdak. Hier staan ook nog wat steles en we beklimmen het grootste tempelcomplex. Nadat we ook de andere tempelcomplexen bezocht hebben, zien we de ingangen van de tunnels naar Rosalila, de tempel die nog geheel intact onder een andere tempel begraven is. Als we de tunnel willen binnengaan blijken we hier nog eens 20 dollar voor te moeten betalen. Dit vinden we absurd en we besluiten genoegen te nemen met de reconstructie in het museum.

Al met al vallen de ruines van Copan wat tegen. Behalve de steles (en misschien de hierogliefentrap) is er niets wat we niet in andere steden al hadden gezien, en het gedeelte van de ruines dat blootgelegd is, is maar klein. Later in het museum zien we behalve een reconstructie van Rosalila op ware grootte wat meer beeldhouwwerk wat wel karakteristiek voor Copan is. In het park zelf zie je daar echter weinig van.

Zwavelbronnen

Om 4 uur 's middags heeft Desiree voor ons een lokale pickup truck geregeld om ons naar de zwavelbronnen te brengen. Met z'n allen staand achterop rijden we door de bergen over een zandweggetje. Achterop een pickup truck naar de zwavelbronnenWe komen weer door dorpjes en riviertjes en langs hutjes en koffieplantages. We zien de arbeiders, waaronder veel kinderen, achter in een grote truck geladen worden om op het eind van de werkdag naar huis vervoerd te worden. Uiteindelijk komen we aan bij de zwavelbronnen. Op een terrein zijn twee flinke betonnen zwembaden gebouwd die door middel van een pijpleiding met heet water uit de bergen en koud water uit de rivier gevuld worden. We lopen echter eerst zelf naar de rivier naar de plaats waar het hete water uit de bronnen zich vermengt met het koude water. Juist op die plek heeft de lokale bevolking een natuurlijk bad gemaakt waar een groep van zo'n 15 jongeren inzitten. We besluiten om er bij te gaan zitten en worden flink aangestaard. Het water is heerlijk, al komt er af een toe een scheutje teveel heet water in het mengsel. Na een tijdje houden we het voor gezien en begeven we ons naar de zwembaden, waar we wat meer bewegingsvrijheid hebben. Als het begint te schemeren rijdt de pick-up truck ons weer terug naar het dorp.

Rio Dulce en Livingston

De rit uit Copan naar de Rio Dulce verloopt vlotjes. Tegen de middag komen we aan bij de brug over de rivier en met bootjes worden we naar de jungle lodge gevaren. Hier nemen we onze intrek in eenvoudige onderkomens met open ramen waar we dus onder een klamboe zullen slapen. De lodge lijkt zich midden in de jungle te bevinden en een kokosnoot die uit een boom bijna op Patricks hoofd valt maakt het sfeertje compleet. Als we de volgende morgen echter over een loopbrug de jungle in willen lopen, wacht ons een teleurstelling. Na 100 meter loopbrug en jungle komen we uit op een boerenweg langs een weiland.

Na het inchecken liggen de bootjes al weer klaar om ons naar Livingston te varen. Net als in de canyon sumidero in Mexico scheuren we weer over het water. Hier en daar zien we een eenzame indiaan in een holle boomstam op het water aan het vissen. Na een half uurtje varen remt de boot af en varen we langzaam langs een eiland met een kolonie aalscholvers. Plots begint de bestuurder van het bootje druk te gebaren naar de begroeiing, hij ziet een leguaan. Na lang turen zien wij hem ook, en even later nog een. Rond dit eilandje blijven we even rustig varen en we zien ook nog een paar schildpadden en reigers. De rest van de tocht naar Livingston gaat veel rustiger en er is hier dan ook veel meer te zien, zoals indianenhutjes op de oever, pelikanen, reigers en op een gegeven moment zelfs dolfijnen. Dit is wel erg uitzonderlijk want normaal zwemmen deze nooit zover de rivier op.

Livingston gezien vanaf de Rio DulceUiteindelijk komen we aan in het stadje Livingston. Bij het haventje stappen we uit en via een steegje komen we op de hoofdstraat. Direct valt de aparte sfeer van dit stadje op, erg relaxed met een donkerkleurige rasta-bevolking, de Garifuna's. Je waant je op Jamaica. Na wat rondgelopen te hebben nemen we plaats op een terrasje en bekijken we het leven op straat. Op een gegeven moment worden we hartelijk begroet door een rasta, die wat wazig uit de ogen kijkt. Hij wil best even bij ons komen zitten als we een biertje voor hem kopen. Ietwat beduusd slaan we dit aanbod (?) af en even vrolijk loopt hij weer verder. Na een paar uurtjes worden we weer terug bij de boot verwacht en ietwat teleurgesteld druipen we af, dat relaxte sfeertje beviel eigenlijk wel. Bij de boot zien we een grote rookwolk in de verte en we vragen ons af of de vulkaan soms weer is uitgebarsten. De volgende dag lezen we in de krant dat dit een grote ontploffing was op een bedrijventerrein in een havenstad 100 km verderop, die zo'n 10 slachtoffers eiste. De terugtocht ging erg snel, zodat we op het eind nog getuige waren van een zonsondergang op de rivier bij een oud fort.

Flores

Zonsondergang boven het Lago Peten Na een rustige nacht in de Jungle lodge werden we per boot weer naar de bus gebracht, die op weg ging naar Flores. De weg hiernaartoe wordt ook weer geasfalteerd waardoor we onderweg een uur lang vast komen te staan. Na dit ongemak verloopt de reis echter vlotjes en 's middags komen we aan bij Flores, een eilandje in het Lago Peten, liggend in de jungle vlakbij de oude Maya ruinestad Tikal. In Flores zelf hield een Mayastam het langst stand tegen de Spaanse overheersers, maar hier is niets meer van te zien. 's Avonds wandelen we wat door het rustige dorpje, aanschouwen een mooie zonsondergang, we eten wat in een restaurantje en drinken nog wat in een barretje.

Tikal

De volgende morgen staan we om 5 uur bij de bus die ons naar Tikal zal brengen om de zonsopgang aldaar mee te maken. Om 6 uur gaat het park open maar nog in de bus zittend merken we dat het al licht wordt en dat we een zonopgang waarschijnlijk wel kunnen vergeten. Eenmaal in het park besluiten we dus eerst maar achter het geluid van de brulapen aan te gaan en even later zien we deze beesten hoog in de toppen van de bomen zitten. Wat een herrie maken ze! We wandelen verder het park in richting de hoogste pyramide IV, om toch nog wat van het uitzicht met lage zon te genieten. De wandeling duurt nog behoorlijk lang, en bij de tempel aangekomen moeten we ook nog 60 meter omhoog klimmen. Dit blijkt echter mee te vallen vanwege de trap die is aangelegd over de volledig door jungle overwoekerde pyramide. Boven aangekomen blijkt het zicht door de mist niet verder te zijn dan 50 meter. Het uitzicht valt dus tegen. We gaan dus maar rustig zitten bij de andere toeristen op de trap en bekijken het neusbeertje dat nieuwsgierig kijkt of er wat te halen valt. Als we wat te eten pakken komt hij wel erg dichtbij en ja hoor, hij probeert het uit onze handen te grissen. Dit lukt niet en we bekken het beestje af zodat die z'n heil ergens anders zoekt. En vindt want even later grijpt hij een zak chips uit de handen van een duitser, erg grappig. Ook een japanner laat zich verrassen en raakt een paar koeken kwijt. Nadat we uitgerust zijn gaan we naar beneden om de rest van het park te bezichtigen.

Bezoek van een vosje, klik voor een uitvergroting van het vosje We wandelen door de jungle richting El Mundo Perdido, de verloren wereld waar we volgens onze reisbegeleidster de grootste kans op toekans zouden hebben. Als we daar aankomen is het heerlijk rustig en al snel zien we wat slingerapen en papegaaien in de bomen. We nemen wat foto's en beklimmen een pyramide waar we even rustig gaan zitten. Plots worden we verrast door een vosje dat komt aangelopen en doodleuk op een meter of twee van ons gaat zitten. Het mooie beestje trekt zich niets aan van ons maar deinst toch terug als we nog dichterbij willen komen. Na een paar minuten vervolgt hij weer rustig zijn weg. We blijven nog even genieten van de rustige en mooie omgeving voor we besluiten verder te gaan.

Op weg naar het centrale plein met de twee belangrijkste pyramides horen en, na een zoektocht, zien we nog een specht. Bij het centrale plein zelf blijkt het erg druk te zijn, en we besluiten dus wat rustiger oorden op te zoeken. Die vinden we ook bij de zuidelijkste pyramidegroep, maar helaas geen toekans. Als we weer terug lopen komen we weer bij pyramide IV en Patrick besluit weer naar boven te gaan om het uitzicht te fotograferen terwijl Sabine doorloopt naar El Mundo Perdido, hopend op een glimp van toekans. Een toekanAllebei slagen we in ons doel: het uitzicht is prachtig en Sabine ziet zowaar twee toekans. Enthousiast van onze ervaringen bezichtigen we nog even het centrale plein, waar het vanwege de hitte nu wat rustiger is, en gaan richting uitgang. Bij elkaar zijn we zo'n 6 en half uur in het park geweest, maar echt uitgekeken zijn we eigenlijk niet. 's Middags vertoeven we op een terras aan een zwembad van een hotel aan de oever van het meer en laten we de indrukken bezinken.

Belize

De volgende morgen weer vroeg uit de veren want Juan staat al klaar om ons naar Belize te vervoeren. De rit verloopt soepel tot aan de grens waar de formaliteiten erg lang duren. Onze reisgenoot Harry maakt zich niet erg populair door een paar Amerikaanse toeristen de pas af te snijden en gaat de rest van de vakantie door het leven als "obnoxious Harry". Uiteindelijk kunnen we verder en rijden we Belize binnen. In San Ignacio nemen we een ontbijt en kunnen we het straatbeeld bekijken. De bevolking hier is een mengelmoes van met name Latino's en zwarten en ook enkele blanken, waaronder menonieten, die net als de Amish in Amerika niets moeten hebben van de moderne technologie. Onderweg zien we enkele van deze mensen in hun karakteristieke tuinbroek en hoed op een paard en wagen.

Rond het middaguur komen we aan in Belize City, waar we ons af laten zetten bij de haven om de boot te nemen naar Caye Caulker. We nemen afscheid van Juan, die ons zeer bekwaam door Guatemala heeft geloodst. De bootreis verloopt weer zeer vlotjes en een uurtje later zien we de palmbomen van onze bestemming: Caye Caulker.

Caye Caulker

Als we aanleggen aan 1 van de steigers worden we al belaagd door een paar rasta's die aanbieden ons te vervoeren naar ons hotel. Omdat wij rugzakken hebben en het niet zo ver is besluiten we te gaan lopen terwijl de rest wacht op het door de rasta's te regelen vervoer. Al wandelend snuiven we de relaxte sfeer van het atol Caye Caulker (spreek uit Kie Kolker) op. De weg is van zand, het enige verkeer bestaat uit een enkele fietser en een paar golfkarretjes. Bij het hotel inspecteren we de kamers en de rest van de middag spenderen we met wandelen, zwemmen, zonnen en een pils op het terras, genietend van de vogels die in het ondiepe water naar vissen duiken.

Het aaien van een haai De volgende morgen genieten we van ons ontbijt op het balkon van een klein restaurantje alvorens we op een bootje stappen voor een snorkeltrip. Carlos, onze snorkelgids, brengt ons op een paar mooie snorkelplaatsen waar we tussen de pijlstaartroggen, baracuda's en haaien (van het type verpleegster) zwemmen. Carlos voert en vangt er een paar van en laat ons ze aaien, erg indrukwekkend. Ook duikt hij een paar keer naar een rots waar hij kleine murene alen naar buiten lokt, prachtig om te zien. Tussen de middag lunchen we op Ambergris Caye, een wat groter eiland wat ook wat drukker is dan Caye Caulker. Mooi gekleurde vis's Middags maakten we nog een snorkelstop, waarbij we naast het koraal en de kleurige vissen ook nog krabben en kreeften zagen. Op de boot voeren we rustig terug waarbij Carlos ons trakteerde op sinaasappels en een kokosnoot met rum.

Terug op het eiland heerlijk relaxen op het balkon waarna we werden uitgenodigd om kreeft te komen eten bij bekenden van onze reisleidster. Dit werd nog erg gezellig ondanks of dankzij de steeds warmer wordende voorraad drank. De volgende morgen namen we met weemoed afscheid van dit paradijselijke eiland.

Playa del Carmen

Na de bootreis gingen we in de bus richting Playa del Carmen, onze laatste stop voor de terugreis. De rit in een eerste klas bus duurde erg lang en naarmate we dichter bij onze bestemming kwamen werd het weer slechter. Een beetje down stapten we dan ook in het donker uit in Playa del Carmen, dat ook nog eens een drukke, chaotische indruk maakte. Gelukkig maakte het hotel een veel betere indruk en werd het weer droog. Er op uit dus om het dorp te verkennen. Al snel kwamen we op de drukke winkelstraat uit waar we ons verbaasden over de grote hoeveelheid toeristen. Dit was duidelijk een badplaats ala Benidorm en dat is niet echt ons pakkie-an. Toch even een (duur) drankje pakken op een terrasje dat er gezellig uitzag. Omdat we om de twee minuten werden lastig gevallen door bedelende kinderen dronken we dit snel op om weer verder te lopen. Op zoek naar een eettentje begon het plots weer te regenen, net toen we langs een iets goedkoper restaurantje liepen. Dus maar naar binnen maar ook dit werd een desillusie: veel te weinig en niet lekker. Snel weer wegwezen dus en bij het hotel nog maar een biertje gepakt. Hier werd het nog gezellig toen onze reisgenoten aanschoven, zij hadden wel goedkoop en lekker gegeten een paar straten verwijderd van de drukke winkelstraat, waar ze bovendien werden verwend met een optreden van een lokaal bandje.

De volgende dag geen teken meer van regen en dus gingen we lekker aan het strand liggen. Oke, we moesten veel geld neerleggen voor een ligstoel en een drankje, maar de zon en de zee vergoedden veel. 's Middags werd het ons toch te heet en gingen we shoppen voor een hangmat. Niet bereid om meer te betalen dan elders in Mexico werd het nog stevig onderhandelen, maar uiteindelijk ging er toch een verkoper overstag. Met een voldaan gevoel keerden we dus terug bij het hotel met een paar mooie hangmatten. 's Avonds gingen we met zijn allen aan de afscheidsborrel en aansluitend diner. Patrick hield nog een korte speech voor onze reisleidster Desiree en het werd uiteraard weer gezellig.

De laatste dag van onze vakantie hebben we nog gezond en gezwommen. Voor we richting het vliegveld van Cancun reden hebben we nog gedineerd bij een pizzeria, waar we al onze muntjes inleverden en de rest met creditcard afrekenden, ondanks de protesten van de ober die liever alles per creditcard betaald wilde hebben. Ja daag, we moeten die muntjes toch kwijt. Op het vliegveld weer die echte badplaatsensfeer waardoor we weer blij zijn als we in het vliegtuig zitten en uiteindelijk op Schiphol landen, terugkijkend op een schitterende reis en vele indrukken rijker.

Ga naar het overzicht van Voorgaande reizen

Wereldreis zonder vleugels