![]() |
|
|||||||||||||||||||
![]() |
|
Huwelijksreis Suriname |
![]() |
|||||||||||||||||
![]() |
|
Als huwelijksreis kiezen we (uiteraard) niet voor een resort op een tropisch eiland. In plaats darvan gaan we weer gewoon op zoek naar een mooie, interessante reis. Dit keer valt ons oog op Suriname. We zijn nog niet eerder in Zuid-amerika geweest en bovendien lokt een stukje Hollandse geschiedenis in combinatie met een prachtige natuur ons wel. Omdat we weer zoveel mogelijk willen zien in een beperkte tijd kiezen we voor een groepsreis, dit keer met Djoser. Het wordt een reis vol indrukken, wachttijden en Parbo bier... Het is slecht weer als we door vriend Peter worden opgehaald om op Schiphol te worden afgezet. We weten dan al dat de vlucht een paar uur vertraagd is, maar we besluiten toch maar alvast te gaan. We beseffen dan nog niet dat vertraging zo'n beetje het motto wordt van deze reis. Eenmaal op Schiphol doden we de tijd met shoppen en een ontbijtje. Als het dan eindelijk tijd wordt om naar de gate te gaan wacht ons een nieuwe teleurstelling: de vlucht is vertraagd tot 5 uur 's middags. Weer doden we de tijd en als we uren later weer naar de gate gaan volgt de grote schok: het vliegtuig vertrekt vandaag niet meer. Met enkele inmiddels herkende reisgenoten maken we druk speculerend de gang naar de KLM balie. Daar krijgen we te horen dat we naar een hotel kunnen, op nog geen 10 kilometer van onze woonplaats. Toch maken we hier gretig gebruik van, we zijn immers op vakantie en ons huis is inmiddels als het goed is al door onze neef betrokken. Het duurt dan nog even voor de bus arriveert en ons naar het hotel brengt. We checken in en een paar uurtjes later maken we aan het diner verder kennis met een paar reisgenoten. De volgende dag zien we de bui al hangen als de vlucht weer vertraagd is, maar dit keer blijft het beperkt tot een paar uurtjes. De vlucht verloopt verder voorspoedig en 10 uurtjes later landen we nog net voor het donker op Zanderij. Dat is maar goed ook, want de Surinamers zijn niet happig op landen in het donker, er is er al eens eerder één in het oerwoud terechtgekomen..... Het duurt even voordat we onze rugzakken hebben en we ons eindeijk bij onze reisleider kunnen voegen. We moeten nog anderhalf uur met de bus naar Paramaribo, waar we inchecken in een nogal sjiek hotel met zwembad. Even later op het terras krijgen we een welkomsdrankje en bijbehorend praatje. Kenneth, onze reisleider, praat en reageert nogal sloom en wij zijn wat moe en we zij dus blij als we ons op bed kunnen storten.
De kathedraal is de grootste houten kerk ter wereld. Gebouwd op de fundamenten van een joodse synagoge staat hij al zo'n 150 jaar overeind. Maar bij een opknapbeurt 15 jaar geleden heeft men bij abuis een draagbalk doorgezaagd. Sindsdien staat hij een beetje scheef in de steigers te wachten op een nieuwe opknapbeurt. En die laat nog even op zich wachten, het is tenslotte wel Suriname... We weten nog niet zo goed wat we van Paramaribo moeten vinden. De stad heeft mooie gebouwen, maar er hangt geen sfeer. Is het het gebrek aan onderhoud, het gebrek aan terrasjes, te veel auto's misschien? Of de drukte die nu eenmaal bij een grote stad hoort. We weten het niet, maar het vakantiegevoel laat nog even op zich wachten. money money money
's Middags aan het zwembad hebben we afgesproken met Perry, een oud klasgenoot van Patrick die in Paramaribo woont. Een blanke met een Surinaams accent, die vroeger al een soort Surinaamse mentaliteit had. Hij heeft hier een meubelbedrijfje met een aantal arbeiders en geniet van het leven. Toch heeft hij, als werkgever, ook veel last van de mentaliteit hier. Als hij salaris uitbetaalt, dan komt er de volgende dag niemand werken, pas als het geld weer op is komen ze weer. Mooie verhalen horen we ook over hoe een Fransman zijn machines wilde kopen. Helaas had die een Surinaamse tussenpersoon aan wie hij zijn geld gaf.... LandinwaartsDe volgende morgen is het dan zover: we gaan met de boot landinwaarts. Over de Suriname rivier varen we langs het wrak van het duitse schip dat hier al sinds de oorlog ligt en onder de Wijdenbosch brug door richting binnenland. In het begin passeren we een aantal plantages, waarvan we weinig meer zien dan wat gebouwen. Later zien we ook een paar aangelegde strandjes, ietwat omstreden omdat een paar badgasten er al gebeten zijn door piranha's. Maar we zien vooral veel groen, af en toe bevolkt door een groep aapjes. De eerste stop is in het plaatsje Domburg. Hier wonen vooral Javanen en dus lijkt het kleine marktje een beetje op die in Indonesië. De tweede stop is bij de bauxiet fabriek langs de rivier. Hier ligt een dorpje van bosnegers, arbeiders van de fabriek die door een grote reorganisatie nu voor een groot deel werkeloos zijn. En dit lijkt dus weer een beetje op Afrika. Het is wel een armoedig zooitje, een soort krottenwijk, maar dan midden in de jungle. Beetje lullig om hier als rijke toerist rond te lopen, al steunen we de economie door een Parbo te drinken en is het altijd leuk om de nieuwsgierige kinderen te laten lachen. We vervolgen de boottocht en de volgende stop is bij de voormalige lepra kolonie chatillion, nu overwoekerd door de jungle. Hier genieten we vooral van de mooie planten en bloemen, waaronder de nationale bloem van Suriname. Daarna passeren we de langste houten brug ter wereld, de Carolina-brug die, zoals zoveel in Suriname, kapot is. Vlak hierna gaan we aan land om het laatste stuk naar onze bestemming van vandaag te voet af te leggen.
Blaka WatraDe volgende morgen maken we met een tweetal oude busjes een tripje naar Blaka Watra. De weg is rood (vandaar Redi Doti, rode aarde) en hobbelig, en onderweg komen we de resten van een door smokkelaars achtergelaten en in brand gestoken vliegtuigje tegen. Wel goed kijken, want veel meer dan een paar moertjes en boutjes is het niet. Blaka Watra is een klein relaxoordje inclusief een beekje met, hoe kan het ook anders, zwart water. Even een paar uurtjes lekker zwemmen, relaxen en wandelen totdat de busjes ons weer terug brengen. Eenmaal terug krijgen we lunch en relaxen we nog wat meer, totdat we aan het eind van de middag weer gaan wandelen. Het doel is dit keer de Jodensavanne, of liever gezegd de ruïnes daarvan. In dit deel van Suriname vestigden zich honderden jaren geleden joodse kolonisten, voornamelijk uit Portugal. De synagoge werd op de hoogste heuvel gebouwd maar werd, nadat het gebied langzaam maar zeker werd verlaten, overwoekerd door de jungle. In de tweede wereldoorlog werden hierheen duitsers en NSB'ers verbannen en die mochten de ruïnes weer ontdoen van de begroeiïng. Jodensavanne
Na wederom rijst met kip (ditmaal met een andere groente) maken we een mooi kampvuur. We hebben gisteren al het bier opgedronken maar hoewel Paramaribo toch niet al te ver is beseft men blijkbaar niet dat er geld te verdienen is door een nieuwe voorraad te laten komen. Niet getreurd, er is nog wel rum en cola. Om 10 uur staan we allemaal klaar om te worden opgehaald door een busje dat ons naar het stuwmeer moet brengen. Maar helaas, het busje is er nog niet. Kenneth belt naar Paramaribo en krijgt te horen dat hij op tijd vertrokken is, even wachten dus maar. Maar dat duurt en duurt maar, om 11 uur nog geen bus. We krijgen ook nog een bui op onze kop en zitten een beetje te kniezen, want komen we straks niet veel te laat op de bestemming? Om 12 uur nog geen bus. Half één komt de bus eindelijk, ze bleken voor het pontje bij de Victoriabrug te hebben gestaan...
Na een kwartiertje hobbelen komen we uit op de hoofdweg naar de stuwdam. Ook deze is onverhard, maar veel breder en hij wordt geflankeerd door de electriciteits palen die de opgewekte stroom van de dam naar Paramaribo brengen. Wij gaan de andere kant op en komen na een paar uurtjes bij de stuwdam, waar we even naar binnen mogen voor een sanitaire stop. Blijft een imposant stukje techniek, met al die zoemende turbines binnen en het kolkende water aan de buitenkant. We rijden verder over de brug langs de dam en komen uit bij de opstapplaats voor de boten. StuwmeerHet is vooral een opstapplaats voor Braziliaanse goudzoekers, en er staan een paar winkeltjes en cafeetjes. Wij nuttigen de meegebrachte lunch en maken ons op voor een boottocht over het meer. Het is droog maar bewolkt en we twijfelen of we een poncho nodig hebben. Na 2 minuten varen wordt het al duidelijk dat het meeste water niet van boven zal komen. Vooral aan de rechterkant waait het opspattende water de boot in. De poncho's doen goed hun werk maar even genieten van de boottocht is er met al dat water in je gezicht niet bij. Het is sowieso een beetje een luguber meer. Overal steken nog kale boomstammen boven het water uit. Begin jaren zestig is de dam gebouwd en het meer volgelopen. Vooraf is er niets gekapt en het duurt blijkbaar erg lang voordat de bomen verteerd zijn.
Bepakt met zaklantaarns worden we in een korjaal geladen voor een nachtelijk tochtje. De bootsman vaart tussen de boomstammen door terwijl de Kenneth met zijn grote lamp op de oevers schijnt. De opmerking dat we onze handen binnenboord moeten houden blijkt niet voor niets. Regelmatig varen we tussen twee boomstronken door waartussen eigenlijk niet genoeg plaats is voor de korjaal. Geen punt, de stronken wijken wel uiteen, maar schrikken is het wel. Dan zien we waar we voor gekomen zijn: een paar oplichtende ogen die bijken te behoren tot een kaaiman. Als we dichterbij komen verdwijnt hij echter onder water. Dit herhaalt zich een paar keer, onze oogst is wat magertjes. Toch was het een leuk tochtje waar we nog een tijdje over nababbelen voor we gaan slapen. Aukaner dorp Lebi Doti
Op het eerste gezicht lijkt Lebi Doti een redelijk modern dorp. We passeren eerst een paar gebouwtjes die door de overheid zijn neergezet, en dan de grote schoolgebouwen. We nemen een kijkje in de klassen en vanwege een lerarentekort mag Jeanette, die lerares is, voor een paar uur lesgeven terwijl de rest van ons het dorp gaat bekijken. Het laatste "gewone" gebouw is de kliniek, ook ietwat primitief maar toch. Via een paadje komen we dan in het eigenlijke dorp. Houten hutjes en de bevolking die daartussen met de dagelijkse beslommeringen bezig is. Een oud vrouwtje laat ons haar keuken zien en verontschuldigd zich dat ze geen eten voor ons heeft. We hadden onze komst vooraf moeten aankondigen, dan had ze ook wat nets aangetrokken. Maar wij vinden het juist leuk dat ze dat niet heeft gedaan. Eén van de hutten blijkt bewoond door een blank stel. Zij zijn vrijwilligers die een half jaar hier werken en inmiddels ingeburgerd zijn. Ze vertellen dat toen onze boot gisteren arriveerde de mensen enthousiast kwamen vertellen dat "de blanken" kwamen. En dat in het Afrikaanse mengtaaltje van de Aukaners, de stam die in deze regio woont.
Piranha's
Terug op Tukunari verdwijnen de piranha's in de pan en verschijnen ze even later op ons bord. Als niet-viseters valt de smaak ervan ons reuze mee, maar wat een hoop graten. Veel te veel gehannes om er veel van op te eten. Maar uiteindelijk is het een hele ervaring om die beestjes met de scherpe tandjes te grazen te nemen. Als we allemaal weer klaar staan om de lange boottocht terug te ondernemen verwachten we wel een beetje opspattend water, maar dat zal toch wel minder zijn dan op de heenweg. Nou mooi niet dus. Eenmaal onderweg proberen we enigszins wanhopig nog om de poncho's goed aan te trekken, maar er is geen houden aan. Het water waait zo hard de boot in dat iedereen uit zijn verschoning wordt gespoeld. Als we weer aan de oever staan is de bus gelukkig weer te laat zodat we genoeg tijd hebben om weer helemaal op te drogen.
Uiteindelijk arriveert de bus die ons naar Brownsberg zal brengen. Onderweg passeren we het troosteloze oord Brownsweg met rijtjes-hutten waar de regering de bosnegers uit de ondergelopen dorpen in opgeborgen heeft. Armoede troef hier, maar bovendien raken de mensen hier hun identiteit en tradities behoorlijk kwijt, lijkt ons. En in Nieuw Koffiekamp, waar men nu goud gevonden heeft, probeert de regering de bosnegers weer weg te krijgen. Al met al een aardig onderdrukt volkje. BrownsbergDe bus heeft enigszins moeite om de brownsberg op te rijden. Een paar keer slipt hij behoorlijk op de vochtige, steile zandweg, maar hij redt het toch op eigen kracht. Boven op de berg is het toeristisch onderkomen van het natuurreservaat. Na het indelen van de kamers (we zitten met een select gezelschap in een aparte hut een paar honderd meter verder dan rest) is er nog tijd om een wandeling te ondernemen naar de Leo waterval. Behalve insecten zien we op deze tocht geen wild, maar we horen wel verschillende soorten apen. De waterval is mooi, en samen met Kenneth en Vincent neemt Patrick er een heerlijke douche.
Vandaag staat een wandeling naar de Witi-kreek op het programma. Eerst bergaf door de bossen waar we ondermeer een boshert en een koni-koni (iets tussen rat en konijn) zien. Na 2 uur lopen komen we bij de kreek waar we even heerlijk tussen de visjes kunnen badderen. Maar dan moeten we weer terug, dit keer dus steil omhoog. Een zware opgave, maar Sabine spot tijdens het uithijgen nog een witkop saki en een soort grote kwartel. Moe maar voldaan komen we weer terug en besluiten we de middag rustig in onze tuin door te brengen, misschien komen de dieren wel weer op bezoek. Behalve eekhoorns en een zwart-witte toekan valt dat wat tegen, maar het is heerlijk relaxed. Het is een hele verrassing als blijkt dat de bus zo maar eens op tijd is!! Ja, rustig, rustig, daar hadden we niet op gerekend. Nu zorgen wij dus voor een kleine vertraging, maar we zijn toch behoorlijk op tijd weer op weg. We rijden om de Brownsberg heen en langs het stuwmeer om ten zuiden daarvan uit te komen op de plek waar de wegen ophouden en verder verkeer zuidwaarts per boot verder moet. Hier worden vrachtwagens uitgeladen en bootjes volgestouwd om de dorpjes stroomopwaarts te bevoorraden.
Jaw jaw soelaJaw Jaw is de eerste grote stroomversnelling in de Suriname-rivier. Door de grote rotsen waar het water doorheen stroomt is dit een prachtige zwem-, bad- en wasplaats. Vrouwen uit het dorpje zijn er dan ook ijverig bezig en kinderen zijn er aan het spelen. Zodra we ons intrek genomen hebben in één van de toeristenhutten nemen we ook een plons.
Na nog een heerlijke ochtendduik en de inmiddels gebruikelijke vertraging stappen we weer in de korjalen om verder stroomopwaarts te varen. De rivier wordt nu duidelijk wat smaller en de stroomversnellingen waar we tegenop moeten talrijker en heftiger. Maar de bootsman kwijt zich goed van zijn taak en behendig schieten we langs de stenen en het opspattend water. We blijven allemaal zo goed als droog.
De volgende dag gaan we nog maar weer een stukje verder de rivier op. Dit keer zitten er wel een paar hele heftige stroomversnellingen bij en het gaat allemaal maar net goed. Droog blijven we dit keer niet maar we vinden het prachtig en lachen de anderen uit die op het heftigste stuk uit voorzorg uitgestapt waren.
We bezoeken nog een ziekenhuis waar het een drukte van belang is, we zien ondermeer ook nog een albino bosnegerin, een blanke negerin dus, heel vreemd. Jan-Willy en Patrick helpen nog even met het monteren van een transformator voor de zonnecollectoren en dan gaan we weer terug. Ook stroomafwaarts zijn de stroomversnellingen lastig, maa niet zo lastig als stroomopwaarts zonder motet, zoals we een bejaarde man en zijn vrouw zien doen. We willen nog even een handje helpen, maar zij zijn er toch handiger in dan wij. 's Avonds krijgen we weer een dansvoorstelling voorgeschoteld. Dit keer danst er ook één man mee, die schijnbaar een beetje arrogant de baas speelt over de vrouwen. Kenneth vertaalt de teksten, al hebben we de indruk dat hij de minder onschuldige teksten niet geheel ongecensureerd laat. Er wordt weer flink met de billen geschud en als Ling als tegenprestatie de klompendans laat zien is dat toch een behoorlijk contrast. Saramakkaans dorp Dan
Halverwege het dorp maakt een man ons duidelijk dat hij een paar traditionele stoelen in de aanbieding heeft. Deze uitklapbare stoelen zijn uit één stuk hout vervaardigd en voorzien van mooie decoraties. Ze zijn dan ook snel verkocht voor 40.000 gulden ieder, oftewel 40 dollar. Maar de man kijkt wel heel beteuterd naar de biljetten vn 20 dollar die hij in zijn hand gedrukt krijgt. Die heeft hij nog nooit gezien en hij blijft ons achtervolgen omdat hij denkkt dat hij link bedonderd wordt. Als 3 man hem proberen te overtuigen dat dit toch echt de nieuwe munt van Suriname is druipt hij uiteindelijk, nog steeds een beetje beteuterd af. Morgen is hij waarschijnlijk de held van het dorp met de eerste nieuwe biljetten. Na het bezoek aan Dan is het tijd om onze spullen te pakken en koers te zetten naar Boto-Pasi. Daar stappen we uit de korjaal en lopen we naar het "vliegveld". Dit blijkt weinig meer dan een grasveld en een schuurtje dat dienst doet als verkeerstoren, aankomst- en vertrekhal. Er is nog geen vliegtuig en dus wordt de tijd gedood met spelletjes met de massaal toegestroomde kinderen. In het schuurtje wordt inmiddels getracht contact te leggen met het vliegveld in Paramaribo, maar dat is weinig succesvol. Uiteindelijk wordt gemeld dat het vliegtuig om 14.00 uur uit Paramaribo zal vertrekken, maar dat is het al geweest!! Voordat we ons daar duk om kunnen maken horen we echter motorgeronk en verschijnt er een vliegtuig aan de horizon. Vliegveld Boto PasiHet hele dorp is nu uitgelopen en met z'n allen zien we hoe het vliegtuig een succesvolle landing op het grasveld maakt. Wel zien we de machine flink hobbelen, maar dat zal er hier wel bijhoren. De achterkant gaat open en er wordt verteld dat de motoren niet uitgezet zullen worden. Onder het oorverdovende geraas en tegen de krachtige wind van de motoren in moeten we dus instappen. 2 man passen er niet meer in en worden met een nog kleiner vliegtuig later opgehaald.
Dit keer is ons onderkomen in Paramaribo het ABC Hotel, waar we een zeer grote kamer krijgen. Na de koelkast leeggedronken te hebben gaan we met zijn tweeën uit eten. Dat is ook wel weer eens leuk na anderhalve week groepsmaaltijden met voornamelijk rijst en kip. We moeten nog een beetje haasten, want we hebben weer afgesproken met Perry, onze voormalige dorpsgenoot. Het nachtleven van ParamariboPerry pikt ons op met zijn pick-up truck en we besluiten de andere kant van de stad te verkiezen boven de toeristen café's. Daar gaan we eerst naar een bar waar voornamelijk Braziliaanse goudzoekers komen. De mannen komen ens in de paar weken terug naar Paramaribo en al dat gevonden goud moet natuurlijk ook weer opgemaakt worden. En dat lokt dan weer de vrouwelijke goudzoekers, die niet de binnenlanden in hoeven om hun slag te slaan. Wij kijken onze ogen uit naar wat er allemaal rondloopt, want met elkaar praten gaat nauwelijks in de Braziliaanse feest-herrie. We zoeken na een uurtje dus maar een andere kroeg op, dit keer een echte Surinaamse. Het is eigenlijk niet veel meer dan een kale ruimte met wat tafels, een pooltafel en een bar. We worden nog gewaarschuwd voor het toilet, maar we vinden het nog wel meevallen. Perry wordt begroet en na een uurtje babbellen wordt hij gewenkt om mee te komen, ons achterlatend. Het blijkt dat één van zijn werknemers fink dronken midden op straat ligt. Perry had hem net vandaag uitbetaald en blijkbaar heeft hij het meteen maar omgezet in drank. Perry levert hem maar thuis af, bij zijn vrouw die dus niets van het geld ziet. Dat is dan ook weer de harde werkelijkheid voor veel mensen in Paramaribo. Fietstocht langs de plantages
We laten ons overzetten en wachten aan de overkant bij een kroegje, daar moet de rest toch ook langskomen..... Nee dus. Na een paar djogo's Parbo de man gaan we ons toch afvragen of we wel goed zitten. En inderdaad, even later komt er iemand van de Frederik plantage, waar we zouden lunchen, ons opzoeken. We blijken dus verkeerd overgezet en moeten dus opnieuw een eindje varen naar de plantage, waar we de rest weer tegenkomen. De groep bleek volledig uiteengeslagen, de gerepareerde fiets had weer een lekke band en dus hebben enkelen hele stukken gelopen.
Frans GuyanaDe volgende dag moeten we vroeg uit de veren voor de excursie naar Frans Guyana die we met zijn zessen gaan maken. Het busje is zo maar op tijd en om 6 uur gaan we rijden. Aanvankelijk is de weg nog goed, maar al snel wordt het asfalt regelmatig onderbroken door grote kuilen. We moeten dus veelvuldig afremmen en weer optrekken wat de vaart er een beetje uithaalt. Na 3 uur rijden komen we dan aan in Albina, waar we zo'n beetje worden aangevallen door alle bootjesmannen, en dat zijn er veel. We schudden ze van ons af of negeren ze, maar dat lukt pas echt als blijkt dat we er al een boot voor ons geregeld is. Onze chauffeur draagt ons over aan onze gids in Frans Guyana, Glenn genaamd. Maar voor we met het bootje over de grensrivier de Marowijne kunnen varen moeten we eerst de nodige stempels halen bij de grenspost, die vreemd genoeg een stukje landinwaarts staat.
Kourou blijkt eigenlijk maar een saai stadje. Bovendien bevindt ons hotel zich aan zee, ver buiten het centrum. Glenn haalt ons dus 's avonds op om wat te eten in de stad. Maar niet voordat hij ons de sloppenwijken laat zien, waar de zwarte voormalige bosnegers afkomstig uit Suriname wonen. Het regent als we er uitstappen en we voelen ons er niet erg op on gemak als we door de smalle steegjes tussen de krotten lopen. We komen terecht in wat voor een kroeg moet doorgaan, en Glenn schenkt ons een Ti punch in, rum van 50% alcohol met een limoentje en suiker. Sterk spul... We dringen er bij Glenn op aan om na het drankje en een bezoek aan zijn familie toch maar de bewoonde wereld op te zoeken. Naar de DuivelseilandenDe volgende morgen is het weer niet veel beter dan de avond ervoor. Tijdens het ontbijt twijfelen we hardop of de boottocht naar de Duivelseilanden wel door kan gaan. Maar ziedaar, het stopt toch nog met regenen en eenmaal op de catamaran nemen we dapper een plaatsje voorop. Als we eenmaal op volle zee varen komen we daar snel van terug: hoge golven komen over de reling heen en maken ons zeiknat. Binnen is het beter uit te houden, al hebben sommigen moeite hun maag vol te houden. Toch lukt het iedereen om zonder te kotsen de eilanden te bereiken, en dat is een prestatie op zich.
We wandelen verder over het bosrijke eiland tot we plots worden opgeschrikt door geritsel. Er verschijnt een doodshoofdaapje dat verwachtingsvol naar ons kijkt. Al snel verschijnt een hele groep aapjes en we kunnen het niet laten ze te voeren met wat sinaasappels en chips. Het lijkt apenheul wel, zo mak als de beestjes zijn.
De volgende morgen rijden we terug naar Suriname. Glenn probeert druk te bellen met Kenneth, maar die heeft zijn telefoon blijkbaar niet bij zich. Het lijkt ons duidelijk dat we naar de overkant moeten, omdat we weer moeten stempelen bij de grenspost. En daar wachten we dus maar op Kenneth en de rest van de groep. Na een paar uur verschijnen die dan eindelijk, per boot!! Ze dachten dat we afgesproken hadden aan de andere kant, in Frans Guyana dus...
IndianendorpenNet als het zo wel erg (water)koud begint te worden komen we aan. De onderkomens zijn eenvoudig, en opvallend genoeg kiest het merendeel voor een hangmat inplaats van een kamer. Na de maaltijd krijgen we een rondleiding in het indianendorp. Men leeft hier primitief, maar toch lijken de mensen vrij modern. Opvallend is dat de indianen hun hutten veel minder dicht bij elkaar bouwen dan de bosnegers. Verder verschilt er niet veel, ook de indianen verbouwen kostgrondjes buiten het dorp en leven verder vooral van de visvangst.
De boottocht terug verloopt aanvankelijk droger dan heen. Maar gelukkig, we krijgen nog een fikse bui zodat we alsnog lekker nat worden. We zijn natuurlijk iets te laat vertrokken en komen dus iets te laat in St. Laurent, waar het museum van de Franse strafkolonie zouden bezoeken. Altijd hetzelfde liedje met die gasten uit Suriname, verzucht de dame achter de balie (in het Frans natuurlijk), maar we krijgen toch echt geen rondleiding meer. Wel mogen we nog even een kijkje nemen binnen de ommuring, maar daar blijft het bij. Aan de overkant stappen we in de bus terug naar Paramaribo. De chauffeur is erg grappig en laat ons nog even de geboorteplaats van Ronnie Brunswijk zien. We stoppen zelfs bij zijn stadion, waar we een balletje trappen. Helaas is Ronnie er zelf niet om ons spel te bewonderen. Hij is waarschijnlijk bij één van zijn andere huizen/vrouwen elders in het land. Ga naar het overzicht van Weer thuis |